Minister Diependaele legt bloemen neer bij ontploft appartementsgebouw in Turnhout
(Belga) Vlaams minister van Wonen, Matthias Diependaele, heeft woensdagochtend in Turnhout bloemen neergelegd bij het ontplofte appartementsgebouw in de Boerenkrijglaan. Burgemeester van Turnhout Paul Van Miert toonde de minister de plaats van de ravage. “Dit is een oorlogsbeeld, zoiets zien zijn we niet gewoon in Vlaanderen. Dit doet wel iets met mij”, reageerde de minister aangedaan.
De ramp gebeurde in de ochtend van 31 december. Volgens het Antwerpse parket werd de explosie mogelijk veroorzaakt door een installatiefout aan een gasvuur. Bij het drama zijn vier mensen gestorven. Eén vrouw zat een hele dag gekneld en werd ’s avonds bevrijd. Zij is in het ziekenhuis, maar stelt het goed, laat burgemeester Van Miert weten. Minister Diependaele looft het werk van de stad, de sociale huisvestingmaatschappij en de hulpdiensten: “Het crisisbeheer hier in Turnhout zowel onmiddellijk na de ramp, als enkele uren later, is echt goed verlopen. Woonmaatschappij De Ark is erin geslaagd om de komende week al de sleutel te geven aan die mensen voor een nieuwe sociale woning. Dit is echt een verwezenlijking, waar De Ark trots mag op zijn.” Had de ramp kunnen vermeden worden? Minister Diependaele is voorzichtig: “Ik vind dat wij als politici terughoudend moeten zijn en niet de illusie van perfecte veiligheid moeten gaan verkondigen. We moeten streven naar absolute veiligheid, maar het valt niet te bereiken. Wat belangrijk was, is dat er structureel niets mis was met dit gebouw. Dat weten we. We zetten de laatste decennia heel hard in op de woonkwaliteit van sociale woningen.” Toch moeten er voor heel Vlaanderen lessen getrokken worden uit de ramp in Turnhout, vindt minister Diependaele: “We bekijken hoe we hieruit kunnen leren. We gaan naar grotere sociale woonmaatschappijen. Er moet overal onmiddellijk een plan klaarliggen voor als er zoiets gebeurt. Daarnaast wil de Vlaamse regering helpen in het voorzien van voldoende noodwoningen. Alle gemeentes en steden kunnen subsidies krijgen voor noodwoningen om mensen – bij een dergelijke ramp of bij brand – binnen de paar uur te slapen leggen.” Een stabiliteitsingenieur van de sociale huisvestingmaatschappij De Ark kwam woensdagochtend langs. Zijn conclusies zijn nog niet bekend. Hij onderzocht of het pand nog betreedbaar is: welke delen volledig instabiel zijn en welke delen nog mogelijks te betreden zouden zijn. Dat is belangrijk omdat de bewoners uiteraard graag spullen zouden willen recupereren, maar voorlopig is het nog onduidelijk of dat gaat mogen. Nog steeds komen er mensen een kaarsje aansteken of bloemen neerleggen. Zo kwam ook Ilse Starckx woensdagochtend langs met haar achtjarig zoontje. “Het heeft me aangegrepen”, getuigt ze. “Hier zijn vier mensen gestorven. Ik kende ze niet, maar het had ieder van ons kunnen zijn.” (Belga)