11 november
Uiteindelijk viel de beslissing sneller dan verwacht. Na het vastlopen van de Duitse voorjaarsoffensieven en de massale inzet van Amerikaanse troepen aan het westfront, wisten de geallieerde generaals wel zeker dat ze de oorlog zouden winnen. Toch verwachtten ze pas in 1919 een Duitse ineenstorting. De Duitse legerleiding kon per slot van rekening nog altijd divisies van het oostelijk front naar het westen overbrengen. Maar het Duitse leger was aan het eind van zijn krachten. Het had zich leeg gevochten en bovendien broeide er thuis een opstand.
Zo kwam op 11 november 1918 een einde aan een oorlog die niet alleen voor onnoemelijk veel leed had gezorgd, maar die de wereld en de hele samenleving grondig had veranderd. In 1914 stonden de Europese natiestaten op het toppunt van hun macht. Niettemin besloten ze samen om zich als lemmingen van de rotsen te storten. De Eerste Wereldoorlog bracht twee keizers, een tsaar en een sultan ten val. De kaart van Europa lag opnieuw op de tekentafel. De Amerikaanse president Woodrow Wilson bracht zijn idee van het zelfbeschikkingsrecht der volkeren mee naar de conferentie van Versailles.
Maar ook voor de Europese overwinnaars van de oorlog was de wereld in de herfst van 1918 bijlange na niet meer dezelfde. Volgens historicus Antoon Vrints kwam de democratie in 1918 versterkt uit de loopgraven. In 1914 was het klassenverschil in Europa nog erg groot. Soldaten aan het front waren over het algemeen jongens uit minder welstellende bevolkingsgroepen. In een gesprek met Knack Historia noemt Vrints het Belgisch leger van toen nauwelijks minder dan een lompenleger, dat qua geletterdheid alleen beter deed dan de soldaten van de tsaar.
Recent historisch onderzoek leert dat die soldaten aan het front een stem kregen. Ze lieten zich niet altijd willoos naar de slachtbank leiden. Er kwam in de loopgraven geleidelijk ruimte voor afspraken en overleg. De zeggenschap die soldaten zo kregen, namen ze na de overwinning mee naar huis, waar tijdens de bezetting eenzelfde gevoel voor rechtvaardigheid overheerste: het was belangrijk dat rijk en arm de oorlogsjaren op dezelfde manier ondergingen. Die sociale druk, van de soldaten aan het front en hun gezinnen in het bezette land, maakte dat er alvast in België na 11 november ijverig werk werd gemaakt van sociale eisen die al voor 1914 werden gesteld. De Vlaamse eisen kwamen jammer genoeg minder snel op tafel.
Maar wat de Eerste Wereldoorlog vooral leert, is misschien wel dat landen niet kunnen zonder afspraken. Afspraken die voorkomen dat er geweld nodig is om conflicten op te lossen. Dat is althans een bevinding van Bruno De Wever, een andere historicus en specialist van de twintigste eeuw. Het duurde helaas tot na een volgende wereldoorlog, voor dat inzicht ook politiek rijp was. Er zijn er vandaag trouwens opnieuw die vinden dat alleen beter is dan samen – en dat niet alleen in Washington DC. Wie gelooft dat de relatief kleine Europese landen in deze wereld beter af zijn zonder de bescherming van een Europese Unie heeft de les van de massaslachting tussen 1914 en 1918 niet begrepen.
Knack Historia
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier