Factcheck: België heeft ruim 20% meer ambtenaren dan het Europese gemiddelde
‘Wij hebben meer dan 20 procent meer ambtenaren dan het Europese gemiddelde’, zo stelde Els Ampe (Voor U) in De afspraak op vrijdag. Dit blijkt uit Europese cijfers, maar die vallen erg moeilijk te vergelijken. We beoordelen de stelling als eerder waar.
Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier meer over hoe we werken.
In De afspraak op vrijdag kwam Els Ampe haar nieuwe partij Voor U voorstellen. Met als speerpunt ‘staatsvermindering’. ‘Wij hebben meer dan 20% meer ambtenaren dan het Europese gemiddelde’, zo klonk het.
Wanneer we contact opnemen met Ampe stuurt ze ons een tabel met OESO-cijfers uit 2019, die het percentage ambtenaren ten opzichte van de werkende bevolking weergeven. Gemiddeld hebben die landen 15% ambtenaren, België heeft er 18,29%. Dat is dus ruim 21% meer, legt Ampe uit.
Opvallend: ze selecteerde 11 Europese OESO-landen, maar liet flink wat Europese landen weg. Niet toevallig landen als Noorwegen, Zweden en Denemarken. Wanneer we de recentste OESO-publicatie Government at a Glance 2023 erop naslaan, blijkt dat het OESO-gemiddelde in 2021 18,6% bedroeg. Hier zijn ook niet-Europese landen bij, maar het zijn vooral de Scandinavische landen die het gemiddelde optrekken, met percentages tot ruim 30%.
Als het over “ambtenaren” gaat, denken veel mensen uitsluitend aan de kantoormedewerkers in Brussel, maar de publieke sector is véél breder.
In de publicatie wordt aangestipt dat de rollen en functies van de publieke sector sterk variëren. ‘In sommige landen wordt de grote meerderheid van zorgverleners, leerkrachten en nooddiensten rechtstreeks tewerkgesteld door de overheid, in andere grotendeels door private bedrijven of non-profitorganisaties.’
Bij Statbel wijzen ze ons op cijfers van de Enquête naar de Arbeidskrachten, een sociaal-economische steekproefenquête bij huishoudens die ook in andere EU-lidstaten wordt uitgevoerd. Binnen die data kun je filteren op economische activiteit, of zogenaamde NACE-codes. De publieke sector – waarin dus vooral ambtenaren werken – valt dan onder NACE O (Openbaar bestuur en defensie, verplichte sociale verzekeringen) en NACE P (Onderwijs). In België is die sector goed voor 18,2% van de werkende bevolking.
Statbel berekende voor Knack ook het Europese gemiddelde, op basis van Eurostat-gegevens: 14,4%. België zit daar dus inderdaad ruim 20% boven. Maar opvallend: landen die in de OESO-ranking relatief laag scoren, zoals Nederland (12%) en Duitsland (11%) scoren hier respectievelijk 15% en 14%. En Luxemburg, dat in de OESO-berekening aan 12% zit, scoort hier zelfs hoger dan België: 18,5%.
‘Al die verschillende statistieken bewijzen hoe moeilijk het is om het percentage ambtenaren tussen landen te vergelijken’, zegt professor publiek beleid Wouter Van Dooren (Universiteit Antwerpen). ‘Het ene land kiest er bijvoorbeeld voor om gratis kleuteronderwijs aan te bieden, het andere niet. Of om het openbaar vervoer te privatiseren.
‘Als het over “ambtenaren” gaat, denken veel mensen uitsluitend aan de kantoormedewerkers in Brussel, maar de publieke sector is véél breder: leerkrachten, defensie, zorgmedewerkers, openbaar vervoer, politie… De vraag is of daar zo veel te besparen valt. Als overheid kun je beslissen om dat allemaal te privatiseren en te subsidiëren, maar dan blijven de kosten ongeveer gelijk. Tenzij je de burger veel meer zelf laat betalen. Dé kern van de discussie is: welke publieke diensten wil je, en waarvoor moet de overheid betalen?’
Is het waar?
Uit cijfers van Eurostat blijkt dat België ruim 20% meer ambtenaren telt dan het Europese gemiddelde. Maar die cijfers zijn moeilijk te vergelijken. We beoordelen de stelling als eerder waar.
Bronnen
In het artikel vindt u links naar alle gebruikte bronnen.
Bovendien namen we voor deze factcheck contact op met de volgende mensen:
– Telefoongesprek en mailverkeer met Wouter Van Dooren (Universiteit Antwerpen), 29-30 april 2024.
Alle bronnen werden het laatst geraadpleegd op 30 april 2024.
Meer informatie over de factchecks vindt u op de website van Knack.
U vindt onze factchecks ook terug bij deCheckers, samen met betrouwbare factchecks van andere Vlaamse redacties.
Knack is erkend lid van het International Fact-Checking Network (IFCN) en European Fact-Checking Standards Network (EFCSN).
Krasse uitspraak, straf cijfer of dito feit in de actualiteit gezien?
Vul uw vraag in op de website van deCheckers met exacte bronvermelding van het citaat of stuur het naar factcheck@knack.be.
Knack maakt onderdeel uit van Roularta Media Group.