Wim Coumans: ‘Maak u geen illusies: de fiscale druk kan niet dalen’
Nog voor het einde van het jaar komt minister van Financiën Vincent Van Peteghem met zijn fiscale hervormingsplan. ‘Op papier zal de rekening kloppen, in de praktijk niet’, voorspelt Wim Coumans, lid van de Hoge Raad van Financiën.
‘De regering riskeert zich rijk te rekenen om fiscaal te kunnen doen wat ze graag wil doen’, zegt Wim Coumans aan het eind van het gesprek. We hebben het een hele voormiddag gehad over de hervorming van de belastingen, waarover minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) eerstdaags zijn plan zal presenteren. Hij hoopt daarmee ook zijn partij wat te profileren, want die komt tot nu toe niet echt uit de verf in de Vivaldi-regering. ‘Die hervorming is dringend nodig,’ zegt Coumans, ‘want arbeid wordt in ons land nog steeds veel te zwaar belast.’ Weinigen zijn het daar niet mee eens, maar dat wil nog niet zeggen dat er veel zal veranderen.
Het curriculum vitae van Wim Coumans is rijkgevuld. Na een periode op de studiedienst van het Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV) volgde een reeks kabinetsfuncties bij CD&V-excellenties als Jean-Luc Dehaene en Wilfried Martens. Sinds 2012 is hij lid van de Hoge Raad van Financiën, afdeling Fiscaliteit en Parafiscaliteit, die de regeringen adviseert over belastingen. Weinigen kennen de finesses van de politiek én de fiscus zo goed als Wim Coumans.
De regering wil werk maken van een lastenverlaging op arbeid, zegt Coumans, ‘want alle statistieken bevestigen dat we op dat vlak tot de wereldtop behoren. En krijgt iemand loonsverhoging, dan dreigt hij in een hogere belastingschaal terecht te komen. Je bereikt ook al snel de hoogste belastingschijf met een tarief van 50 procent. Een opslag voor lage loontrekkers wordt zelfs tot 90 procent afgeroomd door sociale bijdragen, belastingen en verminderingen van sociale voordelen. Ook op dat vlak behoren we tot de wereldtop. Ik vind dat ongewenst.’
Waarom?
Wim Coumans: Om drie redenen. De eerste is een economische reden: als je opslag zo zwaar belast, geef je aan mensen het signaal dat ze zich niet extra hoeven in te spannen. Zeker niet om loonsverhoging te krijgen, want ze houden er nauwelijks iets aan over. Een tweede reden is van sociale aard: je mag er toch van uitgaan dat in de meeste gevallen een hoger loon het gevolg is van meer inzet en dan lijkt het me billijk dat de werknemer daarvan ook de vruchten plukt. En een derde reden is politiek: stel u voor dat iemand 25 procent opslag krijgt en achteraf vaststelt dat daar na fiscale en sociale lasten, en na vermindering van sociale voordelen nauwelijks iets van overblijft. Die oordeelt toch dat ze in de Wetstraat compleet gek zijn? Zo’n belastingpolitiek keert zich dus tegen de politieke besluitvormers.
We hebben hoge belastingen, maar tegelijkertijd kennen we wel veel fiscale uitzonderingsregimes.
Coumans: Dat hangt samen. Ons wereldrecord fiscale en parafiscale druk op arbeid heeft ervoor gezorgd dat er veel gunstregimes ontstonden die de belastingdruk voor bepaalde doelgroepen beperken. Dat is begrijpelijk: als werkgevers en werknemers vaststellen dat 90 procent van een loonsverhoging die cash wordt uitgekeerd naar de overheid gaat, zoeken ze alternatieven, zoals maaltijdcheques, bedrijfswagens, fietsvergoedingen en wat weet ik nog allemaal, die ongeveer belastingvrij zijn. Die koterijen hollen de belastbare basis uit én maken onze fiscaliteit zeer ondoorzichtig en daardoor ondemocratisch. We zitten dus in een vicieuze cirkel: omdat onze belastingen zo hoog zijn, ontstaan er koterijen. Die zorgen voor minder belastingopbrengsten en dus moeten de belastingen hoog blijven.
Is het moeilijk om die vicieuze cirkel te doorbreken?
