Factcheck: ja, 46 procent van de artsen wil op de N-VA stemmen volgens peiling, maar de foutenmarge van die peiling is groot

© Getty Images

Volgens politici van N-VA zou 46 procent van de artsen bij de volgende verkiezingen op hun partij willen stemmen. Dat cijfer is een van de resultaten van een enquête van de Artsenkrant. In totaal werden 356 Vlaamse artsen bevraagd. De Artsenkrant geeft aan dat de peiling niet wetenschappelijk was, en verschillende politologen bevestigen dat. De foutenmarges zijn veel groter dan bij wetenschappelijke peilingen en het gaat niet om een toevalssteekproef.

Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier meer over hoe we werken.

Op sociale media en op de partijwebsite delen N-VA-politici de resultaten van een enquête die de Artsenkrant afnam. ’46 procent van de artsen spreekt steun uit voor N-VA en haar hervormingsplannen in de gezondheidszorg’, schrijft federaal parlementslid Kathleen Depoorter (N-VA) op X. ‘Hieruit blijkt dat 46 procent van de Vlaamse artsen zijn steun uitspreekt voor de N-VA’, lezen we op de website van N-VA.

© X

Socialemediagebruikers stellen die interpretatie ook in vraag. ‘Klopt niet hé, Kathleen’, reageert een arts-onderzoeker. Hij schrijft: ‘De enquête was niet bij een representatief staal van de hele grote en diverse groep artsen. Ze werd afgenomen door de zeer bevooroordeelde Artsenkrant die al heel lang bekendstaat als een pleitbezorger voor vervlaamsing, verrechtsing en separatisme.’

Klopt dat? Zijn die cijfers correct en zo ja, welke conclusies kunnen er dan uit getrokken worden?

Waar komt het cijfer vandaan?

Het artikel waarnaar de politici van N-VA verwijzen, werd op 9 februari gepubliceerd in nr. 2770 van de Artsenkrant. ‘Ziekenhuisartsen willen mee beheren’, kopt het tweewekelijkse blad.

‘Artsen stemmen blijkens deze enquête op 12 juni massaal voor N-VA – dat geen deel uitmaakt van de Vivaldi-coalitie. De partij haalt een monsterscore van meer dan 46 procent’, lezen we in het artikel. De cijfers waarnaar de N-VA verwijst, lijken dus te kloppen.

© Artsenkrant

De Artsenkrant geeft een technische fiche mee over hoe de enquête is afgenomen. Daarin lezen we dat de enquête een aantal keer meegestuurd werd met de elektronische nieuwsbrief van de Artsenkrant, dat de vragen ook op de website hebben gestaan, en dat enkele partnerorganisaties de peiling mee hebben verspreid.

In totaal vulden 669 artsen de enquête in, onder wie 356 Nederlandstalige. Alleen aan die laatste respondenten werd gevraagd naar de partij waarop ze zouden willen stemmen. ‘Deze peiling houdt de vinger aan de pols maar heeft geen wetenschappelijke pretenties’, sluit de Artsenkrant de technische fiche bij de peiling af.

We nemen contact op met Geert Verrijken, hoofdredacteur van de Artsenkrant en auteur van het artikel. ‘Het is geen wetenschappelijke enquête, maar de resultaten liggen in de lijn van de verwachtingen’, verduidelijkt hij.

We vragen Verrijken naar het gebruik van de resultaten. ‘Ik denk dat je er best uit afleidt dat een meerderheid van de artsen de N-VA steunt, het is zeker de voorkeurspartij’, antwoordt hij. ‘Bij een vorige enquête was het resultaat voor de N-VA 29 procent, het resultaat kan er dus een paar procenten naast zitten.’

Is het echt 46 procent?

We nemen contact op met de politologen Stefaan Walgrave (Universiteit Antwerpen) en Jonas Lefevere (Vrije Universiteit Brussel) en vragen hen naar de waarde van de peiling.

Volgens Stefaan Walgrave is belangrijk of de artsen bij toeval uit de populatie aan artsen zijn getrokken en hoe groot de steekproef is. ‘Met een steekproef van 356 heb je sowieso grote betrouwbaarheidsintervallen. Het echte cijfer zou dus evengoed 39 procent, maar ook 52 procent kunnen zijn. Op basis van deze steekproef kun je zeggen dat de N-VA de grootste partij is onder de artsen, maar van die 46 procent ben je helemaal niet zeker’, stelt hij.

‘Maar dat het niet om een toevalssteekproef gaat, is wellicht het grootste probleem. Het zou kunnen dat N-VA-artsen meer bereid zijn om te antwoorden dan Vooruit-artsen bijvoorbeeld. Met zo’n onderzoek moet je dus voorzichtig omspringen’, voegt Walgrave toe.

Ook Jonas Lefevere vraagt zich af in welke mate de deelnemende artsen zich verhouden tot de rest van de artsenpopulatie, al ziet hij weinig graten in de aanpak van de Artsenkrant om in theorie een groot aantal artsen te kunnen bereiken.

Al stelt ook Lefevere zich vragen bij de foutenmarges: ‘Daar wordt niets over gezegd.’ Het concrete cijfer kan volgens de politoloog sterk fluctueren naargelang van de specifieke steekproef. ‘Als je weet dat er bij duizend respondenten al vaak drie procent foutenmarge is, dan zul je bij een kleinere steekproef met veel grotere marges te maken krijgen’, verduidelijkt hij.

Conclusie
– Volgens politici van de N-VA zou 46 procent van de artsen bij de volgende verkiezingen op de N-VA willen stemmen.
– Dat cijfer is een van de resultaten van een enquête van de Artsenkrant. In totaal werden 356 Vlaamse artsen bevraagd.
– De Artsenkrant geeft zelf aan dat de peiling niet wetenschappelijk was. Twee politologen bevestigen dat. De foutenmarges zouden veel groter zijn dan bij wetenschappelijke peilingen en het gaat niet om een toevalssteekproef.
– We beoordelen de interpretatie van de N-VA-politici als eerder waar.

Bronnen
In het artikel vindt u links naar alle gebruikte bronnen.
Bovendien werden voor deze factcheck de volgende mensen gecontacteerd:
– Mailverkeer met Stefaan Walgrave op 28 februari 2024.
– Mailverkeer met Jonas Lefevere op 28 februari 2024.
Alle bronnen werden laatst geraadpleegd op 12 maart 2023.

Partner Content