Factcheck: het klopt dat de N-VA niet heeft gedesinvesteerd in sociale woningen

Karin Eeckhout

In een interview met Humo zegt N-VA-voorzitter Bart De Wever dat er van desinvesteringen in sociale woningen onder de N-VA geen sprake is. Uit de cijfers blijkt inderdaad dat Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA) tijdens de voorbije legislatuur een groter bedrag heeft geïnvesteerd in sociale woningen dan zijn voorgangers Liesbeth Homans (N-VA) en Freya Van den Bossche (Vooruit), al is er bij de vergelijking van de cijfers geen rekening gehouden met de inflatie en de sterk gestegen bouwkosten.  

Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier meer over hoe we werken.

Op 2 april verschijnt in Humo een verkiezingsinterview met N-VA-voorzitter Bart De Wever. Een van de vragen gaat over sociale woningen (pagina 53). De interviewer wijst erop dat de wachtlijsten lang zijn, ‘terwijl Vlaams minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele (N-VA) zegt dat het geen doel is van de Vlaamse regering om sociale woningen bij te bouwen’. Of de minister de mensen op die wachtlijst dan niet uitlacht, wil de interviewer weten.

In zijn antwoord zegt Bart De Wever dat er geen sprake is van desinvesteringen in sociale woningen onder de N-VA, waarna hij opsomt hoeveel de laatste drie Vlaamse ministers van Wonen hebben geïnvesteerd in sociale woningen. Freya Van den Bossche (Vooruit, 2009 – 2013) investeerde volgens De Wever 471 miljoen euro per jaar in sociale woningen, Liesbeth Homans ( (N-VA) , 2014-2018) 702 miljoen per jaar, Matthias Diependaele (N-VA, sinds 2019) 735 miljoen. 

Kloppen die cijfers?

N-VA-partijwoordvoerder Philippe Kerckaert bezorgt ons via e-mail een tabel met cijfers afkomstig van het overheidsagentschap Wonen in Vlaanderen, die een overzicht biedt van de jaarlijks toegewezen budgetten voor de zogenaamde ‘-1 procent-leningen’ waarmee woonmaatschappijen sociale woonprojecten kunnen realiseren. De tabel gaat terug tot 2009.

‘In de linkerkolom zie je wat er ieder jaar effectief is geïnvesteerd in sociale woningen, in de rechterkolom vind je de gemiddelden per regeerperiode. Die gemiddelden zijn de cijfers die Bart De Wever citeerde in het interview’, schrijft Kerckaert in zijn e-mail. 

De cijfers die De Wever aanhaalde, blijken dus te kloppen, en 2023 was met een investering van meer dan 841 miljoen euro een recordjaar. Dat cijfer is ook terug te vinden in het antwoord van minister Diependaele op een schriftelijke parlementaire vraag van Vlaams parlementslid Maxim Veys (Vooruit) van 2 januari 2024.

Inflatie

In een reactie op onze factcheck laat Niels Pattyn, woordvoerder van Vooruit en van Vooruit-voorzitter Melissa Depraetere, weten dat de vergelijking volgens zijn partij niet opgaat, omdat er geen rekening is gehouden met de inflatie en de gestegen bouwkosten.

‘De 841 miljoen euro van 2023 is helemaal geen recordbedrag als je rekening houdt met de inflatie’, schrijft hij. ‘Als we kijken naar de ABEX-index, dan zien we dat de bouwprijzen tussen 2013 en 2023 gestegen zijn met 38 procent. Als we dat toepassen op de toegewezen budgetten, dan komt het budget van 841 miljoen euro onder minister Diependaele overeen met 820 miljoen euro onder minister Van den Bossche. Een miniem verschil.’

‘Ondanks de inflatie en de gestegen bouwkosten is er naast de stijgende investeringen ook een toename in het aantal opgeleverde sociale woningen (nieuwbouw en renovatie)’, reageert Ben Bruynseels, de woordvoerder van minister Diependaele, en hij stuurt ons als bewijs daarvan onderstaande tabel. 

