Factcheck: ‘Vrouwelijke professor heeft dubbel zoveel publicaties nodig voor even goede beoordeling als mannelijke collega’

© Steve Michiels

Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier meer over hoe we werken.

Dat hoorden we professor tumor-immunologie Evelien Smits (UAntwerpen) onlangs op Radio 1 vertellen. Maar klopt die uitspraak wel?

Vorige week hekelde de Jonge Academie, een groep jonge wetenschappers, de vooroordelen waardoor vrouwen aan onze universiteiten nog altijd moeilijker dan mannen doorstromen naar de top. Amper één op de vier professoren aan onze universiteiten is een vrouw, en dat terwijl er meer vrouwen afstuderen dan mannen, hoorden we op Radio 1. ‘Leiderschap en excellentie worden eerder geassocieerd met man zijn’, zei professor tumor-immunologie Evelien Smits (UAntwerpen) van de Jonge Academie. ‘Dat vooroordeel zorgt er bijvoorbeeld voor dat een vrouwelijke professor twee keer zoveel wetenschappelijke publicaties nodig heeft om een even goede beoordeling te krijgen als haar mannelijke collega.’

De vooroordelen zijn minder sterk dan twintig jaar geleden, maar net als in andere sectoren zijn ze ook bij universiteiten de wereld niet uit.

Twee keer zoveel?

Het ‘nog voorzichtig uitgedrukte’ cijfer komt uit een Zweedse studie gepubliceerd in 1997, zegt Evelien Smits aan de telefoon. Die onderzocht of het selectiesysteem van de Zweedse Medische Onderzoeksraad, een van de belangrijkste fondsen voor biomedisch onderzoek daar, vrouwen en mannen op gelijke basis evalueerde. ‘Het ging om mannelijke en vrouwelijke onderzoekers met een doctoraat, op het moment dat ze op een vacature tot professor konden solliciteren’, zegt Smits. ‘Een vrouwelijke kandidaat moest 2,5 keer productiever zijn dan de gemiddelde mannelijke kandidaat om dezelfde competentiescore te krijgen als hij’, lezen we inderdaad in Nature, in de publicatie van Christine Wennerås en Anges Wold uit mei 1997.

Maar Zweden is Vlaanderen niet. En vooral: is er de afgelopen twintig jaar niet veel veranderd?

Zeker wel, erkent Nathalie Boelens, communicatieverantwoordelijke van de Jonge Academie. ‘De situatie is sterk verbeterd, zelfs al in vergelijking met een paar jaar geleden’, zegt ze verwijzend naar het eerste genderactieplan van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) uit 2012. ‘Maar het gaat te traag. Als we in het huidige tempo voortdoen, is het aantal mannelijke en vrouwelijke proffen pas gelijk in 2050.’

Onderzoek zoals de als ‘referentiepunt’ erkende Zweedse bestaat niet voor België of Vlaanderen, zegt politicologe en hoogleraar Petra Meier (UAntwerpen), die expertise heeft in genderstudies.

Een studie uit 2015 is er wel bij de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (de tegenhanger van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) in Vlaanderen), en in 2016 verscheen er een bij ERC, de meest prestigieuze Europese onderzoeksbeurzen. Beide laten nog altijd een onevenwicht zien.

En het FWO? Secretaris-generaal Hans Willems beklemtoont de inspanningen van het FWO tegen genderongelijkheid. ‘We zien er streng op toe dat er binnen de evaluatieprocedure geen ongelijke criteria worden gehanteerd tussen mannelijke en vrouwelijke aanvragers, noch tussen nationaliteiten, onthaalinstelling, enz. Alle elementen naast het zuiver wetenschappelijke, mogen geen rol spelen in de evaluatie. Om panelleden hier ook terdege bewust van te maken, wordt er niet alleen een strikte gedragscode gehanteerd, maar tonen wij hen ook het filmpje van onze collega’s van de Royal Society betreffende mogelijke onbewuste bias binnen het evaluatieproces.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Uit de cijfers over de toekenning van mandaten aan het FWO blijkt er ook geen genderongelijkheid te zijn, zegt Hans Willems. ‘Ook op postdoctoraal niveau liggen de slaagcijfers van mannen en vrouwen in elkaars buurt.’ Toch is slechts vier op de tien FWO-postdocs een vrouw. ‘Ik kan vertekening niet voor 100 procent uitsluiten, maar wat opvalt: vrouwen stellen zich hier minder kandidaat’, zegt Willems.

Dat lezen we ook in het Gelijkekansenrapport van de VLIR uit 2018. ‘De vooroordelen zijn minder sterk dan twintig jaar geleden, maar net als in andere sectoren zijn ze ook bij universiteiten de wereld niet uit’, benadrukt Koen Verlaeckt, secretaris-generaal van de VLIR. ‘Een gemengde task force maakt de stand van zaken op, en formuleert nieuwe maatregelen tegen begin juli 2019. ‘

Statistische gegevens over het personeel aan de Vlaamse universiteiten vindt u hier.

Conclusie

Knack beoordeelt de stelling als grotendeels waar. Vlaanderen is niet Zweden in de jaren 1990. Maar impliciete vooroordelen tegen vrouwen zijn de academische wereld niet uit.

Krasse uitspraak, straf cijfer of dito feit in de actualiteit gezien? Stuur uw vraag met exacte bronvermelding van het citaat naar factchecker@knack.be

Partner Content