Beschermde kolenwasserij bedreigd

De gebouwen van Beringen-Mijn, gefotografeerd vanaf de 'terril' (steenberg). Het complex heeft een beschermde status (sinds 1994), maar kreeg voor restauratie geen geld. De unieke enorme kolenwasserij, midden en rechts, raakte daardoor verwaarloosd. (Foto Bert Van Doorslaer/Prov. Centrum Cult. Erfgoed Limburg)

Het Limburgse provinciebestuur heeft een gedeeltelijke sloopvergunning afgeleverd voor de monumentale kolenwasserij van Beringen. Dat kolossale gebouw maakte volgens erfgoedorganisatie Europa Nostra kans op de ‘eretitel’ van het meest bedreigde Europese monument, maar viel in de laatste ronde af. Het blijft niettemin een precedent: een ondergeschikt bestuur ondergraaft met één pennentrek een Vlaamse beslissing om industrieel-archeologisch erfgoed te beschermen.

In Beringen laat de volledige reconversie van het uitgestrekte mijnterrein van 100.000 m2 op zich wachten. De site omvat een twintigtal beschermde bedrijfsgebouwen wat de locatie tot een van de best bewaarde van West-Europa maakt. Door de omvang is de kolenwasserij tegelijk een van de meest bepalende beeldelementen van de omgeving.

Het gebouw telt tien verdiepingen boven een staketsel waar treinwagons de ondergrondse productie aanvoerden. De helft daarvan bestond uit kolen, de andere helft uit stenen. In de kolenwasserij werden die bestanddelen via een chemisch procedé gescheiden waarna de kolen gezeefd werden op de juiste grootte en kwaliteit. De kolenwasserij van Beringen verwerkte dagelijks 7.500 ton ruwkolen. Van dat soort installaties zijn er in België maar drie bewaard, waaronder twee kleinere in Wallonië.

Toen Vlaams minister Johan Sauwens in 1994 in extremis de kolenwasserij beschermde, legde hij meteen een zware hypotheek op de ontwikkeling van het terrein. Ondanks de heel gulle subsidies van de federale overheid en Europa bleken er geen budgetten voorzien te zijn voor restauratiewerken. In 2009 kwam de Vlaamse regering met een nieuw zogenoemd ’totaalproject’ voor de dag: be-MINE. Nieuw was dat de overheid voortaan in zee ging met twee private vastgoedbedrijven voor de ontwikkeling van het terrein. Het businessplan voorzag in een tewerkstelling van 600 voltijdse banen. Van dat plan zijn al grote delen gerealiseerd: onder meer een klimcentrum (elektriciteitscentrale), een duikcentrum en een avonturenberg (terril). Het kloppende hart van de reconversie is evenwel een centrale shoppingboulevard met ketens als C&A, H&M of Albert Heijn. Recent heeft ook het vroegere houtpark een nieuwe bestemming gekregen met verschillende types van woningen.

De vervallen kolenwasserij op dit ogenblik. (Foto Mine Dalemans)
De vervallen kolenwasserij op dit ogenblik. (Foto Mine Dalemans)

Een herbestemming voor de kolencentrale blijkt evenwel niet haalbaar te zijn, noch financieel, noch functioneel. Tien jaar geleden werd de kostprijs voor de restauratie van het dak alleen al geraamd op dertig miljoen euro. Het plan ligt daarom voor om twee van de vier delen te slopen waarvan één moet dienen als parking. De gebouwen zouden ook in erbarmelijke staat zijn, onder meer door roestvorming, wat de Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie, die het dossier bij Europa Nostra indiende, ontkent.

Eén magere troost: in een van de niet-gesloopte delen zou het bestaande Vlaamse Mijnmuseum een ‘belevingscentrum’ kunnen inrichten in de verwachting het huidige jaarlijkse bezoekersaantal van 30.000 op termijn te kunnen verviervoudigen.

Tweede magere troost: Belgische gebouwen die eerder op de Europese lijst stonden, zijn intussen gered: de Bourlaschouwburg in Antwerpen en het Justitiepaleis in Brussel.

Partner Content