Belgisch gezin heeft gemiddeld 555.000 euro en is rijker dan elders in Europa
Een gemiddeld gezin in België bezit 555.000 euro en is daarmee een stuk rijker dan huishoudens in de meeste andere landen. Op het vlak van ongelijkheid bevinden we ons in de middenmoot, maar vooral alleenstaande vrouwen zijn kwetsbaar.
Het totale nettovermogen van de Belgische gezinnen bedroeg eind 2022 naar schatting 2800 miljard euro, zo blijkt uit een studie van de Nationale Bank.
Dat komt neer op gemiddeld 555.000 euro per huishouden. Het nettovermogen bestaat uit de activa van de huishoudens (zoals spaarrekeningen, aandelen, obligaties, woning, voertuigen enzoverder) min de passiva (zoals een hypothecaire lening of een consumentenkrediet). De Belgische gezinnen zijn vrij rijk in vergelijking met de huishoudens in de meeste andere Europese landen.
Die 555.000 euro voor een Belgische gezin komt overeen met negen keer het bedrag van hun jaarlijkse inkomen, en dat is hoger dan in de meeste andere landen van Europa. In Spanje ligt die verhouding een heel klein beetje hoger en in Luxemburg duidelijk hoger dan bij ons: daar komt de gemiddelde rijkdom van een huishouden overeen met 13 keer het jaarlijkse inkomen. In onze buurlanden ligt het lager. In Frankrijk ligt de verhouding nettovermogen en het jaarlijkse inkomen op 8, in Duitsland is dat 7 keer en in Nederland 6,5 keer. Het gemiddelde in Europa is 7 keer.
Gemiddeld steeg het nettovermogen van een Belgisch huishouden tussen 2012 en 2022 met 36 procent. Dat is minder dan het Europese gemiddelde van 49 procent, en ook minder dan in de meeste andere Europese landen.
Waarom België tot de rijkste landen ter wereld behoort
Vastgoed en spaarboekje
Vastgoed staat in voor de helft van de rijkdom van een gemiddeld Belgisch gezin. Dat is minder dan het gemiddelde in het eurogebied, waar het 59 procent is. De waarde van het vastgoed weegt dan ook zwaar door bij de Europese vergelijking. Het is opmerkelijk dat de vastgoedprijs in ons land tussen 2012 en 2022 minder uitgesproken steeg dan in veel andere Europese landen: in ons land stegen de vastgoedprijzen in die periode met ‘slechts’ 37 procent , tegen bijvoorbeeld 81 procent in Duitsland en zelfs 118 procent in Luxemburg.
De rijkdom van een gemiddeld Belgisch huishouden bestaat voor 13 procent uit deposito’s (zicht- aan spaarrekeningen), en dat is dan weer hoger dan in de meeste andere Europese landen.
Ongelijkheid
De Belgische gezinnen zijn dus relatief rijk, maar dat wil niet zeggen dat ze allemaal rijk zijn, want het nettovermogen is ongelijk verdeeld. Hoe zit het met die ongelijkheid in ons land?
De bekendste graadmeter van ongelijkheid is de Gini-coëfficiënt: hoe dichter men bij het cijfer 1 zit, hoe ongelijker het vermogen is verdeeld. België heeft nu 0,69 als Gini-coëfficiënt en daarmee zitten we juist in de middenmoot van Europa.
De grootste ongelijkheid vinden we in Oostenrijk met een Gini-coëfficiënt van 0,78. Maar ook in Duitsland (0,77) en Frankrijk (0,71) is de rijkdom ongelijker verdeeld dan bij ons. In Nederland (0,66) is er dan weer wat meer gelijkheid. In Malta en Slowakije (beide 0,55) is de ongelijkheid in Europa het kleinst.
Alleenstaande moeders
De Nationale Bank stipt aan dat de ongelijkheid in een samenleving het gevolg kan zijn van individuele voorkeuren en keuzes in het onderwijssysteem, op de arbeidsmarkt, de financiële markten enzoverder. Dat zijn dus beslissingen die we (in belangrijke mate) zelf kunnen nemen.
Maar de verschillen in vermogen zijn ook toe te schrijven aan diverse omstandigheden waarover we geen controle hebben, zoals geslacht, handicap, afkomst, opgroeien in een arme familie of aan toeval – denk aan ongevallen, ziekte, economische crisis.
Vier groepen doen het daarbij bijzonder slecht in ons land en worden zwaarder getroffen door de ongelijkheid: eenoudergezinnen, gezinnen met een laag inkomen, mensen die geen eigen huis bezitten en alleenstaande vrouwen. Vooral deze laatste zijn zeer kwetsbaar omdat zij vaak een aantal minder gunstige zaken combineren, zoals een laag inkomen, slechte arbeidsmarktsituatie, beperkte mogelijkheden om te investeren in de opleiding van hun kinderen en geen evenwicht tussen gezin, werk en vrije tijd.
Ook voor rijken is een meer gelijke samenleving voordelig
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier