Tom Naegels
‘Wie radicalisering onder moslims bekampt, trapt in dezelfde val als wie zich verzette tegen het Vlaams Blok’
Auteur Tom Naegels over hoe de anti-radicaliseringsbeweging vandaag in dezelfde val trapt als de anti-racismebeweging in de jaren 1990. ‘Waarom denkt men dat die strategie vandaag wél zal werken?’
Maarten Boudry legt omstandig uit waarom hij zich ergert aan zogenaamde gutmenschen, maar door te zeggen dat hij het op zich niet erg vindt dat ze hun opvattingen superieur vinden aan andere, omzeilt hij net de paradox waar ik het in Knack over had.
Wie radicalisering onder moslims bekampt, trapt in dezelfde val als wie zich verzette tegen het Vlaams Blok.
Voor de meeste tegenstanders van multicultureel links is dat immers wél een belangrijke drijfveer. Men vond en vindt die multiculti’s, die politiek-correcten, die gutmenschen – hoe je ze ook wil noemen – arrogant.
Aldoor stonden ze te preken hoe hun kosmopolitisme superieur was aan ‘een eng nationalisme’. Wie ook maar één kanttekening durfde te plaatsen bij hun multiculturele heilsleer, werd voor racist versleten. Zelfingenomen betweters waren het, hogepriesters van een linkse kerk, onuitstaanbare moraalridders die zich toch zo verheven voelden boven het gewone volk, dat ze het liefst van al zouden vervangen door een volk dat qua waarden en normen meer op hen leek.
En daar wordt dan in één adem aan toegevoegd: ‘We moeten nu eens eindelijk veel duidelijker durven zeggen dat onze waarden superieur zijn aan die van de islam.’ Want dat is wat multicultureel links is vergeten te doen.
Maar dat is toch een paradox? Als iemand – een linkse kosmopoliet – jou komt vertellen dat zijn waarden superieur zijn aan de jouwe, dan is hij een moraalridder. Hij kiest de moral high ground. Het ressentiment dat dat oproept, zorgt ervoor dat je nog mìnder bereid bent om zijn argumenten te overwegen. Maar als je zelf je eigen waarden superieur noemt, dan is het iets dat je ‘durft’. Dat is dapper. Onbegrijpelijk dat we het niet allemaal veel vaker doen.
Geef toe. Dat is gek.
Het is maar één van de vele gelijkenissen tussen de beweging die vandaag de radicalisering onder moslims bekampt, en de beweging die zich in de jaren 1990 verzette tegen het Vlaams Blok.
Anders dan men het vaak voorstelt, was dat immers geen zootje weg-met-ons cultuurrelativisten, die zich het liefst zo snel mogelijk wilden onderwerpen aan de islam omdat ze een hekel hadden aan de Europese cultuur.
Integendeel, zij zagen zichzelf als de erfgenamen van alles wat moreel hoogstaand was in de Europese traditie. Zij brachten de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens in de praktijk, en die stamde dan weer af van de befaamde Déclaration des Droits de l’Homme et du Citoyen, dat basisdocument van de Franse Revolutie.
Wat was het cordon sanitaire anders dan de liberale democratie die klaar en duidelijk zei: ‘Deze waarden accepteren wij niet’?
Het waren de antiracisten die zichzelf als kinderen van de Verlichting zagen – terwijl de racisten en de nationalisten in hun ogen, helaas, de bastaards waren, uitzaaiingen van die altijd weer de kop opstekende kanker, die negatie van de Europese waarden, de anti-Verlichting. Met de gewone kiezers van het Vlaams Blok wilde men nog in gesprek gaan, maar de ideologie – nee, iedereen wist toch dat het nationalisme altijd tot oorlog leidt?
Wat was het cordon sanitaire anders dan de liberale democratie die klaar en duidelijk zei: ‘Deze waarden accepteren wij niet’? Veel cultuurrelativisme kwam daar niet bij kijken.
Dat zelfbewust universalisme toonde zich in meer dan enkel het cordon. Politici van diverse partijen waren ervan overtuigd dat ‘de groeiende xenofobie’ alleen maar kon worden tegengegaan door de wetgeving aan te passen. Men vond dat men onvoldoende juridische instrumenten had om op te treden tegen de haatpredikers van het Vlaams Blok. We kunnen toch niet toestaan dat onze vrijheden worden misbruikt om ze op te doeken? Dus werd de antiracismewet twee keer verstrengd. En er werd een antidiscriminatiewet aan toegevoegd. Een forum in de pers kregen ze best ook niet al te vaak. In het onderwijs moest er aandacht gaan naar onze democratische waarden.
Er ontstond een sfeer van permanente verontwaardiging.
Er ontstond een sfeer van permanente verontwaardiging, waarin geen onderscheid werd gemaakt tussen een reële bedreiging voor de democratie, en een banaliteit die als dusdanig kon worden voorgesteld.
Lijkt dat niet heel erg op wat er vandaag gebeurt? Doet het niet denken aan de mantra dat men met gewone moslims het gesprek wil blijven aangaan, maar dan enkel om hen duidelijk te maken dat de ideologie van het islamisme (of de islam als dusdanig) niet compatibel is met de Europese cultuur?
