Waarom zijn we zo obsessief bezig met ons pensioen en onze oude dag?

Iedereen rent naar mypension.be, zegt socioloog Ignace Glorieux (VUB), en vergeet daarbij dat we collectief het hoofd moeten bieden aan de vergrijzing. ‘Maar de pensioenpaniek die je nu ziet, is ook het resultaat van veertig jaar durende bangmakerij.’
Wat is het met ons pensioen dat het ons zo hard bezighoudt? Donderdag demonstreerden tienduizenden mensen, allicht niet voor het laatst, tegen de sociaal-economische maatregelen van de regering-De Wever, waaronder de fel gecontesteerde hervorming van de pensioenen.
Die pensioenplannen zijn volgens heel wat experts voorzichtige en lang in de tijd gespreide babystapjes in de goede richting. Toch werken de plannen als een rode lap op een stier.
Experts over de pensioenhervorming: ‘Jammer dat de wettelijke pensioenleeftijd niet is aangepast aan de levensverwachting’
Stukken die gaan over pensioenen worden op de site van Knack doorgaans meer gelezen dan stukken over Gaza of Donald Trump. In de media getuigen twintigers, dertigers en veertigers over hun vrees langer te moeten werken, met exacte berekeningen – alsof de loopbaan en de toekomst nu al vast liggen – over het verwachte verlies aan pensioen.
Begrijpelijke zorgen voor mensen die dicht bij hun pensioen staan en dus willen weten waar ze aan toe zijn. Of voor mensen die uitkijken naar hun pensioen omdat ze fysiek zwaar werk verrichten of in slechte gezondheid verkeren.
Maar waarom staat de financiering van de oude dag top op mind bij jonge mensen in de bloei van hun leven? Is het de angst om de laatste jaren van je leven in armoede te moeten slijten? Zorgt de vergrijzing van de bevolking, door de grote politieke en mediatieke aandacht en de druk op zorgvoorzieningen, voor een collectief angstvisioen? Of zitten we met z’n allen af te tellen richting ons pensioen, gewoon omdat de werkdruk vaak hoog is en de baan saai?
Ik versus de staat
‘Toen ik jong was, in de jaren 1980, crisisjaren met massale werkloosheid en grote bezuinigingen, dachten wij: tegen dat wij de pensioengerechtigde leeftijd hebben, is er toch geen geld meer. Wij voelden eerder gelatenheid dan bezorgdheid,’ vertelt professor sociologie Ignace Glorieux (VUB).
‘Dat is een groot verschil met mensen vandaag, die bewust en in detail nadenken over hun oude dag. Ze kennen de prijs van een woonzorgcentrum. Ze vragen zich af of ze daarvoor hun spaargeld zullen moeten aanspreken. Wat op zich overigens voor veel mensen geen issue is, want ze hebben een eigen huis als appeltje voor de dorst.
‘Toch lijken veel mensen te vinden dat de overheid álles moet bekostigen. Ik had laatst een discussie met een vriend. Hij besefte niet dat de helft van dat woonzorgcentrum nu al door het collectief wordt betaald.’
Heel problematisch in de pensioendiscussie is volgens Glorieux dat mensen er haast alleen nog door een individuele bril naar kijken. Iedereen rent naar mypension.be, waar je je eigen pensioendossier online kunt raadplegen, maar vergeet daarbij dat de vergrijzing een demografische ontwikkeling is waaraan we collectief het hoofd moeten bieden. ‘Het idee leeft: ik versus de staat. Ik ben een klant van de staat en heb recht op een goed pensioen. Maar wij zijn de staat.’
Verrijking
Een groot verschil met vorige generaties is dat mensen vandaag langer leven én hogere verwachtingen hebben van hun pensioen. ‘Vorige generaties verwachtten weinig van hun oude dag. Vandaag willen mensen, als ze dan eindelijk met pensioen zijn, actief zijn, uit eten en op reis gaan… Maar een pensioen van 1800 euro is nauwelijks voldoende om rond te komen, laat staan om iets extra’s mee te doen. Dat zorgt voor angst en frustratie.’
‘Een pensioen van 1800 euro is nauwelijks voldoende om rond te komen, laat staan om iets extra’s mee te doen. Dat zorgt voor angst en frustratie.’
Glorieux deed ook onderzoek naar de tijdsbesteding van ouderen. Hoewel met pensioen gaan sommige mensen, zeker mannen, best zwaar kan vallen door het verdwijnen van werk als zingeving, en het aantal echtscheidingen bij mensen boven de 70 snel stijgt, zijn zeker de eerste jaren van het pensioen gemiddeld genomen een gelukkige, ‘verrijkende’ periode, zegt de socioloog. In die zin is het heel rationeel dat mensen ernaar uitkijken en liever vroeger dan later met pensioen gaan.
‘Er gaat voor veel mensen een nieuwe wereld open. Mensen zijn die eerste jaren meer buitenshuis, ze werken in de tuin, zijn met muziek bezig, hebben meer sociale contacten met vrienden en familie, bewegen meer en gaan, als ze het kunnen betalen, vaak op reis. Rond je 75e, dat heeft te maken met fysieke gezondheid, kantelt dat weer, en wordt die leefwereld toch een stuk kleiner. Mensen blijven meer binnenshuis en dingen als televisie worden belangrijker.’
Pensioensparen
‘Het betreft natuurlijk je toekomstige inkomen’, zegt emeritus hoogleraar economie Jozef Pacolet (KU Leuven). In die zin begrijpt hij dat mensen zich zorgen maken over wat ze over 30 of 40 jaar te wachten staat. ‘Maar de pensioenpaniek die je nu ziet, is ook het resultaat van veertig jaar durende bangmakerij, sinds de jaren 1980 eigenlijk. Ik gebruik daarvoor de uitdrukking FUD: Fear, Uncertainty and Doubt.’
Het gaat, aldus Pacolet, om het zaaien van Angst, Onzekerheid en Twijfel in de publieke opinie over de houdbaarheid en betaalbaarheid van de pensioenen. ‘Zeker sinds de overheid en de financiële sector de tweede pensioenpijler voor werknemers en zelfstandigen sterk zijn gaan promoten.
Denk ook aan het pensioensparen, wat eigenlijk gewoon een gesubsidieerd spaarproduct is, waarmee de banken een lot uit de loterij hebben gewonnen. Tien jaar geleden had ik een nieuwe medewerker, nog maar 23 jaar oud, die mij kwam vragen welke pensioenspaarformule hij moest kiezen. Dan kun je wel zeggen: dat pensioensparen is de beste financiële marketingcampagne ooit!’
Het optrekken van de pensioenleeftijd, een pensioen dus waarvoor je langer moet werken, is geen hervorming maar een besparingsmaatregel.’
Pacolet begrijpt dat de pensioenplannen van de regering-De Wever voor onrust zorgen. Omdat ze aan de ene kant, wat de professor betreft, niet uitblinken in eerlijke communicatie en aan de andere kant verkeerde keuzes maken. ‘Het staat in de sterren geschreven dat de wettelijke pensioenleeftijd na 2030 nóg omhoog moet, boven de 67 jaar.
‘Daarover rept het regeerakkoord niet, maar de burger heeft dat door. Ook de newspeak in het regeerakkoord zou men beter achterwege laten. Het optrekken van de pensioenleeftijd, een pensioen dus waarvoor je langer moet werken, is geen hervorming maar een besparingsmaatregel.’
Wat met ziekteperiodes en echtscheidingen? Vijf cruciale vragen bij de pensioenhervorming van de regering-De Wever
Pacolet is een verdediger van een goed uitgebouwd wettelijk pensioenstelsel. ‘Dat gaat ons, gezien de vergrijzing, een paar extra procentpunten van ons bruto binnenlands product kosten, maar het is zeker niet onbetaalbaar en ook logisch, aangezien het aandeel van de 65-plussers in de bevolking tussen nu en 2070 stijgt van 20 naar 28 procent. ’
In plaats van nog meer eieren in het mandje te leggen van de tweede pensioenpijler, zoals de regering-De Wever van plan is. ‘Als de werkgevers daarvoor extra in de buidel moeten tasten, gaan ze de indexering van de lonen ter discussie stellen, daar kun je gif op innemen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier