Onderzoek UGent: ‘Vier op de tien gezinnen verloor koopkracht onder de regering-De Croo’

Ewald Pironet
Ewald Pironet Senior writer

De 40 procent armsten in onze samenleving ging er tijdens de huidige regeerperiode op achteruit, blijkt uit Gents onderzoek. Dat is veel meer dan gedacht.

De koopkracht van vier op de tien huishoudens nam onder de regering-De Croo af. Slachtoffers zijn de gezinnen met de laagste inkomens, zo blijkt uit een studie van Gert Peersman, Koen Schoors en Milan van den Heuvel (UGent). Volgens deze studie is de groep die aan koopkracht inboette veel groter dan wat tot nu toe uit allerlei studies bleek.

Koopkracht is altijd een belangrijk onderwerp, zeker in aanloop naar de verkiezingen. Dat is niet zo verwonderlijk, het gaat namelijk over uw portemonnee en wat u nog met uw inkomen kan kopen.

Alle onderzoekers die zich met de problematiek bezighouden, zijn het erover eens: de koopkracht is de voorbije vijf jaar toegenomen. De Nationale Bank bijvoorbeeld sprak zelfs van een ‘krachtige inkomenstoename’: de koopkracht van de huishoudens steeg volgens hun berekeningen tussen 2019 en 2022 met 4,4 procent en in 2023 nog eens met 3,4 procent. In vijf jaar tijd ging onze koopkracht er dus met 7,8 procent op vooruit. Voor alle duidelijkheid: dat is boven op de inflatie, de stijgende levensduurte.

Buffer

Daarbij werd altijd opgemerkt dat dit een globaal cijfer was, voor alle gezinnen in ons land samen. Maar toch werd daarbij aangenomen dat ook de koopkracht van bijna elk gezin afzonderlijk was gestegen. Bijna elk gezin, want het was al duidelijk dat de koopkracht van de lagere middenklasse, de zogenaamde working poor, was afgenomen.

Het gaat dan om bijna 15 procent van de bevolking, zo’n 1,8 miljoen Belgen, die bijzonder financieel kwetsbaar zijn omdat ze geen financiële buffer hebben, ook al leven ze niet in armoede. Daardoor kwamen zij bijvoorbeeld niet in aanmerking voor het sociale energietarief, en zo liepen ze al snel 7500 euro per jaar mis. Het is dus een groep die tussen wal (allerlei steunmaatregelen voor de armen) en schip (voldoende inkomen hebben om zich geen grote financiële zorgen te moeten maken) valt.

De onderzoekers gebruikten banktransactiegegevens van 900.000 mensen om te weten wat er in een gezin binnenkwam en waaraan dat geld werd uitgegeven.

Bankgegevens

Volgens het nieuwe Gentse onderzoek moest niet alleen de lagere middenklasse inleveren, maar iedereen die tot de 40 procent van laagste inkomens behoort. Dus ook diegenen die bijvoorbeeld een sociaal energietarief kregen. De groep Belgen die sinds het aantreden van de regering-De Croo, in oktober 2020, aan koopkracht verloor, is dus veel groter dan gedacht, zelfs meer dan dubbel zo groot.

De onderzoekers baseren zich daarvoor op de banktransactiegegevens van 900.000 klanten van BNP Paribas Fortis. Die geven een beeld van wat er in een huishouden werkelijk aan inkomen binnenkwam en waaraan dat geld werd uitgegeven. Dit moet een nauwkeuriger beeld opleveren dan de jaarlijkse cijfers waarmee meestal wordt gewerkt.

Peersman: ‘De koopkracht steeg volgens onze bevindingen in 2021 en 2022 opgeteld voor een gemiddeld gezin met 3,2 procent. Maar sinds februari 2023 zien we een terugval van 1,8 procentpunt. Als je die twee cijfers met elkaar optelt, kom je erop uit dat de koopkracht over de gehele regeerperiode gemiddeld met 1,4 procent is gestegen.’

Sociaal energietarief

Tot nu toe gingen studies van de Nationale Bank en ook van bijvoorbeeld de KU Leuven ervan uit dat de koopkracht van de hoogste en laagste inkomens het best beschermd was. Dit dankzij de automatische loonindexering, waarbij voor de armsten in onze samenleving nog steunmaatregelen bijkwamen zoals het uitgebreid sociaal energietarief. Zoals gezegd zou de groep werkenden met een laag loon maar zonder sociaal tarief wel aan koopkracht hebben ingeboet.

Volgens de studie daalde de koopkracht vooral sinds begin dit jaar. Alleen de allerrijksten gingen er nog 0,4 procent op vooruit.

Dat beeld wordt in de Gentse studie bijgesteld. De 60 procent hoogste inkomens, dus de (hogere) middenklasse en de rijken, hebben sinds de start van de regering-De Croo aan koopkracht gewonnen. Voor de 20 procent hoogste inkomens gaat het over 4,5 procent, voor de middeninkomens 3,5 procent. Maar de 40 procent laagste inkomens hebben koopkracht verloren. En dat verlies is het grootst bij de allerlaagste inkomens, namelijk 2,7 procent. In die groep zitten ook de mensen met een sociaal energietarief.

Bedrijfsherstructureringen

Volgens de studie daalde de koopkracht vooral het laatste jaar en zelfs vooral sinds begin dit jaar. Alleen de allerrijksten, de 20 procent uit de hoogste inkomensgroep, gingen er wel nog wat op vooruit, namelijk 0,4 procent. Een gemiddeld huishouden ging er vanaf maart 2023 met 1,6 procent op achteruit. Voor de armsten was de daling het grootst: de 20 procent laagste inkomens moest 6,4 procent inleveren (zie grafiek).

Peersman over de sterke daling van de koopkracht van de laagste inkomensgroep: ‘In de periode 2021-2022 hadden de sociale energietarieven en de energiesteun van de overheid een gunstig effect op de koopkracht van die laagste inkomensgroep. Vanaf 2023 worden zij echter geconfronteerd met een bovengemiddelde stijging van de prijzen omdat de sociale tarieven zijn blijven stijgen, terwijl de commerciële tarieven aanzienlijk daalden.’ Daarnaast wijst Peersman erop dat ze bij de lage inkomens een daling van de inkomens zien, ‘wellicht het gevolg van recente bedrijfsherstructureringen, meer technische werkloosheid en een stijging van de jeugdwerkloosheid.’

Conjunctuur

Bij de Nationale Bank noemt men de Gentse studie ‘heel interessant’ en ‘een bevestiging van de bevindingen dat sommigen de voorbije jaren aan koopkracht wonnen en anderen aan koopkracht verloren’. Wel wijst men erop dat de studie de berekeningen laat starten bij het aantreden van de regering-De Croo in oktober 2020. ‘Dat de becijfering pas aan het eind van 2020 begint is niet zonder belang, want zo neem je de forse stijging van de koopkracht sinds begin 2020 niet mee. Doe je dat, dan is er sprake van een grotere koopkrachtstijging.’

Bij de Nationale Bank heeft men niet alleen vragen bij de start van de berekeningen, maar ook bij het einde daarvan, namelijk in februari 2024. Want de daling van de koopkracht is voor de armsten in onze samenleving vooral sinds dit jaar erg groot. De studie wijt dat aan bedrijfsherstructureringen die voor inkomensverlies zorgen. ‘Dat sluit niet aan bij wat wij ons onze cijfers zien’, klinkt het bij de Nationale Bank. ‘Geen enkele indicator bij ons wijst erop dat de conjunctuur het in het eerste kwartaal van dit jaar slecht deed, ook de werkloosheidsgraad bijvoorbeeld nam niet toe.’ Het blijft dus uitkijken of de bevindingen van de Gentse studie door andere onderzoekers straks worden bevestigd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content