Ewald Pironet
‘Op een sluipende manier haalt een sterke dollar ook meer euro’s uit onze portemonnee’
De sterke dollar is niet alleen te wijten aan de toekomstige Amerikaanse president Donald Trump.
De duidelijke overwinning van Donald Trump bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen zullen we voelen in onze portemonnee. Niet alleen door de invoertarieven die Trump in het vooruitzicht stelt, waardoor Europa minder naar de VS zal kunnen uitvoeren. Niet alleen door de hogere bijdrage die hij eist van de NAVO-lidstaten, wat voor België neerkomt op een jaarlijkse extra uitgave van bijna 5 miljard euro, gewoon om aan onze belofte te voldoen om 2 procent van ons bruto binnenlands product (bbp) aan defensie te besteden. We zullen vooral de gevolgen ondervinden van een duurdere dollar. Op een sluipende manier haalt die meer euro’s uit onze portemonnee.
Naarmate de Amerikaanse verkiezingsuitslag op 6 november duidelijk werd, steeg de waarde van de dollar. De euro, yen en Australische dollar werden allemaal zwakker tegenover de dollar. Op 5 november moest je voor 1 dollar 0,91 euro neertellen, vandaag al 0,96 euro, dat is 5 procent meer. En sommigen zien de dollar nog sterker worden en stellen dat we op weg zijn naar ‘pariteit’, zoals dat in het jargon heet: 1 dollar is dan 1 euro waard.
De dollar stijgt in waarde omdat Trump vrijwel zeker forse invoerrechten zal heffen op goederen uit China en in mindere mate ook uit de rest van de wereld. Dat zal de prijzen in de VS de hoogte injagen. Tel daar nog de beloofde belastingverlaging bij en je krijgt extra inflatie. Door de hoge inflatie zal de Amerikaanse centrale bank de rente hoog houden – lagere rente zou de inflatie nóg hoger duwen. Dat maakt het voor beleggers aantrekkelijk om in dollars te investeren en zorgt voor die sterke dollar.
Nu is de dollar nog steeds de dominante munt in de financiële wereld, ook de prijzen van de meeste grondstoffen worden in dollar uitgedrukt. Een vat ruwe brent-olie kost zo’n 75 dollar, vóór de Amerikaanse verkiezingen kwam dat neer op 68 euro, nu is dat al 72 euro, een stijging van 6 procent. En als er straks euro-dollar pariteit is, wordt dat 75 euro of plus 10 procent. Vroeg of laat zullen we dat niet alleen aan de pomp voelen, want een hogere prijs in euro voor olie en andere grondstoffen sijpelt in stilte maar onvermijdelijk door in de prijs van zowat al onze producten.
Nu is die sterke dollar niet alleen te wijten aan Trump. Het gaat ook over de zwakkere euro en dat heeft te maken met de Europese groeivertraging en de politieke onzekerheid in onder meer Frankrijk en Duitsland. We kunnen Trump voor veel met de vinger wijzen, maar we moeten ook in eigen boezem kijken.