‘Er was tijdens deze legislatuur een kleine terugval in het aantal opgeleverde woningen’, geeft Bruynseels toe, ‘maar daar zijn logische verklaringen voor: door corona heeft een aantal bouwprojecten stilgelegen en als gevolg van de fusies van de woonmaatschappijen – we zijn van een honderdtwintigtal naar veertig maatschappijen gegaan – zijn minder werven opgestart.‘

4,5 miljard

‘Bij het begin van deze regeerperiode heeft de Vlaamse regering voor sociaal wonen een budget vrijgemaakt van 4,5 miljard euro’, zegt Bruynseels. ‘Dat bedrag is afgesproken in het regeerakkoord.’

De budgetten voor de zogenaamde ‘-1 procent-leningen’, dat zijn leningen met een negatieve rentevoet, worden per jaar toegewezen, zowel voor nieuwbouw- als voor renovatieprojecten, legt Bruynseels uit. ‘Het budget 100 procent benutten is niet altijd evident: wij zijn afhankelijk van het beschikbare aanbod en van wat de lokale besturen willen, want niet iedereen staat te springen voor sociale woningen in zijn achtertuin.’

‘Tijdens de vijf jaar van de voorbije regeerperiode hebben we het beschikbare budget telkens volledig benut, op één jaar na: in 2021 hebben we slechts 61 procent van het jaarbudget kunnen opmaken’, aldus Bruynseels. ‘Het is wellicht die eenmalige onderbenutting die heeft geleid tot de kritiek of de perceptie dat wij minder zouden hebben besteed aan sociale woningen. Maar die achterstand is ondertussen ingehaald: we hebben vorig jaar een recordbudget uitgegeven.’

Budgethuren

‘Het in 2021 niet gebruikte budget hebben we ter beschikking gesteld van gemengde vastgoedprojecten waarbij privéontwikkelaars, al dan niet in samenwerking met sociale woonmaatschappijen, een derde van de woningen moeten voorbehouden voor ‘budgethuur’. Dat wil zeggen dat ze minimaal 15 procent tot maximaal 25 procent onder de marktconforme prijs verhuurd moeten worden. Bij zo’n project moet, naast een derde budgethuurwoningen, ook altijd in een derde sociale woningen worden voorzien’, verklaart Bruynseels.

‘Er is dus geen euro voor sociale woningbouw verloren gegaan, en ook dat soort projecten is nodig’, verdedigt Bruynseels die beleidskeuze. ‘Heel wat mensen hebben net iets te veel inkomen om recht te hebben op een sociale woning, maar verdienen te weinig om op de privémarkt te kunnen huren. Ondertussen zijn in dat systeem een vierhonderdtal woningen gebouwd, en we zien dat lokale besturen het systeem ook beginnen toe te passen.’

Andere bestemmingen

Volgens Vooruit is er tijdens deze legislatuur al meer dan 650 miljoen euro aan budget voor sociale woningen doorgesluisd naar andere bestemmingen, en het zou daarbij niet enkel om gemengde projecten gaan. Pattyn bezorgde ons onderstaande lijst met bedragen en bestemmingen.

‘Stellen dat er 650 miljoen euro aan budget voor de bouw en renovatie van sociale woningen niet gebruikt zou worden voor sociaal wonen, is onjuist’, zegt Bruynseels. ‘Het klopt dat er 438 miljoen uitgetrokken werd voor budgethuur, maar bij die projecten moet telkens minstens een derde als sociale woningen bestemd worden.’

Wat de betaalbare studentenhuisvesting betreft, gaat het volgens Bruynseels enkel over de rentelast op de leningen ter waarde van 100 miljoen euro aan instellingen voor hoger onderwijs. ‘Die rentelast wordt gefinancierd door het schrappen van subsidies aan woonwagenparken, niet door het budget voor sociaal wonen. Bovendien zijn dat koten die verplicht moeten worden verhuurd onder het sociale studentenhuisvestingsysteem.’

Ook de 105 miljoen voor de Vlaamse woonlening is een sociale maatregel, benadrukt Bruynseels, ‘want enkel mensen met een bescheiden inkomen kunnen zo’n lening krijgen.’

Met de 18 miljoen euro voor de ‘overdrachten fusietraject’ konden de woonmaatschappijen sociale woningen die eigendom zijn van voornamelijk het Vlaams Woningfonds aan hun eigen patrimonium toevoegen, legt Bruynseels uit. ‘Je kunt dit dus bezwaarlijk “budget wegsluizen van sociaal wonen” noemen.’

Volgens Vooruit is van de 4,5 miljard euro die de Vlaamse regering had vrijgemaakt voor sociaal wonen meer dan 1 miljard euro niet besteed. ‘We hebben inderdaad één jaar een domper gehad, en dat haal je niet zo snel in’, geeft Bruynseels toe. ‘Maar de eerste signalen over de cijfers van het eerste kwartaal van 2024, die we volgende week bekend zullen maken, tonen aan dat we weer een stap dichter zijn bij het vooropgestelde doel.’

Nieuwbouw versus renovatie

N-VA-partijwoordvoerder Kerckaert bezorgde ons ook een tabel waaruit blijkt dat sinds 2021 meer geld wordt uitgegeven aan renovatie dan aan nieuwbouw. Dat bleek ook al uit het antwoord van minister Diependaele op een schriftelijke parlementaire vraag van Vlaams parlementslid Maxim Veys (Vooruit) van 2 januari 2024.

Dat er recent meer wordt geïnvesteerd in renovatie, is volgens Bruynseels geen onlogische trend. ‘Een deel van het patrimonium is verouderd en we willen toestanden met schimmel in sociale woningen vermijden. Voor de huurders is het ook belangrijk dat de woningen energiezuinig zijn.’

Huurpremies

In het Humo-interview had Bart De Wever het ook over de huurpremie waarop mensen recht hebben wanneer ze vier jaar of langer op de wachtlijst staan voor een sociale huurwoning. ‘Er is nooit eerder een hoger bedrag uitgeven aan huurpremies dan tijdens deze legislatuur’, zegt Bruynseels. 

Dat blijkt ook uit onderstaande gegevens, die afkomstig zijn uit het meest recente jaarverslag (2022) van het Vlaams Agentschap Wonen. Het in 2022 uitbetaalde bedrag nam met 11,41 procent toe tegenover 2021 en met bijna 60 procent tegenover 2019.

Bruynseels geeft nog mee dat de huurpremies worden gefinancierd met de algemene middelen en dus geen impact hebben op het beschikbare budget voor sociale woningen.

Conclusie

– In een interview met Humo zegt N-VA-voorzitter Bart De Wever dat er van desinvesteringen in sociale woningen onder de N-VA geen sprake is.

-Uit de cijfers blijkt inderdaad dat Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA) tijdens de voorbije regeerperiode meer heeft geïnvesteerd in sociale woningen dan zijn voorgangers Liesbeth Homans (N-VA) en Freya Van den Bossche (Vooruit), al is er bij de vergelijking van de cijfers geen rekening gehouden met de inflatie en de sterk gestegen bouwkosten.

-We beoordelen de uitspraak van De Wever als eerder waar.

Bronnen

In het artikel vindt u links naar alle gebruikte bronnen.

Bovendien werd voor deze factcheck contact opgenomen met de volgende mensen:

– Mailverkeer met Philippe Kerckaert op 2 april 2024

– Telefoongesprek en mailverkeer met Ben Bruynseels op 4 en 5 april 2024

Alle bronnen werden laatst geraadpleegd op 5 april 2024.

* Op 10 april om 12:30 werd de tekst bijgewerkt, na een reactie van Vooruit-woordvoerder Niels Pattyn.

– In de inleiding en de conclusie werd volgende nuance toegevoegd: ‘al is er bij de vergelijking van de cijfers geen rekening gehouden met de inflatie en de sterk gestegen bouwkosten’.

– Onder de tussentitel ‘Inflatie’ werden vier nieuwe paragrafen met argumenten van Pattyn en Bruynseels en een tabel toegevoegd.

– Onder de tussentitel ‘Andere bestemmingen’ werden zes paragrafen en een tabel toegevoegd, met informatie van Vooruit en de reactie daarop van Bruynseels.

– De conclusie werd bijgesteld van ‘waar’ naar ‘eerder waar’.

 

Partner Content