Coumans: Heel moeilijk, want als 90 procent van een loonopslag naar de overheid gaat, zal het niet volstaan om dat te verminderen naar 80 procent opdat er bijvoorbeeld minder maaltijdcheques worden uitgekeerd. Dan nog blijven die bijzonder interessant. Om de vicieuze cirkel te doorbreken moet je op twee vlakken tegelijkertijd een doorbraak realiseren: de hoge belastingtarieven verlagen én het gros van de fiscale koterijen afschaffen.
Voor sommigen is het eenvoudig: schaf het systeem van de bedrijfswagens af en de regering heeft onmiddellijk enkele miljarden om de belastingtarieven te verminderen.
Coumans: Zo eenvoudig is dat niet. Vergelijk het met een emmer water met vijftig gaten: als je er daarvan vijf dicht, zal het water toch uit de emmer blijven stromen. Je moet je geen illusies maken over de begrotingsopbrengst als je een van de koterijen sluit, bijvoorbeeld de bedrijfswagens. Wat zal de reactie van werkgevers en werknemers zijn? Ze zullen meer gebruik maken van de andere koterijen om aan de hoge fiscale en parafiscale druk te ontsnappen. Opnieuw zeer begrijpelijk, want de mensen die op de personeelsdiensten die cafetariaplannen uitwerken doen hun job, en de directeurs en bestuurders die dat goedkeuren, moeten de belangen van hun vennootschap dienen en niet die van de overheid.
Er zijn ook mensen die nog op een andere manier aan de zeer hoge druk op arbeid ontsnappen: ze brengen hun arbeid onder in een vennootschap.
Coumans: Dat is een serieus probleem. Wie zijn arbeid als vennoot van een vennootschap presteert, betaalt via een paar fiscale technieken maar 30 à 35 procent belastingen. Dat blijkt uit cijfers van de de Nationale Bank. Ik geef niemand ongelijk die daarvan gebruik maakt, want het mag nu eenmaal. Vooral betere verdieners ontsnappen op die manier aan de normale lasten op arbeid: geneesheren-specialisten, fiscale en andere consulenten, bestuurders van vennootschappen enzovoort. Die ‘vervennootschappelijking’ is nog niet ten einde: iedere dag ontdekken mensen die ontsnappingsroute. Maar of je nu werkt als werknemer, zelfstandige of met een vennootschap: dat zou toch geen impact mogen hebben op de belastingen en sociale bijdragen die je betaalt? In het kader van een fiscale hervorming moet je dus ook maatregelen nemen tegen die vervennootschappelijking.
Hoe moet de belasting op arbeid worden verminderd?
Coumans: Dat zal een taxshift moeten worden, dus het verschuiven van belastingen.
Kan onze totale belastingdruk niet omlaag? Kan de overheid niet minder geld uitgeven?
Coumans: Je hoort me niet zeggen dat de overheid niet hoeft te besparen op de overheidsuitgaven. Dat zal nodig zijn om ons begrotingstekort terug te dringen, om de uitgavenstijging voor pensioenen en gezondheidszorg te compenseren, en om ruimte te maken voor de geplande stijging van de defensie-uitgaven. Wie een verlaging van de globale belastingdruk bepleit, moet eerst aantonen hoe hij dat gaat compenseren. Ook bij een constante belastingdruk zal er drastisch bespaard moeten worden om te vermijden dat de overheidsschuld verder toeneemt. De stijgende rente zou dat erg problematisch maken. We moeten ons geen illusies maken, de fiscale druk kan de komende jaren niet dalen.
Iemand zal die verlaging van de belastingtarieven op arbeid moeten betalen. Wie?
Coumans: Dat wordt zonder twijfel een moeilijke oefening, maar er zijn twee terreinen waar je als overheid meer geld kunt halen. Eén, verruim de basis waarop je belastingen heft, dus bouw de koterijen af en doe iets aan de vervennootschappelijking. Twee, maak werk van een verhoging van de belastingen op vermogen. Ik denk daarbij niet meteen aan een vermogensbelasting, als klein landje zou ik dat niet doen. We hebben gezien hoe rijke Nederlanders de grens met België overstaken, en tot enkele jaren geleden woonden er ook behoorlijk wat Fransen in ons land. Ze hadden één motief: ontsnappen aan de vermogensbelasting in eigen land. Als België een vermogensbelasting invoert, is het risico reëel dat onze rijken het land ontvluchten. Ik ben wel voor een vermogenswinstbelasting, een belasting op het inkomen dat je haalt uit je vermogen. Tegenstanders zeggen dat zo’n heffing technisch moeilijk uit te werken is, maar in de meeste landen bestaat ze wel, dus het kan.