Roept het geen herinneringen op aan de vele wetgevende initiatieven en ideetjes die vandaag worden gelanceerd om salafistische haatpredikers de pas af te snijden? En aan de futiliteiten die worden aangegrepen om het probleem telkens weer op de agenda te zetten? Zo’n discussie over het gemeentebestuur dat geen kerststal zou willen zetten, of de school die geen moederdag meer zou willen vieren, of dat koppel dat bij hun huwelijk de schepen geen hand wilde geven, lijkt die niet op de verontwaardiging over het koppel dat niet door een zwarte schepen wilde getrouwd worden, of die man met zijn racistische hond? Bent u die al vergeten? Googelt u hem maar eens.
En dus dringt de vraag zich op: heeft het toen gewerkt? Zijn die zelfbewuste erfgenamen van de Verlichting, die uit naam van universele principes krachtig durfden te zeggen dat hun waarden superieur waren aan die van het Vlaams Blok, erin geslaagd om de Vlamingen die wantrouwig stonden tegenover vreemdelingen, te overtuigen van hun gelijk? Hebben die Vlamingen gezegd: ‘Verhip, zo had ik het nog niet bekeken, ik heb inderdaad de verkeerde waarden. Wacht, laat ik ze snel vervangen door de jouwe’?
Waarom denkt men dan dat diezelfde strategie vandaag wél zal werken?
Ik ben het helemaal eens met het pleidooi van Boudry voor de liberale democratie, maar ik vind het ook volledig naast de kwestie. Niemand betwist dat de liberale democratie beter werkt dan een theocratie. Ze is, als politiek systeem, superieur aan alle andere.
Niemand betwist dat de liberale democratie beter werkt dan een theocratie.
Maar dat is niet het punt. Het debat dat West-Europeanen al veertig jaar voeren is niet of we ‘onze samenlevingsvorm’ moeten vervangen door iets anders, maar hoe we een aantal groepen die zich vervreemd zijn gaan voelen van de samenleving, er weer bij kunnen betrekken.
De twee meest zichtbare groepen zijn de moslims enerzijds, en de kiezers van radicaal-rechtse partijen anderzijds. Ze mogen dan een hekel aan elkaar hebben, ze lijken sterk op elkaar. Allebei hebben ze het gevoel dat hun waarden en hun identiteit binnen de dominante cultuur worden afgewezen (‘wij worden altijd voorgesteld als racisten’ is het spiegelbeeld van ‘wij worden altijd voorgesteld als terroristen’). Allebei voelen ze zich gediscrimineerd, gestigmatiseerd, belachelijk gemaakt en beperkt in hun vrijheid van meningsuiting. En allebei kijken ze vol wrok naar dezelfde liberale elite, die voor de moslims te blank en te seculier is, en voor de rechts-radicalen te politiek correct.
Als dat het probleem is, dan helpt het niet als die liberale elite hen vervolgens komt vertellen dat ze allebei, ieder om hun eigen redenen, de superioriteit van het Europese samenlevingsmodel moeten erkennen. Dan mag je dat intellectueel nog met honderd argumenten onderbouwen. Een samenleving voert geen intellectueel debat.
Nuttiger is het om te kijken hoé het Vlaams Blok uiteindelijk toch stemmen is gaan verliezen. Het Blok verloor die niet aan de partijen die vol overtuiging met hun superieure antiracistische waarden stonden te zwaaien. Het verloor die aan een partij die begrip opbracht voor die kiezer. De N-VA heeft de rechtse autochtoon weggeleid van het harde racisme van Filip Dewinter door te tonen dat ze best wel snapte waarom hij voor hem had gestemd. En ze deelt veel van de overtuigingen van de Blok-kiezers: het verzet tegen migratie, een minimale invulling van het concept ‘racisme’, het wantrouwen tegen de pers, het idee dat de Vlaamse cultuur op een oneigenlijke manier is overgenomen door politiek-correct links, en dat het daar nu maar eens mee gedaan moet zijn.
De N-VA heeft de rechtse autochtoon weggeleid van het harde racisme van Filip Dewinter door te tonen dat ze best wel snapte waarom hij voor hem had gestemd.
Wat mij dat leert: mensen veranderen zelden totaal van waardenkader. Maar ze hebben wel, binnen dat waardenkader, bewegingsvrijheid. Ze kunnen heel radicaal gaan, of gematigder. En dat wordt onder meer bepaald door het feit of ze zich serieus genomen voelen. Wie te vaak praatjes hoort over superieure waarden, voelt zich niet serieus genomen. En die wordt bokkig. Iedereen weet dat het zo werkt, omdat iedereen zelf zo in elkaar zit.
De tragiek is dat wie empathie opbrengt voor de gekrenkte autochtoon, dat blijkbaar enkel kan door zich superieur op te stellen tegenover de moslim. En omgekeerd.
Terwijl we ze allebei zullen moeten betrekken, willen we de spanningen binnen de liberale democratieën doen afnemen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier