Ewald Pironet

‘Grootbanken zouden een beetje beschaamd moeten zijn over hun lage rente’

Gaat u even zitten: dit jaar krijgen de Belgische banken bijna 10 miljard euro van de Nationale Bank. Professor internationale economie Paul De Grauwe (London School of Economics) omschrijft dat als ‘een cadeau op kap van de belastingbetaler’. Banken hebben bij de centrale bank een soort zichtrekening, en terwijl u en ik nul procent rente krijgen op onze zichtrekening en nog niet één procent op een klassieke spaarrekening, ontvangen de banken op hun rekening bij de centrale bank 3,75 procent.

De Europese commerciële banken hebben meer dan 3000 miljard euro bij de centrale banken staan. Het gevolg is dat de banken in de Eurozone dit jaar van hen pakweg 120 miljard zullen krijgen. Voor de Belgische banken ging het in 2023 over zo’n 8 miljard en dit jaar wordt het dus waarschijnlijk nog meer. ‘Het geld van de centrale bank komt eigenlijk toe aan de belastingbetaler,’ vindt De Grauwe, ‘en niet aan de banken. Het zou beter worden gebruikt om de overheidsfinanciën op orde te brengen of om te investeren in de economie, en niet om de winsten van de commerciële banken te vergroten.’ 

Eén jaar geleden werd op aangeven van minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) een staatsbon op één jaar gelanceerd tegen gunstige fiscale voorwaarden. Die kwam er omdat de banken de rentes op spaarboekjes niet verhoogden, ook al had de Europese Centrale Bank (ECB) de rente opgetrokken: op een klassiek spaarboekje bij een bank kreeg u hoogstens een totale rente van 0,90 procent. 

Eén jaar later krijgt u op een klassieke spaarrekening nog altijd maar een totale rente van rond de 0,90 procent, daar heeft de staatsbon niets aan veranderd. ‘De grootbanken bieden te weinig rente op hun klassieke spaarrekeningen’, zegt professor financiële economie Hans Degryse (KULeuven). ‘Ze zouden een beetje beschaamd moeten zijn dat ze de rente zo laag houden. En er is nog altijd geen sprake van concurrentie onder de grootbanken.’

Een toekomstige regering zou een minimale spaarrente kunnen invoeren als de spaarders structureel minder rente krijgen dan in onze buurlanden.

Dat was eind vorig jaar ook de conclusie van de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA), die toekijkt of er voldoende concurrentie is in ons land. Zij zegt in een advies dat ‘de markt voor bankdiensten aan particulieren in België momenteel historisch sterk geconcentreerd is en de kenmerken vertoont van een oligopolie dat gedomineerd wordt door vier grote spelers: BNP Paribas Fortis, KBC/CBC, Belfius en ING.’

Dat ‘oligopolie’, waarbij slechts enkele marktspelers actief zijn, zorgt ervoor dat ‘de spelers het gedrag van hun concurrenten gemakkelijk kunnen observeren en een soortgelijke koers kunnen volgen die hun gedeelde belangen weerspiegelt’. De BMA merkt op dat de vier grootbanken de neiging hebben om ‘in peloton te rijden’ en consumentenproducten aan te bieden tegen vrijwel vergelijkbare commerciële voorwaarden. De rentetarieven op spaarrekeningen zijn daar een duidelijk voorbeeld van.

Om de concurrentie onder de banken te bevorderen en hogere spaarrentes te krijgen, formuleerde de BMA enkele adviezen, te beginnen met heldere informatie voor de klanten zodat die makkelijker het voordeligste aanbod kunnen kiezen. Er zou ook een einde moeten komen aan het systeem van de getrouwheidspremie waar je pas na 12 maanden recht op hebt, want dat bemoeilijkt spaarboekjes vergelijken en snel overstappen naar een andere bank. Ze pleit ook voor een ‘wijziging in de fiscale regelgeving’: nu zijn de opbrengsten van een spaarboekje tot 1020 euro vrijgesteld van belastingen, maar dat zou moeten worden uitgebreid naar andere beleggingen en spaarproducten, zodat de concurrentie groter wordt.

In de ‘supernota’ die op tafel lag bij de regeringsonderhandelingen onder leiding van formateur Bart De Wever (N-VA), tussen N-VA, CD&V, Vooruit, MR en Les Engagés, is er sprake van om het bijzondere statuut van het spaarboekje aan te pakken. Dat werd mee ingegeven door de vaststelling: als de banken mordicus weigeren om de concurrentie met elkaar aan te gaan, zal de regering hen daartoe dwingen. 

Zo zou de rente op het spaarboekje eenvoudiger worden met de afschaffing van de getrouwheidspremie. De vrijstelling van de roerende voorheffing zou niet langer alleen voor spaarboekjes gelden maar ook de interesten van termijnrekeningen, staatsbon en andere roerende inkomsten zouden worden samengeteld en tot een bepaald bedrag vrijgesteld worden van belastingen. En een toekomstige regering zou een minimale spaarrente kunnen invoeren als de spaarders structureel minder rente krijgen dan in onze buurlanden.

Van het recupereren van de 10 miljard euro die de banken jaarlijks krijgen is geen sprake.

Nu u binnenkort uw staatsbonwinst krijgt: wat doet u het best met uw vrijgekomen geld?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content