Altijd troosten

Luc De Munck

Belgische verpleegsters tijdens de Eerste Wereldoorlog

Amsterdam University Press, Amsterdam 2018

192 blz., ? 17,50 ISBN 978 94 629 8924 5

Toen België op 4 augustus 1914 in de Eerste Wereldoorlog gezogen werd, bleek snel dat de medische verzorging in het leger ondermaats was. Religieuzen en andere welwillenden boden hulp maar professionalisme was niet altijd aanwezig. Pas vanaf 1915 toen het Belgische leger veilig achter de IJzer zat, kon ook de medische dienst gereorganiseerd worden. Het chronische tekort aan verpleegsters werd door Engelse en Amerikaanse vrijwilligsters opgevuld. Zo waren de niet-vermelde Engelse Elsie Knocker en Schotse Mairi Chisholm gedurende heel de oorlog actief in de frontlinie van Pervijze met een eigen hospitaaltje ten dienste van het Belgische leger. Elsie Knocker trouwde zelfs met de Belgische officier baron de ’t Serclaes. Over het achthonderdtal Belgische verpleegsters die in bezet en vrij België, Belgisch Congo, Frankrijk, Engeland én Nederland actief waren in militaire hospitalen is dit pas de eerste grondige studie sinds 1993. De auteur, gewezen archivaris van het Belgische Rode Kruis, gebruikt het oorlogsdagboek van Jeanne (Jane) De Launoy als rode draad, een van de weinige Belgische verpleegsters in het Belgisch hoofdhospitaal in De Panne. De analyse van haar dagboek vormt het karkas van het boek om structureel naar het aspect verpleegsters in militaire dienst te kijken. De focus op enkel de Belgische verpleegsters geeft een uitgebreid beeld van hun opleiding, de dagelijkse inzet en allerlei technische en psychische problemen die ze moesten doorstaan. In de analyse van de beeldvorming wordt de witte engel een naoorlogse constructie genoemd, alhoewel in 1915 het Belgische Rode Kruis een wervingsfolder met een verpleegster als engel gebruikte. Daar komt – ondanks alle eerdere bijdragen en tentoonstellingen van de auteur ten spijt – aan het licht dat de archivaris relevante literatuur, waar op het eerste zicht vooral Britse verpleegsters aan bod kwamen en nauwelijks Belgische, niet heeft gebruikt zoals Denise De Weerdt, De vrouwen van de Eerste Wereldoorlog uit 1993. Bizar als men weet dat koningin Elisabeth wel als mythische verpleegster in het militair hoofdhospitaal L’Océan in De Panne werd opgevoerd, alhoewel dat hospitaal grotendeels op Engelse verpleegsters en een Brits hospitaalmodel draaide. Ze was er vooral als bezoekster actief. De beeldvorming over de verpleegsters was tijdens en na de oorlog verkeerd en ondermaats, de impact van de oorlog blijkt onder andere uit het onbetaald verlof dat verpleegsters aanvroegen om te recupereren van uitputtende dienstperiodes. Enkele tientallen Belgische verpleegsters hebben hun inzet ook met de dood of met blijvende invaliditeit betaald. Hun leitmotiv ‘soms genezen, dikwijls verlichten, altijd troosten’ was wel niet zo efficiënt als de strak gedisciplineerde Britse aanpak, maar veel humaner. Dit boek kan een goede aanloop zijn voor verder onderzoek. Er blijft nog veel te onderzoeken, zoals over de verpleging in andere Belgische militaire hospitalen, vooral in Frankrijk.

Pijnbehandeling: troosten. (Archief Belgische Rode Kruis, Brussel)
Pijnbehandeling: troosten. (Archief Belgische Rode Kruis, Brussel)
Het verpleegsterspeldje uit L'Océan in De Panne: 'soms genezen, dikwijls verlichten, altijd troosten'. (Privécoll. Gilberte Arnalsteen, Leuven)
Het verpleegsterspeldje uit L’Océan in De Panne: ‘soms genezen, dikwijls verlichten, altijd troosten’. (Privécoll. Gilberte Arnalsteen, Leuven)

Partner Content