Ewald Pironet
‘Nee, de Belgische bedrijven trokken hun marges níét extra op om meer winst te maken’
. Graaiflatie klinkt goed, maar hoezeer het thema ook wordt aangeblazen door partijen als Vooruit, PS en PVDA-PTB en door vakbondsmensen, er was over het algemeen geen sprake van.
Misbruiken ondernemingen de galopperende inflatie om de prijzen extra op te pompen en zo meer winst te boeken? Bezondigen ze zich aan graaiflatie? Dat is alvast wat socialistische en communistische politici en vakbondsmensen beweren, zeker sinds consumenten begonnen te klagen over de snel stijgende voedselprijzen. Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) is graaiflatie in Europa een feit: ‘de stijgende bedrijfswinsten zijn verantwoordelijk voor bijna de helft van de stijging van de inflatie in Europa in de afgelopen twee jaar, omdat bedrijven hun prijzen meer verhoogden dan de stijgende kosten van geïmporteerde energie’, zo schrijven ze.
Maar klopt het ook voor België? De Nationale Bank bekeek de cijfers van 105.000 ondernemingen voor het jaar 2022. De inflatie bedroeg toen iets meer dan 10 procent. Nu blijkt dat de meeste bedrijven de kostenstijgingen niet volledig konden doorberekenen in hun prijzen. De conclusie van de Nationale Bank luidt: ‘De prijsstijgingen in België in 2022 werden dus niet door hogere marges veroorzaakt. Dat in tegenstelling tot veel boodschappen die overheersten in de media.’
De hogere aankoopkosten waren de voornaamste oorzaak van de prijsstijgingen, de stijgende loonkosten waren dat in 2022 veel minder. Merk op dat meer dan 500.000 mensen, vooral bedienden, pas begin 2023 hun indexaanpassing kregen en hun brutoloon toen meteen met zo’n 10 procent zagen stijgen. Voor dit jaar kan de invloed van de loonstijgingen op de prijzen dus een ander verhaal zijn.
Daarnaast moet er voor vorig jaar een onderscheid gemaakt worden. In de dienstensector waren de stijgende loonkosten wél een belangrijkere factor, omdat het inzetten van personeel daar een voornamere rol speelt dan in de fabrieken, de verwerkende nijverheid. Wie de cijfers in detail bekijkt, ziet dat een klein aantal sectoren er toch in slaagde om een hogere winstmarge te behalen, ondanks de gestegen aankoop- en loonkosten. Dat geldt onder meer voor de staalsector, het transport over zee, de afvalverwerking en in de sectoren ‘accommodatie’ (hotels, campings) en elektriciteit. Maar in de meeste sectoren (en ook in de voedingssector, waarover zo veel te doen was, ) werden de hogere prijzen niet veroorzaakt door het optrekken van de marges door de ondernemingen, wel vooral door hogere aankoopprijzen.
Graaiflatie klinkt goed, maar hoezeer het thema ook wordt aangeblazen door partijen als Vooruit, PS en PVDA-PTB en door vakbondsmensen, er was over het algemeen geen sprake van. Integendeel, de winstmarges van de meeste ondernemingen daalden.