Factcheck: geeft de federale overheid 16 miljard euro aan ‘kortingen’ aan Belgische bedrijven?

© Belga

In een interview in De Zondag vertelde Vlaams Parlementslid Jos D’Haese (PVDA) dat Belgische bedrijven jaarlijks ‘16 miljard euro aan kortingen op socialezekerheidsbijdragen’ krijgen. Volgens de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid bedragen de ‘echte RSZ-kortingen’ eerder 4,9 miljard euro. Bedrijven krijgen wel nog andere belastingvoordelen, maar volgens experts vallen die niet onder de ‘kortingen op socialezekerheidsbijdragen’ waar D’Haese over spreekt.

Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier meer over hoe we werken.

Op 9 maart publiceerde het weekblad De Zondag een interview met PVDA-politicus en Vlaams Parlementslid Jos D’Haese. In het interview neemt D’Haese de nieuwe federale regering onder leiding van Bart De Wever (N-VA) stevig onder vuur. D’Haese hekelt onder meer de besparingen op de pensioenen.

‘Mensen langer laten werken voor minder pensioen en intussen miljarden voor grote bedrijven ongemoeid laten, wat is daar socialistisch aan?’ stelt D’Haese over Vooruit-voorzitter Conner Rousseau. ‘Weet je wat Rousseau moet doen? Naar de inkomsten van de sociale zekerheid kijken. Daar zit het probleem. We geven elk jaar 16 miljard aan kortingen op socialezekerheidsbijdragen.’

Waarover gaat het?

In België betalen zowel werknemers als werkgevers een bijdrage voor de sociale zekerheid, naast de reguliere belasting op arbeid. Die sociale bijdragen dienen om de Belgische sociale zekerheid mee te financieren. Voor sommige types werknemers voorziet de overheid in kortingen of vrijstellingen van die sociale bijdragen. Dat zijn gevallen waarbij werkgevers minder of geen sociale bijdragen hoeven te betalen op lonen van bepaalde werknemers.

Waar komt die ‘16 miljard’ vandaan?

We nemen contact op met PVDA-woordvoerder Ivo Flachet. Hij verwijst naar prognoses van het Federaal Planbureau die zouden aantonen dat er in 2025 16 miljard euro aan ‘vrijstellingen’ en ‘kortingen’ op de socialezekerheidsbijdragen zullen worden toegekend. Flachet stuurt een tabel door.

© Federaal Planbureau, PVDA

De PVDA haalt de cijfers voor die tabel bij de economische vooruitzichten die het Federaal Planbureau in juni 2024 heeft gepubliceerd. Daarin worden ook prognoses gedaan over inkomsten en uitgaven voor de komende jaren. De PVDA heeft een aantal ‘cadeaus’ aan bedrijven geselecteerd. Toelages voor de non-profitsector worden bijvoorbeeld buiten beschouwing gelaten. Flachet laat weten dat ze die wel gerechtvaardigd vinden. Subsidies voor ‘overuren’ en ‘onderzoek en ontwikkeling’ werden wel geselecteerd. De som van die bedragen is voor 2025 inderdaad ongeveer 16 miljard euro.

Flachet wijst erop dat de progressieve denktank Minerva en de socialistische vakbond ABVV op sociale media vergelijkbare cijfers hebben gedeeld. Op X postte Minerva inderdaad een grafiek die de evolutie van arbeidslastenverlagingen ten gunste van bedrijven schetst, met daarbij de vermelding dat het bedrag meer dan 16 miljard bedraagt. Vooral de taxshift die door de regering-Michel werd doorgevoerd, heeft die belastingverlagingen het laatste decennium enorm doen toenemen. 

© X

Het ABVV vermeldt de 16 miljard aan arbeidslastenverlagingen ten gunste van bedrijven op zijn Facebookpagina en in een speciale editie van zijn tweewekelijks ledenblad De Nieuwe Werker

Wat zijn de echte ‘kortingen’?

We leggen de stelling van D’Haese voor aan Jasper Hubeau van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). Volgens hem bedragen de ‘echte RSZ-kortingen’ eerder 4,9 miljard euro: ‘Dat zijn arbeidslastenverlagingen die bedrijven krijgen als ze een bepaald type werknemer aannemen.’

Hubeau stuurt ons een tabel door van alle federale verminderingen voor 2024 die door de RSZ als ‘kortingen’ worden beschouwd. In die tabel vinden we bijvoorbeeld specifieke socialezekerheidsverlagingen voor wetenschappelijke onderzoekers en atleten terug. Daarnaast bestaan er ook geregionaliseerde patronale verminderingen voor bijvoorbeeld onthaalouders, kunstenaars en oudere werknemers. Dat zijn verminderingen van de werkgeversbijdrage aan de sociale bijdragen waarvoor de gewesten bevoegd zijn.

© Rijksdienst Sociale Zekerheid


Hubeau verduidelijkt de tabel: ‘Dit zijn RSZ-kortingen in de enge zin van het woord. Het gaat dus niet over subgroepen zoals flexi-jobbers en jobstudenten die onder een ander bijdrageregime vallen dan gewone werknemers.’

‘Als je bij de RSZ-kortingen alle andere algemene tewerkstellingsmaatregelen van vorige regeringen telt, kom je in de buurt van de 16 miljard’, zegt Hubeau. ‘Vraag is of je die als korting moet tellen omdat het bijvoorbeeld om een algemene maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid gaat.’

Een van die maatregelen die bijkomende jobs moesten creëren, was de taxshift die in de grafiek van Minerva opdook. De regering-Michel verlaagde een aantal lasten voor bedrijven zoals de werkgeversbijdrage in de sociale bijdragen van 33 naar 25 procent. Die verlaging houdt tot op de dag van vandaag stand. De wijziging geldt in tegenstelling tot bovengenoemde ‘kortingen’ voor alle bedrijven en alle werknemers.

Professor socialezekerheidsrecht Paul Schoukens (KU Leuven) is het met die analyse eens: ‘Als je louter kijkt naar kortingen op de bijdragen van werkgevers (wat D’Haese in het interview doet, nvdr.) en de taxshift als beleid beschouwt, zou ik deze stelling beoordelen als eerder onwaar.’

We leggen de analyse van de RSZ ook voor aan professor socialezekerheidsrecht Yves Jorens (UGent): ‘Hoe je de stelling beoordeelt, hangt af van wat je als een vermindering beschouwt. Zelf ben ik ook minder geneigd om de taxshift gelijk te schakelen met de echte doelgroepenverminderingen.’

Experts vinden dus niet dat je de voordelen uit de taxshift (die tien jaar geleden is ingevoerd en sindsdien voor alle bedrijven geldt) als ‘korting’ mag meerekenen zonder dat expliciet te vermelden. ‘Dat is een ideologische discussie die we al sinds het begin van de taxshift hebben’, reageert Joppe Leybaert, de parlementair medewerker van Jos D’Haese. ‘Wij noemen dat een korting omdat de patronale bijdragen van de ene dag op de andere veranderd zijn, zonder dat het verlies aan inkomsten volledig gedekt was. Deze uitspraak was een onderdeel van een interview dat over veel thema’s ging. De experts hebben een punt als ze zeggen dat dit beter gekaderd moest worden. Maar in dit interview was daar geen ruimte voor.’

Conclusie
– In een interview in De Zondag stelt Vlaams Parlementslid Jos D’Haese (PVDA) dat Belgische bedrijven jaarlijks zo’n 16 miljard euro aan ‘kortingen op socialezekerheidsbijdragen’ krijgen.
Volgens de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid bedragen de ‘echte RSZ-kortingen’ eerder 4,9 miljard euro.
– Wanneer je naast sociale zaken ook fiscale maatregelen zoals de taxshift erbij rekent, kun je voor 2025 wel op 16 miljard euro uitkomen.
– Academische experts in de sociale zekerheid beschouwen de taxshift niet als een korting maar als een algemene beleidsmaatregel.
– We beoordelen de stelling van D’Haese daarom als eerder onwaar.

Bronnen
De links naar de gebruikte bronnen zijn terug te vinden in de tekst.
Voor dit artikel namen we ook contact op met:

– Telefonisch contact en mailverkeer met Ivo Flachet (PVDA) tussen donderdag 13 en maandag 16 maart 2025.
–Telefonisch contact met Yves Stevens (KU Leuven) op donderdag 13 maart 2025.
– Mailverkeer met Koen Vleminckx (FOD Sociale Zekerheid) op donderdag 13 maart 2025
Telefonisch contact en mailverkeer met Jasper Hubeau (RSZ) op vrijdag 14 maart en dinsdag 18 maart 2025.
– Mailverkeer met Paul Schoukens (KU Leuven) op dinsdag 18 maart en woensdag 19 maart 2025.
–Mailverkeer met Yves Jorens (UGent) tussen dinsdag 18 maart en donderdag 20 maart 2025.

Alle bronnen werden het laatst geraadpleegd op 21 maart 2025.

Partner Content