Factcheck: nee, de Belgische staat betaalde geen 2,8 miljoen euro voor de klimaattop

Volgens een artikel op de nieuws- en opiniesite Doorbraak zou de Belgische staat 2,8 miljoen euro hebben betaald voor de klimaattop in Azerbeidzjan. In de berekening zijn echter een aantal bedragen meegenomen die volgens de organisatie die de klimaattoppen organiseert niet worden gebruikt voor die klimaattoppen.

Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier meer over hoe we werken.

Op 14 november verschijnt op de nieuws- en opiniesite Doorbraak (hier gearchiveerd) een artikel met als titel ‘Belgische staat de grootste betaler van klimaattoppen’. Volgens de auteur van het stuk betaalde de Belgische staat meer dan 2,8 miljoen euro voor de COP29 in Azerbeidzjan, en dat zou op vijf andere landen na het grootste bedrag zijn. Per inwoner zou België 0,24 euro betalen, ‘meer dan gelijk welk ander land’.

Dat België de topbetaler is aan de klimaattoppen, komt volgens Doorbraak door een vrijwillige bijdrage die beslist werd door federaal minister van Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal Zakia Khattabi (Ecolo) en die werd goedgekeurd door de ministerraad. ‘België schonk vrijwillig 2.491.160 euro bovenop de afgesproken 304.496 dollar lidgeld. Plus nog eens 143.502 euro extra voor een derde geldpotje van het organiserende UNFCCC, een zusterafdeling van de Verenigde Naties,’ lezen we.

Klopt het dat België  2,8 miljoen euro betaalde voor de klimaattop?


Via de woordvoerder van federaal minister van Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal Zakia Khattabi (Ecolo) komen we terecht bij haar kabinetschef Bernard Mazijn. 

Zowel aan de telefoon als via e-mail is Mazijn formeel: ‘De bedragen waarnaar Doorbraak verwijst, gaan niet over de financiering van de klimaattop. Ze vormen de uitvoering van een onderdeel van de internationale klimaatfinanciering, een belangrijk luik van het Akkoord van Parijs (art. 9) uit 2015.’  Die klimaatfinanciering slaat op het geld dat van rijke naar armere landen moet vloeien om tegemoet te komen aan de gevolgen van de klimaatverandering.


‘Op Belgisch niveau heeft het Vivaldi-regeerakkoord de duidelijke ambitie uitgesproken om onze inspanningen voor de internationale klimaatfinanciering te verhogen, los van het budget voor ontwikkelingssamenwerking’, zegt Mazijn. ‘De ministerraad van 23 oktober 2020 heeft, in uitvoering van dat regeerakkoord, beslist om een bedrag van 12 miljoen euro extra toe te kennen aan de internationale klimaatfinanciering.’

Factcheck: nee, India heeft geen 100 miljard dollar aan klimaatfinanciering voor zichzelf geëist

‘Het is hoofdzakelijk uit dit bedrag dat de in Doorbraak genoemde vrijwillige bijdragen worden betaald’, gaat Mazijn verder, ‘maar anders dan Doorbraak schrijft, gaat het grootste deel van dat geld niet naar bijdragen voor de financiering van klimaattoppen, maar wel naar het secretariaat van het Klimaatverdrag (UNFCCC), en wordt het geld voornamelijk gebruikt voor capaciteitsopbouw in de ontwikkelingslanden.’ 

‘Capaciteitsopbouw’ betekent hier, bijvoorbeeld, het opstellen van de inventarissen van broeikasgassen die de landen op geregelde tijdstippen verplicht moeten voorleggen. ‘Het geld van het UNFCCC wordt onder meer gebruikt om experten in ontwikkelingslanden op te leiden voor het correct verzamelen van data en het correct opmaken van de rapporten die elk land op regelmatige basis moet voorleggen om de uitvoering van de klimaatverdragen te monitoren en voor de opmaak van nationale adaptatieplannen’, zegt Peter Wittoeck, diensthoofd klimaatverandering bij de FOD Volksgezondheid (DG Leefmilieu).  

‘Slechts een klein deel van die 12 miljoen euro wordt gebruikt om vertegenwoordigers uit ontwikkelingslanden die naar de klimaattoppen willen komen, te ondersteunen’, aldus nog Mazijn.


Wat betaalt België nu precies aan UNFCCC?

Verplichte bijdrage aan UNFCCC (United Nations Framework Convention on Climate Change) van België als verdragsluitende partij van 304.496 euro. Op de website van UNFCCC wordt dit als percentage weergegeven.

Vrijwillige bijdragen aan UNFCCC: in uitvoering van het Akkoord van Parijs, luik internationale klimaatfinanciering:

– Voor de periode 2021-2024 werd beslist om jaarlijks 750.000 euro te betalen voor capaciteitsopbouw in ontwikkelingslanden, concreet dan het opstellen van broeikasgasinventarissen. Het geld daarvoor komt uit de voorziene 12 miljoen euro bijkomende klimaatfinanciering;

– Voorgaande jaren werd ook 750.000 euro gegeven aan het project Central Africa Forestry Initiative (CAFI). Omdat er problemen waren met dit project werd eind 2023 beslist dit bedrag niet aan CAFI te spenderen, maar wel eenmalig uitzonderlijk aan die capaciteitsopbouw ‘broeikasgasinventarissen’;

– Eind vorig jaar is beslist over de bestemming van de extra middelen uit het  Europese Emissiehandelssysteem. Die gaan voor 50 procent naar leefmilieu en voor 50 procent naar ontwikkelingssamenwerking. Het gaat om 750.000 euro, waarvan 667.375 euro wordt gebruikt voor capaciteitsopbouw en 82.625 euro voor de deelname van experten uit ontwikkelingslanden aan klimaattoppen;

– Daarbij komt nog het bedrag van 101.249 euro die de Uitgebreide Interministeriële Conferentie Leefmilieu (UICL) heeft beslist om toe te voegen als bijdrage aan de capaciteitsopbouw. Dit is dus een gemeenschappelijke bijdrage van de federale overheid en de drie gewesten.

