Factcheck: nee, studie bewijst niet dat er twintig keer meer mensen sterven van de kou dan van de hitte

Jean-Marie Dedecker: 'We worden geregeerd door de feitelijke premier Vandenbroucke en zijn sidekick Van Ranst.' © BelgaImage
Karin Eeckhout

Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier meer over hoe we werken.

‘Er sterven in het Westen twintig keer meer mensen van de kou dan van de hitte’, zegt politicus Jean-Marie Dedecker in een interview met Humo. Daarvoor bestaat geen bewijs. Dedeckers uitspraak blijkt gebaseerd op een verouderde en niet representatieve studie, die oorzakelijke verbanden suggereert waar er geen zijn.

Op 16 augustus verschijnt in Humo een interview met Jean-Marie Dedecker, onafhankelijk Kamerlid en burgemeester van Middelkerke. In dat interview minimaliseert Dedecker de gevolgen van de opwarming van de aarde. Terwijl de ‘woke klimaatmedia ons bang willen maken’ beleeft de kustburgemeester naar eigen zeggen de mooiste zomer van zijn leven, met dank aan de hoge temperaturen die zijn kustgemeente doen bruisen.

In het interview doet Dedecker een aantal uitspraken waarover lezers ons mailen met de vraag of ze wel kloppen. We pikken er voor deze factcheck één opvallende uitspraak uit: ‘Er sterven in het Westen twintig keer meer mensen van de kou dan van de hitte’. 

We nemen contact op met Jean-Marie Dedecker en vragen naar zijn bron voor die uitspraak. Via e-mail laat hij weten dat het cijfer komt uit een artikel van The Lancet, en dat hij de bewuste uitspraak al deed in zijn wekelijkse column op Knack.be op 10 september 2017. Hij voegt er fijntjes aan toe dat zijn columns altijd door de redactie van Knack worden nagekeken vooraleer ze gepubliceerd worden.

Koudedoden

Het klopt inderdaad dat Dedecker in die Knack-column verwees naar een artikel in The Lancet: ‘The Lancet publiceerde een onderzoek op 74 miljoen doden dat liep van 1985 tot 2012 in 13 landen met verschillende socio-economische achtergronden en diverse klimaatomstandigheden. Het onderzoek kwam tot het besluit dat 5,4 miljoen overlijdens gerelateerd waren aan de koude en amper 311.000 aan de hitte. Koude is dus 20 keer dodelijker dan warmte, want de koude heeft een veel grotere invloed op ons cardiovasculair en respiratoir systeem dan de warmte’, schreef Dedecker toen.

Het bewuste artikel in The Lancet blijkt een publicatie uit 2015 met als titel ‘Climate and health: mortality attributable to heat and cold’ (Klimaat en gezondheid: mortaliteit toe te schrijven aan hitte en koude). ‘Hoewel op de meeste plaatsen meer overlijdens toe te schrijven zijn aan de koude dan aan de hitte, krijgen die eerste veel minder publieke aandacht’, lezen we daar. Ook het cijfer dat Dedecker aanhaalt – 20 keer meer doden door kou dan door warmte – vinden we in het artikel terug. 

We klikken door naar de studie zoals ze werd gepubliceerd in ScienceDirect. Voor het bewuste onderzoek werden data verzameld over dagelijkse mortaliteit, temperatuur en andere variabelen  in 13 landen:  Australië, Brazilië, Canada, China, Italië, Japan, Zuid-Korea, Spanje, Zweden, Taiwan, Thailand, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Anders dan in het citaat van Dedecker in Humo, gaat het dus niet enkel over landen ‘in het Westen’. 

De studie analyseerde 74.225.200 overlijdens in verschillende periodes tussen 1985 en 2012. De datacollectie vinden we terug in de appendix. Daar zien we dat de data vaak slechts gaan tot ongeveer 2010, en dat er voor elke stad/regio op andere momenten data zijn verzameld, bovendien vaak slechts over één of enkele jaren. ‘Echt representatief is dat niet’, reageert statisticus Joris Meys (Universiteit Gent). ‘De periode 2016-2022 is ook beduidend warmer geweest dan de periodes waarover de onderzoekers data hadden. Dat zie je bijvoorbeeld in figuur 1, waar de X-as voor Londen tot 30 graden gaat, terwijl het dit jaar en ook in de voorbije jaren een pak warmer was.’

Geen oorzakelijk verband

‘De door de onderzoekers gebruikte modellen tonen op geen enkele manier een causaal verband aan’, luidt Meys’ belangrijkste kritiek op de door Dedecker aangehaalde studie. ‘De onderzoekers corrigeren uitsluitend voor seizoen, fijn stof, luchtvochtigheid en ozonconcentratie. Alle variatie in sterfte die niet door één van die variabelen wordt “verklaard”, wijten ze aan de temperatuur. Met statistische technieken zie je wel een associatie tussen temperatuur en sterfte, maar geen oorzakelijk verband. Het gaat dus niet om mortaliteit door koude. Er wordt hier een schijnverband gecreëerd tussen twee niet-gerelateerde variabelen.’

Het is voor Meys duidelijk waarom dat problematisch is. ‘Neem nu ozonconcentratie. Die is sterk gecorreleerd met temperatuur. De doden die in hun model worden toegewezen aan ozonconcentratie, worden niet geteld als “effect van temperatuur”. Terwijl een hoge ozonconcentratie een van de oorzaken is van oversterfte tijdens hittegolven.’

Ook biologe en klimaatonderzoeker Sara Vicca (UAntwerpen) heeft de bewuste studie bekeken. Zij deelt de analyse van Meys. ‘De studie levert geen waterdicht bewijs voor de stelling dat er door koude meer mensen stierven dan door hitte – tot ongeveer 2010 tenminste, aangezien de studie toen stopte – want ze is louter gebaseerd op correlatie-analyses. Anderzijds geeft de studie wel een indicatie dat er een vrij groot verschil is in mortaliteit op zeer koude versus zeer warme dagen, maar zonder de extreme hitte van de afgelopen jaren in rekening te nemen. Het is niet onbegrijpelijk dat een leek zoals Jean-Marie Dedecker hier een rechtstreeks bewijs ziet voor de stelling dat koude meer doodt dan hitte. Of het klopt of niet, kunnen we op basis van die studie echter niet zeggen, omdat er nog heel wat factoren zouden kunnen spelen die niet in rekening gebracht werden. Neem bijvoorbeeld het aantal zelfmoorden: een groter aantal zelfmoorden op zeer koude dan op zeer warme dagen zou in deze studie mee verrekend zijn in het temperatuureffect.’

Hittedoden

De gegevens voor België – dat niet in de studie was opgenomen – tonen volgens Meys trouwens een ander beeld: ‘Als je op de website van Sciensano kijkt naar de overlijdensdata, dan zie je tussen de covidpieken en de grieppiek van maart 2018 in de zomer duidelijk de hittegolven die we gehad hebben. Je ziet ook duidelijk het “golvende” patroon door het feit dat er in de herfst, lente en winter meer mensen sterven dan in de zomer om allerhande redenen – behalve dan tijdens hittegolven.’

Detail

Maar eigenlijk doet dit allemaal niet terzake, meent Meys. ‘Je zult inderdaad sneller doodgaan door onderkoeling bij 10 graden dan door oververhitting bij 35 graden Celsius. Maar niemand beweert dat dit het grote risico is van de klimaatverandering. Integendeel: hongersnood, langdurige droogtes, mislukte oogsten, modderstromen, het verdwijnen van ecosystemen, uitbraken van epidemieën in overstroomde regio’s, enzovoort, dat zijn de grote risico’s. De “extra gezondheidsrisico’s door hitte” worden slechts ingeschat als een miniem aspect van de impact van de klimaatverandering, zoals bijvoorbeeld blijkt uit documenten van het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change). De relatie tussen overlijden en temperatuur is complex maar uiteindelijk slechts een detail in het grotere plaatje, en in vele gevallen een poging om de aandacht af te leiden van de opeenvolging van natuurrampen die minstens voor een stuk aan klimaatverandering te wijten zijn.’

Die analyse deelt Sara Vicca: ‘Of er nu meer of minder mensen sterven op koude of warme dagen, is onbelangrijk in de hele discussie. Klimaatverandering gaat over veel meer dan over wat meer warme of hete dagen. Het is de cascade van effecten, bijvoorbeeld hitte – droogte – mislukte oogsten  – prijsstijgingen – sociale onrust – oorlog, die verontrustend is en veel meer slachtoffers maakt dan een hete dag. Eén mogelijk positief effect van klimaatverandering weegt helemaal niet op tegen de vele nefaste gevolgen.’

Afrika

Ondertussen stuurde Dedecker nog twee studies door die volgens hem bevestigen dat koude dodelijker is dan hitte. ‘Volgens een analyse in het vakblad The Lancet Planetary Health stierven er tussen 2000 en 2019 wereldwijd elk jaar ruim 5 miljoen mensen als gevolg van “niet-optimale” temperatuur. Zet je sterfte in functie van de temperatuur uit in een grafiek, dan krijg je een min of meer U-vormige curve. Het risico om te sterven is het laagst bij de zogenoemde minimale mortaliteitstemperatuur (MMT), en neemt toe wanneer het kouder of warmer wordt. Volgens de studie sterven jaarlijks ruim 4,5 miljoen mensen doordat de temperatuur lager ligt dan de MMT, en een kleine 500.000 omdat het warmer is’, schrijft Dedecker in een e-mail.

Meys is niet onder de indruk: Ook deze studie toont geen causaal verband aan. Er wordt nergens bewezen dat mensen sterven als gevolg van een niet-optimale temperatuur, enkel hoeveel mensen sterven bij een niet-optimale temperatuur. Volgens deze studie zou de oversterfte door koude het grootst zijn in Afrika ten zuiden van de Sahara: tot meer dan 25 procent  extra kans op sterven bij temperaturen rond 25 graden Celsius. Dedecker zou zich wat meer bewust mogen zijn van het verschil tussen “sterven door koude” en “het relatieve risico om te sterven in een periode met lagere temperaturen dan gemiddeld”. De onderzoekers modelleren het laatste, niet het eerste.’

Mexico

De e-mail van Dedecker bevat ook een bijlage waarin een Mexicaanse studie wordt beschreven waaruit zou blijken dat koud weer 95 keer meer mensen doodt dan hitte. Volgens Sara Vicca vertoont die studie dezelfde problemen als de eerste door Dedecker aangehaalde studie: om te beginnen er is geen causaal verband aangetoond. ‘Bovendien kan ze niet zomaar geëxtrapoleerd worden naar de hele wereld’, benadrukt de klimaatwetenschapper. ‘Zoals de onderzoekers aangeven, is de mortaliteit op koudere dagen het meest uitgesproken bij de armere bevolking. De socio-economische toestand van Mexico, een ontwikkelingsland, is niet vergelijkbaar met de situatie bij ons.’

Conclusie

‘Er sterven in het Westen twintig keer meer mensen van de kou dan van de hitte’, zegt politicus Jean-Marie Dedecker in een interview met Humo. Voor die uitspraak bestaat echter geen bewijs. Dedecker heeft zich gebaseerd op een verouderde en niet representatieve studie, die oorzakelijke verbanden suggereert waar er geen zijn.

Bronnen

In het artikel vindt u links naar alle gebruikte bronnen.

Bovendien werden voor deze factcheck de volgende mensen gecontacteerd:

– Telefoongesprek en mailverkeer met Jean-Marie Dedecker tussen 17 en 19 augustus 2022

– Telefoongesprek en mailverkeer met Joris Meys tussen 18 en 22 augustus 2022

– Telefoongesprek en mailverkeer met Sara Vicca tussen 19 en 22 augustus 2022

Alle bronnen werden laatst geraadpleegd op 22 augustus 2022.

Partner Content