100 jaar na zijn dood: Vladimir Lenin, een vat vol tegenstrijdigheden

Lenin belichaamt de paradox van ‘het kwade accepteren om het goede te bereiken’. © Getty Images

‘We moeten toeslaan, genadeloos toeslaan, ook al verwerpen we geweld fundamenteel.’ Het is slechts een van de vele paradoxen in het discours van de communistische leider Vladimir Lenin, die een eeuw geleden ten grave werd gedragen.

Zijn daden, of de woorden waarmee hij de daden van anderen heeft beïnvloed, maken van Lenin, in 1870 geboren als Vladimir Iljitsj Oeljanov, ongetwijfeld een van de belangrijkste figuren van de twintigste eeuw. De communistische leider van de Oktoberrevolutie van 25 oktober 1917 (7 november volgens de westerse kalender), die het Russische rijk in zijn oude vorm met de grond gelijkmaakte, is ook vandaag nog een controversiële figuur. Door de ideeën van Karl Marx in de praktijk om te zetten, wilde Lenin een paradijs op aarde verwezenlijken: een klasseloze samenleving waarin iedereen gelijk en alles eerlijk verdeeld zou zijn.

Als geen andere figuur in de geschiedenis belichaamt Vladimir Iljitsj Lenin de paradox van ‘het kwade accepteren om het goede te bereiken’. Als fervent tegenstander van het imperialisme leidde hij Rusland uit de Eerste Wereldoorlog, waarna hij de Russische burgeroorlog begon om dat vredesakkoord en de socialistische revolutie te verdedigen. Hoewel hij zelf werd vervolgd door het repressieve systeem van de tsaar, creëerde hij een nog groter repressief systeem van de geheime politie. Hij wilde de naties en rijken overwinnen met een wereldrevolutie en eenheid creëren. In plaats daarvan bracht hij een politieke en ideologische verdeeldheid teweeg die onze wereld opnieuw (of nog altijd) beheerst.

Doodsoorzaak onbekend

Op 21 januari 1924, de laatste dag van zijn leven, werd Lenin wakker om halfelf ‘s morgens. Hij slaagde erin zelfstandig naar de badkamer te gaan en liet daarna weten dat hij zich goed voelde, tot vreugde van zijn bescheiden hofhouding – zijn zus Maria, zijn vrouw Nadezjda en hun medewerkers.

Toen de 53-jarige Lenin ’s middags onderzocht werd door zijn persoonlijke arts, leek er geen vuiltje aan de lucht. Maar rond 17 uur sloeg het noodlot toe. Een plotse misselijkheid overviel hem, zijn hartslag vertraagde en hij begon te woelen in zijn bed, zijn hele lichaam nat van het zweet. Volgens zijn vrouw schreeuwde hij het uit van de pijn. Om 18.50 uur gaf hij de strijd op.

Jong verbannen

Tot op de dag van vandaag weet niemand wat er precies aan de hand was met Lenin. Nochtans had de Communistische Partij tijdens zijn leven tienduizenden gouden roebels betaald om hem door talloze specialisten te laten onderzoeken en behandelen. Het is niet duidelijk of het een erfelijke hersenziekte was, of syfilis, wat natuurlijk niet paste bij het imago van een leider met sterke morele waarden. Als kind had hij in elk geval oogproblemen. Als jonge man kreeg hij vaak last van hevige maagpijn. Later kwamen daar chronische hoofdpijn en slapeloosheid bij.

Ondanks de executie van zijn broer slaagde de zeventienjarige Vladimir Oeljanov cum laude voor zijn eindexamens.

Er was een merkwaardige parallel met zijn vader, Ilja Oeljanov. Als schoolinspecteur had die onvermoeibaar gewerkt aan de opbouw van het staatsbasisschoolsysteem in het Simbirsk-district aan de Wolga. Daarvoor had de tsaar hem in 1882 beloond met een erfelijke adellijke titel. Op 54-jarige leeftijd stierf Lenins vader onverwacht aan een hersenbloeding. Een jaar later werd Lenins oudere broer Alexander, een briljante student natuurwetenschappen, ter dood veroordeeld wegens betrokkenheid bij een samenzwering tegen de tsaar. Hij werd geëxecuteerd tijdens de eindexamens van de toen zeventienjarige Lenin. Ondanks de dood van zijn broer slaagde hij cum laude.

De jonge Vladimir Oeljanov kon zorgeloos leven van het familievermogen. Hij studeerde verder, slaagde voor het ingangsexamen rechten en liet zich inspireren door marxistische en revolutionaire literatuur. Voor zijn plan om een socialistische arbeiderskrant te publiceren, werd hij drie jaar verbannen naar Siberië. Tijdens zijn ballingschap trouwde hij met Nadezjda Kroepskaja. Het paar verhuisde begin twintigste eeuw naar München-Schwabing.

Lenin had een afkeer van alles wat onbeschaafd was, maar deinsde er niet bang voor terug om tegenstanders van de revolutie genadeloos te vervolgen.

Hoewel hij een uitgesproken tegenstander was van de Eerste Wereldoorlog, liet het Duitse ‘oorlogssocialisme’, en vooral de samenhang tussen industrie, autoriteiten en volk, een blijvende indruk na op Oeljanov. Hij hield van de Duitsers, waardeerde hun nauwgezetheid en technische vaardigheden. Later zou hij verkondigen dat de revolutie het voorbeeld moest volgen van de Duitse Reichsbahn. De Duitse spoorwegen waren in die tijd vermaard om hun stiptheid, zelfs in de ongunstigste omstandigheden.

Beroepsrevolutionairen

In 1902 onthulde Oeljanov zijn concept van een streng gevoerde kaderpartij: de revolutie moest niet vanuit de bevolking komen maar vanuit een groep vastberaden, ondergronds opererende beroepsrevolutionairen. Het pseudoniem waaronder hij zijn geschrift Wat te doen? publiceerde, alludeerde waarschijnlijk op zijn verbanning. Lenin is afgeleid van de naam ‘Lena’, de grootste rivier in Siberië. Zijn ballingschap maakte van de beroepsrevolutionair een martelaar. Lenins naam begon zich als een lopend vuurtje te verspreiden in Europese revolutionaire kringen.

Zijn eerste grote daad op het wereldtoneel volgde al een jaar later. Tijdens zijn ballingschap in Londen bracht hij een breuk teweeg binnen de Russische Sociaaldemocratische Arbeiderspartij (RSDAP). Zijn radicale factie, de bolsjewieken (letterlijk: ‘meerderheid’, hoewel de bolsjewieken de facto in de minderheid waren), groeide later uit tot de Communistische Partij van de Sovjet-Unie (CPSU). Lenin stelde een strikt factieverbod in binnen de CPSU. Er wordt gezegd dat hij geen enkele vriend had in de partij.

Er wordt gezegd dat Lenin geen enkele vriend had in zijn partij.

Om de Russische Revolutie te financieren, nam hij geld aan van de Duitse keizer, die het tsarenrijk wilde destabiliseren. Hij stapte in april 1917 op de beroemde trein naar Sint-Petersburg (toen nog Petrograd), met steun van de Duitse regering. De rest is geschiedenis: in oktober pleegde hij een staatsgreep, waarop hij vrede sloot met de tegenstanders van Rusland tijdens de Eerste Wereldoorlog en de Vrede van Brest-Litovsk accepteerde. Kort daarna ging hij over op een burgeroorlog.

Lenin had een afkeer van alles wat onbeschaafd was en veroordeelde elke vorm van conflict tussen kameraden. Aan de andere kant deinsde hij er niet voor terug om tegenstanders van de revolutie genadeloos te vervolgen. In 1920, tijdens de Pools-Russische oorlog, schreef hij: ‘Vermomd als het Groene leger hangen we koelakken en landeigenaren op. 100.000 roebel voor elk van hen die wordt opgehangen.’

Verrassend sympathiek

Op weg naar een klasseloze maatschappij leken dictatuur en terreur hem onvermijdelijk. Maar bij vrijwel alle andere aspecten van zijn theorie toonde hij zich flexibel, en hij nam stilzwijgend tegengestelde standpunten in als dat hem gunstig leek. Hij was een compromisloze machtsstrateeg en was naar verluidt vaak opvliegend, maar ook verrassend sympathiek. ‘Hij weet communisme aantrekkelijk voor te stellen, zelfs aan een antimarxist’, schreef de Britse auteur H. G. Wells, die hem in 1920 ontmoette. ‘Het minste wat je kunt zeggen, is dat hij een visie heeft voor een wereld die veranderd en opnieuw uitgebouwd moet worden.’

Maar vanaf 1921 leek hij niet langer opgewassen tegen de hoge werkdruk. Chronische hoofdpijn, slapeloosheid en ‘kleine’ hartinfarcten kwelden de leider. De artsen waren radeloos. Op 4 juni raadde het politbureau Lenin aan een maand vrijaf te nemen. Dus trok Lenin samen met zijn zus en vrouw naar een idyllisch landgoed op een heuvel in de buurt van Moskou. De villa met zuilenportaal was na de onteigening van de voormalige inwoners in 1910 helemaal gerenoveerd en bood geweldige voorzieningen. Om het toch een beetje sober te houden, wilde Lenin niet dat de kamertemperatuur er opliep tot boven de 15 graden.

Het verblijf op de heuvel was een verademing, maar had geen gunstige invloed op Lenins gezondheid. Hij begon almaar meer te lijden aan waanbeelden. Op de koop toe was hij ook minder gemotiveerd en had hij minder energie. Dat vervreemdde hem volledig van zichzelf: zijn werk was altijd het middelpunt van zijn leven geweest.