Zo komen we aan een bedrag van 2.268.624 euro. UNFCCC boekt dit in als 2.491.160 dollar. 

Wat betaalt België nu precies voor de klimaattoppen? 


België betaalt 82.625 euro voor de deelname van experten uit ontwikkelingslanden aan de klimaattoppen. Dit is een eenmalige verhoging door de federale overheid van de beslissing van de Uitgebreide Interministeriële Conferentie Leefmilieu (UICL) om voor 2024 +/- 42.000 euro vast te leggen.


Zo komen we aan een bedrag van 123.447 euro (82.625 euro + +/- 42.000 euro) als financiële bijdrage van België aan de klimaattoppen. Dat is een heel stuk minder dan de 2,8 miljoen euro van Doorbraak.

We nemen ook contact op met de persdienst van UNFCCC. ‘Net zoals bij alle andere COP’s werden de organisatiekosten van COP29 gedragen door het gastland en niet gedekt door nationale bijdragen aan het UNFCCC,’ laat Peter Kronish via e-mail weten.

In diezelfde mail legt hij uit waarvoor het geld dat België in 2024 betaalt aan het UNFCCC wordt gebruikt:

– Belgiê heeft 329.898 dollar betaald aan het Trust Fund for the Core Budget of the UNFCCC. Dat geld wordt gebruikt voor de operationele kosten van het secretariaat, onder meer voor kantoren en personeel.

– Ons land heeft 143.502 dollar bijgedragen aan het Trust Fund for Participation in the UNFCCC Process. Dat geld wordt gebruikt om ervoor te zorgen dat de minder ontwikkelde landen kunnen deelnemen aan de klimaatonderhandelingen en aan de klimaattop.

– Het Trust Fund for Supplementary Activities, waaraan België voor 2.491.160 dollar heeft bijgedragen, wordt gebruikt voor een brede waaier aan activiteiten. In het geval van België gaat dit onder meer over de financiering van projecten die de capaciteit van de ontwikkelingslanden moeten versterken om broeikasgasinventarissen op te stellen. ‘Die capaciteitsopbouw heeft niets te maken met de uitgaven voor de COP’, voegt Kronish  in een latere e-mail nog ter verduidelijking toe.


We nemen contact op met de auteur van het Doorbraak-artikel en leggen hem onze conclusies voor.  ‘Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen directe steun en indirecte steun met de bijdragen aan het UNFCCC’, luidt zijn reactie. ‘De directe steun is het meebetalen aan de reis naar die klimaattoppen door het UNFCCC. Wat in het ene fonds gedaan wordt. De indirecte steun door UNFCCC bestaat uit de opleiding en het helpen statistieken en inventarissen op te stellen. Met als doel om deel te nemen aan die klimaatonderhandelingen. Je zou zelfs kunnen zeggen dat die indirecte steun veel belangrijker en productiever is op lange termijn. Alleen vind ik dat je zowel de directe als de indirecte steun moet beschouwen als meebetalen aan die klimaatveranderingsonderhandelingen. Dat is trouwens de missie van UNFCCC. Enkel de directe steun beschouwen als steun aan klimaattoppen lijkt mij een foute inschatting. België financiert wel degelijk de klimaatonderhandelingen direct en indirect via UNFCCC-bijdragen. Daarbij vind ik het merkwaardig dat het kabinet en de administratie het proberen voorstellen als steun aan ‘projecten’ of ‘klimaatfinanciering’. Wat het overduidelijk niet is en verdragsrechtelijk ook niet kan zijn.’






Conclusie

– Volgens een artikel op Doorbraak zou de Belgische staat 2,8 miljoen euro hebben betaald voor de klimaattop in Azerbeidzjan. 

– Dat klopt niet helemaal. De auteur van het artikel heeft in zijn berekening een aantal bedragen meegenomen die volgens UFNCCC, de organisatie die de klimaattoppen organiseert, niet worden gebruikt voor die klimaattoppen. Dat bevestigen het kabinet van Klimaat, Leefmilieu, Duurzame Ontwikkeling en Green Deal, het kabinet van Ontwikkelingssamenwerking en de FOD Volksgezondheid (DG Leefmileu).

– De bijdrage van ons land aan de financiering van de klimaattoppen bedraagt niet 2,8 miljoen euro, zoals Doorbraak stelt, maar 123.447 euro.

– We beoordelen de claim daarom als eerder onwaar.

Bronnen

In het artikel vindt u links naar alle gebruikte bronnen.

Bovendien namen we voor deze factcheck contact op met de volgende mensen:

– Telefoogesprek en mailverkeer met Bernard Mazijn tussen 20 en 22 november 2024
– Telefoongesprekken en mailverkeer met Lode Goukens tussen 22 en 28 november 2024

Alle bronnen werden laatst geraadpleegd op 26 november 2024.

Partner Content