‘Ik heb veel te lang zitten wachten op een beurscrash’: 11 waarschuwingen tegen financiële blunders

Onder het motto ‘leren uit de fouten van anderen’ vroeg Knack aan elf mensen die dagelijks begaan zijn met economie en financiën, wat hun grootste financiële misstappen waren. ‘Mijn grootste financiële vergissing is dat ik de hebzucht heb laten regeren.’
We begaan allemaal weleens een financiële flater, dat is menselijk. Denk aan de aanschaf van een paar mooie, dure schoenen die toch niet echt makkelijk bleken en daarom al jaren in de kast staan. Het kan ook gaan over een paar rollerblades die nu al jaren ongebruikt in de garage liggen, zoals een ex-minister van Begroting in dit artikel getuigt.
U hebt zoiets ook weleens meegemaakt. Ze kosten geen rib uit uw lijf, maar een echt goed gevoel hebt u er ook niet bij. Volgende keer toch twee keer nadenken, hebt u zich toen zeker voorgenomen.
Soms zijn financiële misstappen ingrijpender, omdat de investering in rook opging. Denk aan de beleggers die ooit rotsvast geloofden in Lernout & Hauspie, of die geld investeerden in het ‘goedehuisvaderaandeel’ Fortis, de grootbank die net niet failliet ging. Dat is al pijnlijker dan de aanschaf van een ‘soepmaker’ die nooit werd gebruikt, waarover de huidige minister van Financiën het verderop heeft.
Knack vroeg aan elf mensen, gepokt en gemazeld in de financiële wereld, wat hun grootste financiële vergissing was. Uit de getuigenissen kunnen drie oorzaken voor financiële missers worden gehaald.
Voor het opbouwen van een spaarpot bewandelt u het best het pad van de geleidelijkheid.
De eerste oorzaak is hebzucht. Liefde maakt blind, wordt weleens gezegd, maar het idee om snel heel rijk te worden blijkbaar ook. En dat loopt dan soms faliekant af, zoals bij de private bankier die zijn huiswerk niet maakte en zijn eigen belegging zag wegsmelten als sneeuw voor de zon. Of zoals de handelaar in aandelen die dacht dat hij de slag van zijn leven zou slaan, maar in werkelijkheid 80 procent van zijn vermogen verloor, zoals hij bekent.
Dat is meteen een eerste les: hebzucht is een slechte raadgever. U moet niet te veel willen en zeker niet te veel in één keer. Voor het opbouwen van een spaarpot bewandelt u het best het pad van de geleidelijkheid. En dat zal bezaaid zijn met putten, want het zal af en toe minder goed gaan met uw beleggingen. Dan mag u vooral niet in paniek raken, want ook dat is een slechte mentor.
Emoties in het algemeen zijn een tweede belangrijke oorzaak van financiële missers. U kunt maar beter niet verliefd worden op een huis en al zeker niet op een belegging.
Derde oorzaak van financiële vergissingen is naïviteit en slecht voorbereid zijn. Zo bent u het best vatbaar voor vlotte praatjes en smoesjes. Zoals de getuige die daarom tot twee keer toe werd afgescheept toen ze om meer loon ging vragen. Of de ‘finfluencer’ die na zes maanden schrok van de hoge kosten die de bank haar aanrekent voor beleggingsfondsen. Daarom deze raad: bereid u steeds goed voor, zeker als het om geldzaken gaat. Het feit dat u nu dit artikel leest, is in dat opzicht al een goed teken.
1. Stefan Willems
Beleggingsadviseur, medeoprichter spaarvarkens.be, schreef het boek Onderweg naar financiële vrijheid.
‘Mijn grootste financiële vergissing is dat ik de hebzucht heb laten regeren. In 2014 werkte ik in de KBC-marktenzaal. Ik kreeg alle analistenrapporten onder ogen en voelde me de koning te rijk. Je had toen bepaalde financiële producten, turbo’s, waarmee je kon beleggen met een hefboom: als een aandeel met 1 procent steeg, ging dat met zo’n turbo bijvoorbeeld 4 procent omhoog. In die tijd verdiende ik meer met beleggen in turbo’s, dan met mijn job.
‘Ik heb er met turbo’s op gegokt dat de koers van Mobistar zou dalen.’
Ik ben toen een steeds groter deel van mijn vermogen in turbo’s beginnen te beleggen. In de zomer van 2014 zou Mobistar met nieuwe cijfers komen. Ik las in de analistenrapporten dat dit telecombedrijf veel klanten had verloren. Ik heb er toen met turbo’s op gegokt dat de koers van Mobistar zou dalen. Uit de cijfers die Mobistar publiceerde, bleek inderdaad dat het klanten had verloren, maar niet zoveel als verwacht.
Gevolg was dat de koers van Mobistar met 13 procent steeg en de dag later nog eens met 8 procent. Lang verhaal kort: ik heb toen meer dan 80 procent van mijn vermogen verloren. Niet alleen mijn geld, maar ook het geld dat mijn ouders in de loop der jaren voor mij hadden gespaard.
Emotioneel was dat heel zwaar. Ik kon niet meer functioneren in de marktenzaal, elke keer als ik beleggingen zag passeren, werd ik ziek, puur van de stress. Ik heb dat werk dan ook moeten opgeven.’
2. Ilse De Witte
Redacteur bij Trends, coördinator van Trends Geld & Beurs, beurscommentator op Kanaal Z, schreef het boek Vrouwen willen meer dan een roze creditcard.
‘Toen ik jaren geleden solliciteerde bij de krant De Tijd kreeg ik te horen dat elke beginnende journalist met hetzelfde loon startte en dat er geen toegevingen op dat startersloon werden gedaan. Ik werkte toen acht maanden bij de belastingdienst van de stad Antwerpen, maar droomde sinds mijn tienerjaren van een baan in de journalistiek.
De keuze was snel gemaakt. Ook al ging ik er financieel iets op achteruit, toch maakte ik de overstap van de ambtenarij naar de journalistiek. Een beslissing waar ik nooit spijt van heb gehad, alleen heb ik achteraf wel ontdekt dat toch niet elke beginnende journalist met hetzelfde loon bij de krant begon.
Op een dag trok ik mijn stoute schoenen aan en stapte binnen bij de directeur van de redactie om opslag te vragen. Ik had een beter betaald werkaanbod op zak, want mijn collega’s hadden me verteld dat dit de enige manier was om een loonsverhoging af te dwingen.
Het aanbod kwam uit de financiële wereld en de directeur van de redactie wimpelde mij meteen af. “Als jij uit de journalistiek wilt stappen, dan ga ik jou niet tegenhouden met een zak geld. Besef bovendien dat je nooit meer als financieel journalist aan de slag kunt als je voor een financiële instelling hebt gewerkt. Dat is net hetzelfde als een politiek journalist die voor een politieke partij gaat werken, die zal altijd de schijn van partijdigheid tegen zich hebben.”
Eerst wilde ik die andere baan aannemen, maar als ik eerlijk was tegenover mezelf voelde ik me nog niet uitverteld als journalist. Ik besloot bij de krant te blijven, ook al was er geen euro extra bij mijn loon gekomen. Enkele jaren later werd een woordvoerder van een grote financiële instelling met de grote trom binnengehaald op de redactie door dezelfde persoon die mij had wijsgemaakt dat een terugkeer van de financiële sector naar de journalistiek onmogelijk was.
Ik heb dus twee keer slecht onderhandeld of ik ben twee keer naïef geweest.’
3. Hans Bevers
Hoofdeconoom bij Bank Degroof Petercam. Schreef Achteraf is het makkelijk. Hoe overleven we de volgende economische crisis?
‘We zijn met ons gezin vijf jaar geleden naar Antwerpen verhuisd. Dat was een rationele beslissing waar we lang over nagedacht hebben. We zouden zo dichter bij ons werk gaan wonen en we zagen ook de culturele voordelen van wonen in een stad. We zijn dan op een pand verliefd geworden. Terwijl de beslissing om in Antwerpen te gaan wonen heel rationeel werd genomen, was de keuze van het huis veel emotioneler.
‘Toen we in het huis woonden, bleek dat ik de drukte van de stad toch wat had onderschat.’
Toen we in het huis woonden, bleek dat ik de drukte van de stad en het geluid in de omgeving toch wat had onderschat. Dat in combinatie met de kosten om er een duurzame woning van te maken en tijd die we nog moesten vrijmaken voor renovatie, heeft ons doen besluiten om uit te kijken naar een andere woning. Uiteindelijk hebben we in een bosrijke omgeving een stuk grond gekocht, waar we nu een nieuwbouw op aan het zetten zijn.
Het gevolg is dat we nu al vijf jaar bezig zijn met nadenken over de gezinswoning. Het is natuurlijk een luxeprobleem, maar het vroeg toch aardig wat tijd en energie. In afwachting van de oplevering van ons huis verblijven we nu al een tijdje bij mijn schoonouders.’
4. Eva De Bleeker
Ex-minister van Begroting, nu voorzitter Open VLD.
‘Mijn meest foute aankoop is het stel rollerblades dat ik een tiental jaren geleden heb gekocht. Hoewel rollerblades vaak worden geprezen als een uitstekende manier om de conditie op te krikken en sterke beenspieren te ontwikkelen, bleek dat voor mij niet het meest aangewezen middel. Ik had er namelijk niet bij stilgestaan dat in mijn gemeente Hoeilaart heel wat straten steil oplopen. De rollerblades liggen nu al jaren in de garage stof te vergaren.’
5. Erik Joly
Chief investment officer van de bank ABN AMRO België.
‘Mijn grootste financiële vergissing gaat terug tot het begin van mijn carrière, rond het jaar 2000. Ik was pas afgestudeerd en werkte als beleggingsadviseur bij een private bank. Het was de tijd dat technologieaandelen hoge toppen scheerden, ook al maakten die bedrijven geen winst.
‘Zonder naar de cijfers te kijken kocht ik aandelen van een bedrijf op de Nasdaq. Hun waarde is naar nul gezakt.’
Een van mijn toenmalige klanten was heel enthousiast over het bedrijf Genicom. Hij vertelde daar zo bevlogen over dat ik, zonder naar de cijfers te kijken en een analyse te maken, blindelings aandelen kocht van dat bedrijf op Nasdaq. Dat is faliekant afgelopen, de waarde van de aandelen is naar nul gezakt. Dat heeft me toen veel geld gekost.
Het is een torenhoog cliché, maar het is nog steeds een waarheid als een koe: maak je huiswerk voor je een aandeel van een bedrijf koopt, geloof niet zomaar in praatjes. Ik heb die klant die zo enthousiast over Genicom was nooit iets kwalijk genomen, ik had zelf maar beter moeten weten.’
6. Charlotte Van Brabander
Finfluencer, auteur van FIRE: hoe op jonge leeftijd stoppen met werken en oprichter van de website Slim Sparen.
‘Ik ben veel te laat begonnen met beleggen, pas rond mijn dertigste. Maar mijn grootste financiële misstap is dat ik toen bij een grootbank ben gaan aankloppen om mijn geld te investeren in een beleggingsfonds. Zo’n bank rekent allerlei kosten aan en dat gaat natuurlijk af van je rendement. Na een half jaar had ik dat door en toen ben ik uit die beleggingsfondsen gestapt en heb ik zelf mijn huiswerk gemaakt. Sindsdien beleg ik zo’n 30 procent van mijn spaargeld in aandelen en 70 procent in trackers, die een index volgen. Dat had ik beter veel eerder gedaan.’
Beleg niet in crypto: 3 geldtips van de (super)rijken
7. Ingrid Stevens
Bestuurder-vennoot bij Leo Stevens Private Banking.
‘Mijn grootste financiële misstap is dat ik niet geluisterd heb naar de wijze raad: je kunt maar één keer het huis van je buur kopen! Ik heb de weide naast ons huis en later ook de woning van mijn buur niet gekocht toen die mogelijkheid zich voordeed. Ik dacht toen: waarom zou ik dat doen, alles blijft toch hetzelfde en het is goed zo. Ik was toen ook te druk bezig met mijn werk, de kinderen en noem maar op.
‘Ik heb niet geluisterd naar de goede raad: je kunt maar één keer het huis van je buur kopen.’
Nu heb ik daar echt veel spijt van, want ik woon heel landelijk tussen Antwerpen en Mechelen en dat is met de jaren toch wel wat veranderd. Als ik dat vastgoed toen had gekocht, had ik meer controle gehad over wat er in mijn omgeving zou gebeuren. Nu bepaalt iemand anders dat. Ik had zo ook meer privacy kunnen krijgen. En het zou ook een goede investering zijn geweest, want één plus één is in dit geval twee en een half: had ik mijn perceel toen vergroot, zou mijn eigendom in waarde gestegen zijn.
En weet je wat het vooral is? Je kunt in je leven veel kopen, maar het huis van de buur kun je echt maar één keer op de kop tikken. Dat is de les: als er zich een unieke kans voordoet, moet je alles goed overwegen, zelfs als het financieel niet haalbaar lijkt, want zo’n kans krijg je nooit meer.’
8. Jan Jambon
N-VA-minister van Financiën.
‘Toen ik net gescheiden was, liet ik mij verleiden om een zogenaamde soepmaker te kopen, zo’n keukentoestel waar je bovenaan allerlei groenten induwt en onderaan komt er dan soep uit. Als man alleen wilde ik gezond blijven eten. Ik heb dat toestel één keer gebruikt, daarna nooit meer. Het staat al jaren ergens in een kast. Tot jolijt van mijn vrouw, die me soms wat plaagt met die nutteloze aankoop.’
9. Tim Nijsmans
Oprichter Vermogensgids, docent private banking bij Arteveldehogeschool en coauteur De hangmatbelegger.
‘Mijn grootste vergissing is dat ik veel te lang heb zitten wachten op een beurscrash. Het moet rond 2012 zijn geweest toen ik eindelijk wat geld opzij had kunnen leggen om te beleggen. Ik was toen zelf private bankier, we hadden in 2008-2009 de financiële crisis meegemaakt en daarna de Griekse staatsschuldencrisis met de eurocrisis. Die hadden ervoor gezorgd dat de aandelenmarkten fel waren gezakt en je dus goedkoop aandelen kon kopen, waarna de koersen de volgende jaren weer aantrokken.
‘Mijn grootste vergissing is dat ik veel te lang heb zitten wachten op een beurscrash.’
In 2012 zat ik daar dus met mijn spaargeld te wachten op een beurscrash, om goedkoop aandelen op de kop te kunnen tikken. Die crash kwam er maar niet. Als je de beursgrafiek sinds 2012 bekijkt, zie je dat er eigenlijk nooit een terugval is geweest, de koersen zijn blijven stijgen. Zelfs tijdens corona is er maar een kleine dip geweest. Door in 2012 te veel cash aan te houden heb ik dus een deel van de mooie beurswinsten die de daaropvolgende jaren werden genoteerd gemist.
Gelukkig heb ik mijn strategie in 2016 aangepast. Ik ben sindsdien op regelmatige basis geld beginnen te beleggen in aandelen. En dat is wat ik nu iedereen ook aanraad: wacht niet op het juiste moment om dan al je geld in één keer te investeren, maar beleg op vaste tijdstippen, bijvoorbeeld elke maand of om de twee maanden.’
10. Stijn Baert
Professor arbeidseconomie aan de UGent.
‘Mijn grootste financiële blunder is dat ik te laat ben begonnen aan pensioensparen en ook de manier waarop ik het deed was niet slim. Ik ben er pas aan begonnen rond mijn dertigste via het klassieke pensioensparen bij een grootbank. Op die manier worden mijn centen elke maand belegd in een actief beheerd fonds. Interessant is natuurlijk het fiscale voordeel: ik spaar het maximumbedrag van 1350 euro per jaar, zodat ik 25 procent mag aftrekken van mijn belastingen. Daar staat tegenover dat Vadertje Staat op het einde van de rit een stuk van de winst weer wegbelast. En dat banken ook hoge kosten aanrekenen op pensioenspaarfondsen.
Daarom was ik beter parallel begonnen met investeren in trackers, die een beursindex of een aandelenkorf volgen als hun schaduw. Die leveren geen fiscaal voordeel op, maar kosten veel minder. Door twee sporen te belopen, had ik mijn risico’s ook beter gespreid.’
11. Véronique Goossens
Hoofdeconoom Belfius
‘In 2001 stapten mijn man en ik in een beleggingsfonds met aandelen, om te sparen voor de studies van onze twee kinderen. Elke maand belegden we een vast bedrag. Maar toen sloeg de financiële crisis toe. Nadat het een tijd veel minder ging met het beleggingsfonds, kregen we koudwatervrees. De macro-economische vooruitzichten zagen er ook niet erg goed uit. Er werd gevreesd voor jarenlange stagnatie. We besloten uit het fonds te stappen en ons verlies te nemen.
Vervolgens stopten we het geld in een fonds met kapitaalbescherming. In zo’n fonds zijn de toekomstige winsten per definitie beperkt, maar we voelden ons veilig. Wat bleek later? In de jaren daarna deden de beurzen het bijzonder goed. We hadden ons volledige verlies van ons eerste fonds kunnen ophalen en zelfs van een mooi rendement kunnen genieten. Onze beleggingshorizon was overigens nog lang genoeg. Moraal van het verhaal: schiet niet onmiddellijk in paniek als het zwaar weer wordt op de aandelenmarkten.’