Christophe Heyndrickx

‘Hoe de erfbelasting mensen verdeelt en inkomen herverdeelt’

Christophe Heyndrickx Bio-ingenieur in landbouw- en milieu-economie en lid van denktank Eleni.

‘Successierechten staan wereldwijd onder druk, vooral omdat ze worden gezien als een oneerlijke dubbele belasting op arbeidsinkomsten, waarvan de middenklasse de dupe is’, schrijft Christophe Heyndrickx van denktank Eleni. ‘Wij betogen echter dat successierechten kunnen worden gebruikt om excessieve rendementen op kapitaal te corrigeren, die schadelijk kunnen zijn voor zowel inkomensverdeling als economische groei.’

Er wordt vaak gezegd dat er in het leven twee zekerheden zijn: dood en belastingen. Voor geen enkele belasting geldt dit zo sterk als voor de erfenisbelasting. Dat belastingen op erfenissen controversieel en onpopulair zijn, is algemeen bekend. Weinig belastingen wekken zulke heftige emotionele reacties op. Dat wordt ook politiek opgepikt, waardoor overal in de wereld de erfbelasting in dalende lijn gaat.

Tegenwoordig erft men in de VS, Australië en Canada vrijwel belastingvrij. In Europese landen zijn de tarieven hoger en progressief. Op een erfenis met een waarde van enkele honderdduizenden euro’s betaalt men in Europa gemiddeld 2,5%. Bij erfenissen van enkele miljoenen euro’s is het gemiddelde 14%. Vrijwel elk land kent vrijstellingen of verlaagde tarieven voor (huwelijks)partners en erfgenamen in de eerste lijn. Uitschieters in officiële erfenisbelastingen zijn het Verenigd Koninkrijk en Ierland, maar ook België, waar tarieven tot 25% of meer kunnen oplopen.

Toch neemt ook in ons land de erfbelasting af. Na voorgaande hervormingen is het tarief in België nu 3%, 9% en 27% voor erfgenamen in de eerste lijn, waarbij het toptarief geldt voor elke schijf boven €250.000. Het tarief voor erfenissen tussen broers en zussen werd in 2018 nog verlaagd.

Nu heeft de Vlaamse overheid plannen aangekondigd voor een verdere verlaging van de erfbelasting voor alle erfgenamen, met een focus op kleine en middelgrote erfenissen. De hervorming, die nog moet worden uitgewerkt door de bevoegde minister, zal naar verwachting zo’n 350 miljoen euro kosten. Dit moet deels worden gecompenseerd door strengere controle op de inning en het sluiten van onrechtmatige achterpoortjes, zoals het onderbrengen van niet-bedrijfsgerelateerde zaken in stichtingen. Het principe dat de schenkbelasting niet hoger mag zijn dan de erfbelasting blijft behouden, en het voordeeltarief voor familiale vennootschappen blijft bestaan.

Deze hervorming lijkt niet onredelijk, maar de onderhandelaars leken echter initieel veel verder te willen gaan en naar een volledige afschaffing te streven. In dit artikel willen we aangeven waarom dat geen goed idee is. Hoewel erfbelasting tegenwoordig weinig aanhangers kent, is dat niet altijd zo geweest.  In het midden van de vorige eeuw waren voorstanders van erfenisbelastingen in de meerderheid, zeker in Europa. Nog steeds verdedigt een kleine – fel bekritiseerde – groep liberale denkers en economen nog steeds de successierechten als een uiterst faire en herverdelende belasting.

Economische Theorie over Successierechten

Wat zegt de economische theorie nu over optimale successierechten? We kunnen teruggrijpen naar het werk van James Mirrlees (1971). Hij stelt dat de overheid een dubbel doel heeft: het financieren van publieke goederen en het verminderen van armoede en ongelijkheid in de samenleving, beide met minimale schadelijke effecten op het economische systeem. Het ideale belastingsysteem belast elk individu naar vermogen, zonder het incentief om te werken sterk te verminderen. Hoewel zo’n systeem moeilijk te realiseren is, zijn de ideeën van Mirrlees zeer invloedrijk in de economie.