Lenin zei vaak over zichzelf dat hij niets anders had dan politiek. De Sovjetstaat, die ontstond zonder lichtend voorbeeld en gedomineerd werd door Lenins radicale bolsjewieken, was grotendeels het resultaat van het onvoorwaardelijke verlangen naar macht van zijn leider. De macht moest in handen van de partij blijven. Om dat zo te houden, werden facties of vleugels in de kiem gesmoord. Er werd slechts één doctrine nageleefd. Na de Oktoberrevolutie, in de laatste jaren van Lenins leven, werd elke andere partij of opposant de kop ingedrukt. Tegen de menselijke natuur in aarzelde hij nooit. Zijn wil om de revolutie in stand te houden was ijzersterk.

Lenins wil was wet, zo ging dat toen in Rusland. Het was tenslotte zijn wil die in 1917 de Oktoberrevolutie op gang bracht, aldus zijn kompaan Leon Trotski. Zijn toewijding was de lijm die zijn partij en de machtsorganen samenhield. De archieven van het Kremlin bewijzen het: Lenins productiviteit was ongeëvenaard.

‘Nationaalchauvinist’ Stalin

Maar hoe slechter het met Lenin ging in 1921 en 1922, hoe meer hij merkte dat zijn visie werd afgezwakt. Ook zijn invloed op de Communistische Partij taande. Met zijn laatste krachten slaagde hij er nog net in om de Sovjet-Unie (USSR) op te richten naar zijn eigen beeld. Hij deelde het voormalige Russische Keizerrijk op in autonome soevereine republieken, die vervolgens samen de USSR oprichtten: de Russische, de Wit-Russische, de Transkaukasische Federatieve en de Oekraïense republiek. De soevereiniteit van Oekraïne, die door het huidige Rusland ter discussie wordt gesteld, heeft dus wortels in de politiek van Lenin.

De soevereiniteit van Oekraïne, die door het huidige Rusland ter discussie wordt gesteld, heeft wortels in de politiek van Lenin.

Na enkele beroertes besloot Lenin op 23 december 1922 zijn politieke testament te dicteren. Daarin verstootte hij zijn partijgenoten, onder wie zijn kompaan Trotski, en waarschuwde hij nadrukkelijk voor Jozef Stalin, die hij beschouwde als een ‘nationaalchauvinist’ en ‘imperialistische onderdrukker’. Hij voorspelde een factiestrijd tussen Trotski en Stalin die de partij zou uiteenrukken. Sommige historici denken dat juist Lenins testament Stalin ertoe aanzette om zijn tegenstanders op zo’n genadeloze en doordachte manier uit te roeien. En datzelfde testament hielp Stalin later de macht te grijpen, omdat iedereen in de partij er belang bij had het niet te publiceren.

Verstoten door kameraden

Lenin koos het juiste moment om zijn testament te schrijven: in maart kreeg hij zijn ergste beroerte tot dan toe. Daarna was hij nauwelijks nog in staat om zijn gedachten onder woorden te brengen. Alleen zijn vrouw Nadezjda en zijn zus Maria begrepen hem enigszins. In oktober brachten ze met z’n drieën nog een laatste, moeizaam bezoek aan het Kremlin. Geen van Lenins oude kameraden kwam opdagen om de verzwakte man te ontmoeten.

Toen Lenin werd begraven, was het zo koud dat de muzikanten hun instrumenten met wodka moesten bevochtigen om te voorkomen dat hun lippen eraan vastvroren. Honderdduizenden bezoekers zongen verschillende keren de Internationale en zagen hoe partijfunctionarissen de kist droegen. Stalin hield een eenvoudige maar ontroerende toespraak.

Toen Lenin werd begraven, was het zo koud dat de muzikanten hun instrumenten met wodka moesten bevochtigen om te voorkomen dat hun lippen eraan vastvroren.

Het openbare leven in Moskou kwam tot stilstand. In het hele land hielden treinen halt. Fabriekssirenes klonken toen de spijkerharde atheïst Lenin naar zijn graf aan de muur van het Kremlin werd gebracht. Daar zou hij het onvergankelijke overblijfsel van de revolutie worden.

Een revolutie die hij had afgedwongen door zijn strenge veroordeling van de Eerste Wereldoorlog. Destijds had hij daarover geschreven: ‘Het tsarisme voert oorlog om Galicië te veroveren en uiteindelijk de vrijheid van de Oekraïners te wurgen, om Armenië, Constantinopel enzovoort te veroveren. Het tsarisme beschouwt oorlog als een middel om de aandacht af te leiden van de groeiende onvrede in het land en om de aanzwellende revolutionaire beweging te onderdrukken. […] Aan de kant van Rusland heeft de oorlog een uitgesproken reactionair en vrijheidsonderdrukkend karakter.’ Het lijdt geen twijfel: niemand zou de bloedige klucht die het huidige Russische neo-imperialisme is meer verachten dan hij.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content