Factcheck: nee, België telt niet meer agenten per inwoner dan Frankrijk en Luxemburg

Volgens minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) telt België meer politiemedewerkers per inwoner dan de omliggende landen. Dat zei de minister vorige week nog in een veiligheidsdebat in het VRT-programma ‘Terzake KIES24’. Ons land zit met 338 agenten per 100.000 inwoners in de Europese middenmoot, maar moet buurlanden Luxemburg en Frankrijk wel laten voorgaan.

Is er wel genoeg blauw op straat? Het was een van de punten in het veiligheidsdebat in Terzake waarin minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) en Tom Van Grieken (Vlaams Belang) de degens kruisten. “Wij hebben 51.000 politiemedewerkers”, zei Verlinden daar. “Veel meer dan in de ons omringende landen”. (rond minuut 29:00)

De minister bedoelde daar politiemedewerkers per hoofd mee. Een land als België zou qua omvang van het totale politiekorps natuurlijk niet kunnen opboksen tegen grotere buurlanden als Frankrijk of Duitsland. Al is de vraag dan of we met een berekening per inwoner wél hoger uitkomen?

Wat is een agent?

Het kabinet van Verlinden laat ons in een reactie weten dat het cijfers bij de Federale Politie opvroeg (cijfers 2024, red.) en dat het de vergelijking maakt op basis van het Europees statistiekbureau Eurostat (cijfers 2022, red.). ‘Ons land telt 51 000 politiemedewerkers, waarvan er 80 procent behoren tot het operationeel kader en 20 procent tot het administratief en logistiek kader’, klinkt het.

Die 51.000 medewerkers werden gedeeld door 11,7 miljoen, het aantal inwoners in België, en vermenigvuldigd met 100.000 om op lijn te zitten met de Europese statistieken die telkens per 100.000 inwoners rekenen. België zou dan 435 politiemensen per 100.000 burgers hebben. Ter vergelijking: het Europese gemiddelde (Eurostat) staat op 341 politiemedewerkers per 100.000. Is ons land dan politiekampioen in Europa?   

Niet helemaal. Diezelfde Eurostatcijfers geven voor België bijvoorbeeld heel andere uitslagen dan we van Verlinden krijgen. Zo telt ons land geen 435, maar wel 338 politiemensen per 100.000 Belgen, net onder het Europees gemiddelde zelfs. Kijken we naar de totale korpsomvang dan vermeldt Eurostat trouwens dat België 39.301 agenten heeft, en geen 51.000. Vanwaar het verschil?

Door een definitieverschil in “agent”, zo blijkt. Eurostat zegt specifiek dat het enkel operationele politiemensen in rekening brengt. Daaronder verstaat het agenten die aan preventie doen, die arrestaties uitvoeren, onderzoek leveren of forensische teams op plaatsen delict. Tussen de 51.000 politiemensen die Verlinden aanhaalt, zitten bijvoorbeeld ook administratief personeel, telefonisten en onthaalmedewerkers. Die telt Eurostat niet mee.  

Wat zeggen de cijfers als we wél de geüniformiseerde definitie van Eurostat volgen? Dat België weliswaar een hogere verhouding haalt dan buurlanden Nederland (291 agenten/100.000 inw.) en Duitsland (311 agenten/100.000 inw.), maar niet dan Frankrijk en Luxemburg. Merk wel op dat voor Frankrijk de meest recent beschikbare cijfers uit 2020 komen. Zelfs al zouden we hen weglaten, dan doet Luxemburg nog beter.

Meer niet altijd beter

Maar is dat cijfer eigenlijk wel relevant in een veiligheidsdiscussie? Zijn Montenegro of Turkije dan zoveel veiliger dan Denemarken of Finland? Neen, zegt professor Criminologie en politie-experte Sofie De Kimpe (VUB) stellig. ‘Meer blauw op straat, betekent niet noodzakelijk meer veiligheid’, zegt ze. ‘Al kan meer zichtbare aanwezigheid wel tot een groter veiligheidsgevoel leiden.’

Bovendien, zo beweert De Kimpe, omvatten de cijfers ook geen private firma’s die bijvoorbeeld in Denemarken of Finland vaker worden ingezet. En dan misschien wel de belangrijkste regel volgens de experte: ‘Niet het aantal, maar de kwaliteit telt. En daar schieten we in ons land nog wel tekort. In België sta je na één jaar opleiding al op straat met pepperspray. Terwijl je in sommige andere landen een verplichte bachelor moet volgen.’

Els Enhus, professor Criminologie op emeritaat (VUB) en gespecialiseerd in veiligheid in steden, ziet vooral een politiemacht met een breed administratief takenpakket. Dat meer agenten dan noodzakelijk tot meer veiligheid leiden, is volgens haar onduidelijk. ‘Veel zal afhangen waar politiepersoneel wordt ingezet. Over het algemeen zien we dat de criminaliteitscijfers al jaren dalen, behalve in de internetcriminaliteit. Bij de cyber crime unit kunnen ze dus best nog wat goed personeel gebruiken.’

Reactie Verlinden: 

Volgens het team van Annelies Verlinden benadrukte de minister in datzelfde debat al dat niet zozeer het aantal agenten er toe doet, wel dat er een integrale aanpak nodig is. Dat ligt in lijn met wat de experten ons vertelden en dat Verlinden het aanhaalde, klopt inderdaad. Eerder in het debat nuanceerde ze dat er niet zomaar nood is aan ‘meer politie’. In diezelfde uitspraak vergeleek ze de cijfers trouwens enkel met Nederland, wat feitelijk wel klopt. 

Conclusie

– In een debat in Terzake beweert minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden dat ons land 51.000 politiemedewerkers heeft, ‘veel meer dan in de ons omringende landen.’

– Het gaat uiteraard om politiemedewerkers per hoofd of zoals in internationaal vergelijkend onderzoek: per 100.000 inwoners.

– België heeft volgens de minister 435 politiemedewerkers per 100.000 inwoners. Die cijfers zijn wel gebaseerd op een politieapparaat waarbij ook administratief personeel wordt meegerekend.

– Eurostat, het statistiekbureau van de Europese Unie dat alle gegevens verzamelt, rekent enkel operationele politie mee. Dat in rekening gebracht, heeft België nog ‘maar’ 338 agenten per 100.000 inwoners. Buurland Luxemburg doet beter met 367 agenten per 100.000.

– Experten benadrukken dat het cijfer per hoofd eigenlijk niet zo relevant is. Meer politie op straat, verhoogt niet noodzakelijk de veiligheid en sommige landen zetten bijvoorbeeld ook private handhavers in of organiseren politie efficiënter. Verlinden maakte die nuance eerder in het debat ook.

– We beoordelen de uitspraak als eerder onwaar

Bronnen

In het artikel vindt u links naar alle gebruikte bronnen. Alle bronnen werden laatst geraadpleegd op 3 juni 2024.

Jef Cauwenberghs (VRT) en Morgane De Nolf (VRT)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content