Econoom Gert Peersman: ‘De banken kunnen de spaarders gerust wat meer geven’
Worden de banken slapend rijk dankzij de hoge rente van de Europese Centrale Bank (ECB)? ‘Ja,’ zegt econoom Gert Peersman (UGent), ‘maar dat is het gevolg van het jarenlange gratis-geldbeleid.’
Op donderdag 7 maart maakte de voorzitster van de Europese Centrale Bank (ECB), Christine Lagarde, bekend de rente in de eurozone opnieuw te handhaven op het recordniveau van 4 procent. Daarbij hintte ze wel naar een mogelijke renteverlaging in juni, en dat is sneller dan verwacht. Maar daarvoor moet eerst de inflatie in de eurozone verder dalen. Die nam de laatste maanden af tot 2,6 procent in februari. Daarmee komen de prijsstijgingen langzaam in de buurt van het ECB-doel van 2 procent. Toch handhaaft de ECB voor de vierde keer op rij de rentepauze.
‘Een schande’, noemde econoom Paul De Grauwe (London School of Economics) dat in De Morgen. ‘De banken profiteren massaal van die hoge rente’, zei hij. ‘Ze krijgen nu 4 procent rente op de zichtrekeningen die ze bij de ECB hebben. Maar hoeveel geven zij via zichtrekeningen aan hun klanten? Nul procent.’ Aldus, vervolgt De Grauwe, stoppen de ECB en de centrale bankiers de banken miljarden toe. Voor de Belgische banken gaat het om 10 miljard euro per jaar, in de hele eurozone om 140 miljard per jaar.
De vaststelling klopt misschien, maar de kritiek is eigenlijk niet terecht, reageert collega-econoom Gert Peersman. ‘De banken kunnen geld parkeren bij de ECB en krijgen daar inderdaad 4 procent rente over. Maar ze kunnen er evengoed op de financiële markten overheidsobligaties mee kopen. En dan krijgen ze exact dezelfde rente.’
Gratis-geldbeleid
‘Bovendien’, zegt Peersman, ‘is wat critici vandaag aan de kaak stellen uiteindelijk het gevolg van het soepele monetaire beleid van de ECB tot en met 2022 − “het gratis-geldbeleid” waarvan De Grauwe en ikzelf felle pleitbezorgers waren.’ Door dat beleid is in de eurozone heel veel geld in omloop gekomen. Toen de rente laag was, heeft de ECB daar heel veel geld op verdiend, ten koste van de banken, die de negatieve rente niet konden doorrekenen aan hun klanten. Maar al dat geld staat nu nog altijd bij banken, en die krijgen daar vandaag dus sowieso een hoge rente op: via beleggingen, of via de ECB.’
(lees verder onder de preview)
Los daarvan vindt ook Peersman dat banken die nu zonder extra inspanning hoge winsten maken, spaarders mee in die winst zouden kunnen laten delen. ‘De banken kunnen de spaarders gerust wat meer geven. Met de eerste staatsbon eind vorig jaar heeft de federale regering dankzij de verlaagde roerende voorheffing een heel klein beetje druk op banken weten te zetten. Bij de tweede staatsbon is dat fiscale voordeel weggevallen. Daardoor zitten de banken opnieuw in een zetel en hoeven ze niet te bewegen.’
Woke en incompetent
De Nederlandse macro-econoom Edin Mujagic vindt dat de kritiek van vakgenoot Paul De Grauwe hout snijdt, maar ziet dit ook als een uitloper van eerder, in zijn ogen slecht ECB-beleid. ‘Het beleid van de ECB is de kern van het probleem’, laat Mujagic weten via e-mail. Van politieke overheden die banken zouden nudgen of zelfs dwingen om hun klanten hogere rentes te geven, is Mujagic bepaald geen voorstander: ‘Die hogere rentes komen er wel, als er maar veel concurrentie is tussen banken. Daar moet de overheid voor zorgen. Maar een overheid die banken voorschrijft hoeveel rente ze moeten geven aan hun klanten? Dat zou ik onverstandig en zelfs gevaarlijk vinden, omdat de overheid dan op de stoel van de bankier zou gaan zitten en zou bepalen hoeveel winst voldoende is en hoeveel niet.’
Het zou onverstandig en zelfs gevaarlijk zijn als een overheid banken voorschrijft hoeveel rente moeten geven aan hun klanten.
Nog een centraal punt van zorg en kritiek luidt dat de ECB, door recordrentes te handhaven bij dalende inflatie, de economische groei nodeloos fnuikt. Want geld duur maken betekent dat kredieten en investeringen duur blijven, en dat bedrijven en consumenten de vinger op de knip houden. De ECB gaf echter aan de rente te willen verlagen zodra het kan, maar de omstandigheden zijn er volgens Lagarde nog niet naar.
Te vroeg?
‘En daar ben ik het helemaal mee eens,’ aldus Mujagic. ‘Ik vind eerder dat de ECB de rente te vroeg lijkt te willen gaan verlagen, nadat de centrale bank de rente niet voldoende had verhoogd in de eerste plaats! De inflatieramingen van de ECB zitten er bovendien structureel naast, in de zin dat de bank keer op keer een daling naar 2 procent verwachtte die maar niet kwam. De kans is heel groot dat de inflatie dit of volgend jaar naar 2 procent zal dalen, maar het is zeer de vraag of dat blijvend zal zijn. Zaken als deglobalisering, toenemende schaarste van arbeid, hoge begrotingstekorten en energietransitie werken de komende jaren eerder inflatie-opdrijvend dan inflatie-afremmend.’
Gert Peersman vindt een mogelijk lagere rente in juni aanstaande best verdedigbaar. ‘De ECB moet haar beleid en de signalen die ze nu afgeeft stoelen op haar economische modellen. Daaruit komt de suggestie naar voren dat het misschien juni kan worden. Wie zegt dat het al vroeger kan, denkt dus dat de inflatie sneller zal dalen dan wat de modellen aangeven. Maar een onderliggende trend is dat de lonen in de eurozone op dit moment nog aan het stijgen zijn, een soort van vertraagd effect van de energiecrisis in veel landen die geen automatische loonindexering zoals België hebben. Die loonstijgingen zijn persistent en kunnen een paar jaar aanslepen. Dat voedt weer de inflatie. Het verklaart ook waarom de ECB het rustig aan doet, en niet te snel het gaspedaal weer wil indrukken,’ zegt hij. ‘Je kunt dat conservatief en op veilig spelen noemen. Maar voor hetzelfde geld ga je nu al versoepelen, laait de inflatie weer sterk op, en kan je weer van nul af aan beginnen met je anti-inflatiebeleid. Tenslotte zitten we in de eurozone niet met een diepe economische recessie. De groei is weliswaar heel laag, maar ook niet negatief.’
Recent uitte het ECB-personeel scherpe kritiek op het functioneren en het leiderschap van voorzitster Christine Lagarde, die autoritair, woke en incompetent werd genoemd. Zo is er dus vanuit verschillende hoeken gemor te horen, zowel over de stijl als over het beleid van Lagarde.