Uit zijn model en latere uitbreidingen (o.a. Atkinson & Stiglitz, 1976) komt dezelfde conclusie: als kapitaal voornamelijk wordt opgebouwd uit opgespaarde arbeidsinkomsten, is er weinig ruimte voor belastingen op kapitaal. Een belasting op arbeid volstaat en werkt minder verstorend op de lange termijn dan een belasting op kapitaal. Dit is ook het argument dat velen, vaak intuïtief, tegen successierechten aanvoeren: onze opgespaarde inkomsten zijn al belast, dus het is inherent oneerlijk om deze nogmaals te belasten, zeker omdat het hier gaat om een gift aan onze kinderen.

Herziening van Traditionele Opvattingen

Recente literatuur stelt deze opvatting echter ter discussie. De kernvraag is in hoeverre ongelijkheid in de samenleving wordt veroorzaakt door een ongelijke verdeling van arbeidsinkomsten versus kapitaalsinkomsten. Als kapitaalsinkomsten sterker bijdragen aan ongelijkheid dan arbeidsinkomsten, dan is het verhogen van belastingen op kapitaal de enige manier om inkomen te herverdelen.

Het werk van Thomas Piketty, Emmanuel Saez, Anthony Atkinson en anderen toont aan dat kapitaalsinkomsten inderdaad zeer ongelijk verdeeld zijn. In de meeste landen gaat 90% of meer van de totale kapitaalsinkomsten naar slechts 10% van de bevolking. Binnen deze 10% stroomt nog eens 90% van de inkomsten naar de top 1%. Bovendien is duidelijk geworden dat veel ongelijkheid in arbeidsinkomsten afhankelijk is van de economische status van de ouders. Kinderen erven niet alleen het fysieke kapitaal, maar ook het minder zichtbare sociale kapitaal van hun ouders, zoals netwerken, betere onderwijskansen en toegang tot interessante banen.

Econome Stefanie Stantcheva heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar belastingbeleid en ongelijkheid. Haar bevindingen suggereren dat progressieve belastingen op erfenissen en vermogens effectief kunnen zijn in het verminderen van ongelijkheid zonder de economische groei significant te schaden. Ze benadrukt het belang van belastingbeleid dat rekening houdt met zowel efficiëntie als rechtvaardigheid.

Successierechten als Aantrekkelijke Kapitaalsbelasting

Van alle mogelijke kapitaalsbelastingen lijken successierechten het meest aantrekkelijk. In hun advies aan het Verenigd Koninkrijk stellen Miller en Adam (2011) van de London School of Economics dat een effectief functionerende erfenisbelasting kan dienen als een belasting op de excessieve accumulatie van kapitaal. We hebben het hier niet over normale opbrengsten op kapitaal, gekoppeld aan goede bedrijfsvoering of verstandig spaar- en investeringsgedrag. We spreken over excessieve winsten die vele malen hoger zijn dan gebruikelijk en die nooit kunnen worden opgebouwd door het sparen van arbeidsinkomsten. Deze winsten accumuleren vaak in erfenissen.

Mariana Mazzucato, hoogleraar economie, betoogt dat de overheid een actieve rol moet spelen in het stimuleren van economische groei en innovatie. Door via successierechten kapitaal te herverdelen, kan de overheid investeren in publieke goederen en diensten die de samenleving als geheel ten goede komen. Dit kan leiden tot een dynamischer economie waarin zowel innovatie als inclusiviteit worden bevorderd.

Kate Raworth, bekend van haar concept van de “donuteconomie”, pleit voor een economisch model dat binnen planetaire grenzen opereert en tegelijkertijd sociale rechtvaardigheid bevordert. Herverdeling via erfenisbelastingen past binnen dit kader door rijkdom gelijkmatiger te verdelen en duurzame investeringen te stimuleren.

Waar bij andere kapitaalsbelastingen sterke economische argumenten bestaan om investeringen in productiegoederen zoveel mogelijk vrij te stellen van belastingen, bestaan erfenissen voornamelijk uit duurzame luxegoederen, vastgoed en spaartegoeden. Hoewel elke vorm van kapitaal uiteindelijk kan worden omgezet in productieve investeringen, dragen deze kapitaalsvormen niet rechtstreeks bij aan economische groei. Integendeel, er zijn aanwijzingen dat excessieve accumulatie van goederen en vastgoed het economische systeem kan remmen. Door deze voornamelijk immobiele vormen van kapitaal te belasten, worden ze wellicht eerder omgezet in nieuwe bedrijven, investeringen in technologie en innovatief onderzoek, of neemt de speculatie op vastgoed af.

Fiscale Optimalisatie en Ontwijkgedrag

De vraag is uiteindelijk niet zozeer een kwestie van inkomsten, maar van eerlijke belastingen. Het is veelzeggend dat in het midden van de vorige eeuw zowel hoge marginale tarieven op arbeidsinkomsten (tot 90%) als hoge erfenisbelastingen (tot 50% en meer) van kracht waren. Deze hoge tarieven zijn de afgelopen 50 jaar gestaag afgebouwd, met een opvallend keerpunt in de jaren ’80.

Deze hervormingen in de erfenisbelasting zijn niet primair gemotiveerd door inkomensherverdeling, maar door fiscale optimalisatie. De stapsgewijze verlaging van tarieven heeft dan ook niet geleid tot een sterke afname van de overheidsinkomsten. Dit is te verwachten: hoe kapitaalkrachtiger iemand is, hoe meer mogelijkheden en achterpoortjes hij of zij heeft om successierechten te minimaliseren. Omdat belastingen pas aan het einde van het leven volgen, heeft de erflater veel tijd om manieren te vinden om de erfenis zo min mogelijk te belasten.

Een hoger tarief kan leiden tot meer ontwijkgedrag, terwijl men bij een lager tarief deze moeite wellicht minder neemt. Het argument om erfenisbelastingen niet te hoog te maken om ontwijkgedrag te vermijden, bevat echter een denkfout. Dit hangt namelijk ook af van de inspanningen van de overheid om ontwijkgedrag te voorkomen en te bestraffen. De erflater en de belastingdienst zijn hier verwikkeld in een kat-en-muisspel. In vergelijking met andere vormen van belasting lijkt de overheid hier laks op te reageren, vooral bij zeer grote erfenissen. Bovendien biedt de wetgeving vaak al meerdere mogelijkheden voor fiscale optimalisatie.

Conclusie en Aanbevelingen

Wij concluderen dat successierechten wereldwijd onder druk staan, vooral omdat ze worden gezien als een oneerlijke dubbele belasting op arbeidsinkomsten, waarvan de middenklasse de dupe is. Wij betogen echter dat successierechten kunnen worden gebruikt om excessieve rendementen op kapitaal te corrigeren, die schadelijk kunnen zijn voor zowel inkomensverdeling als economische groei. In een goed functionerend systeem van erfenisbelastingen worden vooral deze excessieve rendementen belast. Het huidige systeem lijkt echter, ondanks progressiviteit, vooral gericht op de erfenissen van de middenklasse.

Wij pleiten voor een eerlijke hervorming van het fiscale stelsel, waarbij successierechten worden behouden en de focus verschuift naar excessen. De overheid kan hier een proactieve rol in spelen door achterpoortjes in de wetgeving te sluiten en de nadruk te leggen op herverdeling. Er moet een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen belaste en onbelaste vormen van kapitaal om overbelasting van productief kapitaal te vermijden. Zo kunnen successierechten een dubbel doel dienen: de toenemende inkomensongelijkheid bij de bron aanpakken en kapitaal doorsluizen van een oververhitte vastgoedsector naar andere delen van de economie.

Christophe Heyndrickx werkt als onderzoeker bij Transport en Mobility Leuven (TML). Hij schreef deze bijdrage in het kader van de denktank Eleni.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content