Er wordt ook overwogen om de fiscale vrijstelling op het spaarboekje af te schaffen.
Coumans: Ik ben geen voorstander van die fiscale vrijstelling, maar het is nu niet het geschikte moment om die af te schaffen. Het zou ook weinig opbrengen. De spaarder krijgt vandaag op een spaarrekening 0,11 procent rente, straks misschien 1 procent. Met de hoge inflatie vermindert de koopkracht van het geld op de spaarboekjes. Ik vind dat je de opbrengsten van een spaarboekje in beginsel pas mag belasten als de rente de inflatie overstijgt, als de spaarder aan koopkracht wint.
Moeten we de btw-tarieven op sommige producten omhoog?
Coumans: Dat zouden we kunnen doen. Het is toch aberrant dat er geen accijnzen wordt geheven op vliegtuigkerosine en geen btw op vliegtuigtickets? Dat zou toch een perfecte milieubelasting zijn? Maar ook dat kunnen we als klein land niet alleen doen, want dan neemt iedereen het vliegtuig in Eindhoven of Rijsel.
Er is nu meer sprake van btw-verlagingen, bijvoorbeeld op groenten en fruit.
Coumans: Ik begrijp natuurlijk de filosofie daarachter: gezond eten stimuleren. Maar technisch wordt dat bijzonder ingewikkeld. Is een bereide schotel in de sipermarkt met 50 procent groenten, 25 procent pasta en 25 procent vlees ‘groenten en fruit’? Welk btw-tarief hanteer je?
Wat te denken van de btw-verlaging op gas en elektriciteit?
Coumans: Die vind ik betwistbaar, ook vanuit sociaal oogpunt: je geeft weliswaar een voordeel aan mensen met een laag inkomen, maar toch vooral aan hen die veel energie verbruiken. Dat men het doet voor een beperkte periode, nu de energieprijzen extreem hoog zijn, tot daaraan toe. Maar je mag dat niet blijven doen, je moet iedereen aanzetten tot energiebesparing. Ik ben ook geen voorstander van btw-verlagingen op individuele producten om sociale redenen, zoals het sociaal tarief op een internetverbinding. Als je iets voor de zwaksten wilt doen, verhoog dan hun inkomen.
Minister Van Peteghem moet nu zijn plannen voor een fiscale hervorming op tafel leggen, maar volgens het regeerakkoord zullen die pas in de volgende regeerperiode worden uitgevoerd. Eigenaardig toch?
Coumans: Ik vond dat ook een bizarre passage in het regeerakkoord en heb minister Van Peteghem gezegd dat het me voor hem een vergiftigd geschenk lijkt. Aangezien het om een taxshift gaat, dus een verschuiving van de belastingen, moet de minister vóór de verkiezingen zeggen van wie hij het geld zal afpakken dat hij aan anderen wil geven. Wie geld zal krijgen vindt dat normaal, want die is ervan overtuigd dat hij al veel te lang veel te veel belastingen betaalt. Wie meer moet betalen, zal woedend zijn. En inderdaad, wie zegt dat de volgende regering dan het hervormingsplan van Van Peteghem zal uitvoeren?
Zal de regering nu toch al niet iets kleins doen, om niet helemaal met lege handen naar de kiezer te stappen?
Coumans: Mijn pronostiek is dat men het belastingvrije minimum en sommige belastingschijven beperkt zal verhogen, wat wil zeggen dat je minder vlug een hoger belastingtarief zult bereiken en dus iets minder belasting zult hoeven te betalen. Dat zal men compenseren door hier en daar een koterij af te schaffen, bijvoorbeeld het aantrekkelijke fiscale regime voor auteursrechten. Daarvan riskeert men de opbrengsten te overschatten, door er geen rekening mee houden dat wie nu van het voordeelregime voor auteursrechten geniet, morgen een vennootschap kan oprichten om alsnog zijn fiscale factuur te beperken. Op papier zal de rekening van de hervorming kloppen, in de praktijk niet.•
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier