Factcheck: nee, crèches worden niet ‘bij meerderheid ingevuld door kinderen met een migratieachtergrond’
In een interview met Trends zegt ondernemer Luc De Bruyckere dat de crèches ‘bij meerderheid worden ingevuld door kinderen met een migratieachtergrond’. Dat blijkt niet uit de cijfers, en specialisten bevestigen dat ouders van allochtone origine moeilijk de weg naar de formele kinderopvang vinden.
Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier meer over hoe we werken.
Op 24 juli verscheen in Trends een uitgebreid interview met ondernemer Luc De Bruyckere, die ruim veertig jaar lang ceo en voorzitter was van voedingsbedrijf Ter Beke, dat hij uitbouwde van 30 naar 2500 werknemers.
In 2018 richtte De Bruyckere de vzw TAJO op, een project voor kansarme jongeren. TAJO is ondertussen een weekendschool waar 750 kwetsbare jongeren terechtkunnen, in Gent, Kortrijk en Antwerpen.
In het interview zegt De Bruyckere het volgende: ‘De eerste generatie migranten waren met weinigen en moesten zich wel integreren door naar een Nederlandstalige school te gaan om Nederlands te leren. Vandaag voelen ze die noodzaak veel minder. Ik stel vast dat de ouders van de kinderen die bij TAJO zitten, nauwelijks Nederlands kennen. Dat maakt het heel lastig, ook voor de politiek, om hen te bereiken en hen op de juiste manier aan te spreken. Wij moeten beseffen wat er aan het gebeuren is. De crèches worden nu bij meerderheid ingevuld door kinderen met een migratieachtergrond.’
Nederlands
We bellen De Bruyckere op en vragen hem naar zijn bron voor die laatste uitspraak. Concrete cijfers kan hij zich niet voor de geest halen. Duidelijk is wel dat De Bruyckere zich zorgen maakt en pleit voor een goede kennis van het Nederlands, opdat kinderen met een migratieachtergrond de beste kansen zouden krijgen.
‘Wij zien in onze dagelijkse werking dat het aandeel kinderen in de basisscholen in Antwerpen, Gent en Kortrijk dat een andere thuistaal heeft dan het Nederlands toeneemt’, vertelt managing director van TAJO Claudia van Egmond aan de telefoon. ‘Vertrekkend vanuit die vaststelling, heeft Luc De Bruyckere de uitspraak over de crèches gedaan. Wellicht ging hij er onbewust vanuit dat die tendens zich ook in de kinderopvang zou manifesteren.’
Kloof
Klopt het dat kinderen met een migratieachtergrond de meerderheid zouden vormen in de crèches? Het blijkt niet uit de meest recente cijfers. Op 13 juni 2024 publiceerde het Agentschap Opgroeien het ‘Cjjferoverzicht opvang van baby’s en peuters in 2023, de jaarlijkse cijferupdate over het aanbod aan opvang voor baby’s en peuters en het gebruik ervan.
63,7 procent van alle kinderen jonger dan 3 maakte in 2023 gebruik van formele kinderopvang, zo blijkt uit de cijfers van Opgroeien, maar het gebruik verschilt sterk naargelang de origine van de moeder en de kansarmoedesituatie van het gezin:
- 76,2 procent van de kinderen met een moeder van Belgische origine maakt gebruik van formele opvang.
- Voor de niet-Belgen liggen de cijfers lager, zowel voor kansarme als voor niet- kansarme gezinnen: respectievelijk 33,2 en 45,4 procent.
- Bij de kansarme Belgen gaat iets meer dan de helft van de kinderen naar de opvang (51,1 procent).
- Slechts 33,2 procent van de kinderen in kansarmoede met een moeder van niet-Belgische origine gaat naar de opvang.
- Bij de kinderen met een moeder van Belgische origine die niet kansarm zijn, ligt het gebruik van formele opvang veel hoger: 78,1 procent.
‘Opvallend is dat de kloof tussen de twee laatste groepen – Belgisch en niet-kansarm, niet-Belgisch en kansarm – de voorbije jaren nog groter is geworden’, laat Opgroeien-woordvoerder Nele Wouters nog weten.
Ongelijke toegang
‘Mensen met een migratieachtergrond vinden moeilijker de weg naar de kinderopvang’, zegt professor-emeritus gezinspedagogiek Michel Vandenbroeck (UGent). ‘Dat is bijzonder jammer. Op die manier lopen de kinderen de kans mis om al op heel jonge leeftijd Nederlands te leren. Bovendien krijgen ze niet de mogelijkheid om te profiteren van de andere positieve effecten die de kinderopvang heeft op hun ontwikkeling. Uit zowat ieder onderzoek blijkt dat net kinderen die opgroeien in een kansarm milieu veel baat hebben bij kinderopvang.’
Hoe komt het dat de toegang tot de kinderopvang zo ongelijk is? Vandenbroeck ziet meerdere verklaringen. De belangrijkste is de geografische ongelijkheid. ‘Uit een onderzoek dat ik samen met armoede-expert Wim Van Lancker (KU Leuven) heb gedaan, is duidelijk gebleken dat er minder kinderopvang is in armere gemeenten en wijken dan in rijkere. Mensen met een migratieachtergrond wonen vaker in die armere gemeenten en wijken, en hebben dus minder opvang in de buurt. Verder geldt vaak dat wie eerst komt, eerst maalt, waardoor er nog maar weinig plaats beschikbaar blijft voor mensen in precaire arbeidsomstandigheden. De Vlaamse regering heeft bovendien in 2023 beslist dat de kinderopvang voorrang moet geven aan wie minstens vier vijfde werkt, wat het voor kwetsbare gezinnen nog moeilijker zal maken om een plaatsje te bemachtigen. Een aantal kinderopvangorganisaties heeft die nieuwe regeling aangevochten bij het Grondwettelijk Hof, maar het kan nog zes maanden tot een jaar duren voor het Hof een uitspraak doet. Het is uiteraard ook niet onmogelijk dat een nieuwe Vlaamse regering die regeling terugdraait.’
Lage participatie
Ook onderwijsexpert Dirk Van Damme bevestigt dat de participatie van migrantenkinderen in de kinderopvang laag is, in tegenstelling tot het kleuteronderwijs. ‘Daar hebben we net een hoge participatie, ook bij kinderen die nog niet onder de leerplicht vallen.’
Die lage participatie is ook voor Van Damme een probleem. ‘Onder meer daarom pleit Vooruit voor het goedkoper maken van kinderopvang, of het aanbieden van een half jaar gratis opvang. Het is evident dat een anderstalig kind dat al Nederlands heeft geleerd in de crèche, met een voorsprong aan de kleuterschool begint. We weten hoe belangrijk de eerste 1000 dagen in een mensenleven zijn. Goede kinderopvang scherpt trouwens, behalve de taalontwikkeling, ook andere cognitieve en sociale vaardigheden aan, en vormt de grootste meerwaarde voor kinderen die opgroeien in een taalarm milieu. In die zin is het jammer, en ook wel enigszins vreemd, dat de ontslagnemende Vlaamse regering, die nochtans terecht hamert op het belang van het Nederlands, die viervijfdevoorwaarde heeft ingevoerd.’
Conclusie
– In een interview met Trends zegt ondernemer Luc De Bruyckere dat de crèches ‘bij meerderheid worden ingevuld door kinderen met een migratieachtergrond’.
– Dat blijkt niet uit de cijfers: 76,2 procent van de kinderen met een moeder van Belgische origine maakt gebruik van formele opvang. Voor de niet-Belgen liggen de cijfers lager, zowel voor kansarme als voor niet- kansarme gezinnen: respectievelijk 33,2 en 45,4 procent.
– Specialisten bevestigen dat ouders van allochtone origine in Vlaanderen net moeilijk de weg naar de formele kinderopvang vinden.
– We beoordelen de uitspraak daarom als onwaar.
Bronnen
In het artikel vindt u links naar alle gebruikte bronnen.
Bovendien namen we voor deze factcheck contact op met de volgende mensen:
– Telefoongesprek met Luc De Bruyckere op 6 september 2024
– Telefoongesprek met Claudia van Egmond op 9 september 2024
– Telefoongesprek met Nele Wouters op 6 september 2024
– Mailverkeer en telefoongesprek Michel Vandenbroeck tussen 28 augustus en 9 september 2024
– Telefoongesprek met Dirk Van Damme op 6 september 2024
Alle bronnen werden laatst geraadpleegd op 10 september 2024.
Meer informatie over de factchecks vindt u op de website van Knack.
U vindt onze factchecks ook terug bij deCheckers, samen met betrouwbare factchecks van andere Vlaamse redacties.
Knack is erkend lid van het International Fact-Checking Network (IFCN) en European Fact-Checking Standards Network (EFCSN).
Krasse uitspraak, straf cijfer of dito feit in de actualiteit gezien?
Vul uw vraag in op de website van deCheckers met exacte bronvermelding van het citaat of stuur het naar factcheck@knack.be.
Knack maakt onderdeel uit van Roularta Media Group.