De offshore-connecties van Dexia, Fortis, KBC en Bank Degroof

© Reuters/Knack
Kristof Clerix
Kristof Clerix Onderzoeksjournalist

De voormalige Dexia-dochter Experta leverde zelf “stroman-directeurs” voor offshores. En ook dochterondernemingen van Bank Degroof en de bankgroepen Fortis en KBC duiken op in het documentenlek van het Panamese advocatenkantoor Mossack Fonseca. ‘Toen we onder het management van Fortis vielen, traden we op als “back office” voor een paar duizend offshorestructuren voor Fortis-klanten’, zegt een woordvoerder van de Intertrust Group.

DEXIA

Op basis van gelekte documenten die Knack kon inkijken via het International Consortium of Investigative Journalists (ICIJ) en Süddeutsche Zeitung berichtten we eerder al over de talkrijke offshores die waren opgezet via Experta, een voormalig dochterbedrijf van de Dexia-groep. Uit een verdere analyse van het documentenlek blijkt nu dat Experta bovendien zelf haar eigen “stroman-directeurs” leverde voor offshores.

In tal van offshores die via Experta werden opgericht, duiken immers opvallend vaak dezelfde drie namen op in directie en bestuur: Lannage S.A. (voorzitter), Valon S.A. (secretaris) en Koffour S.A. (directeur). Dat was bijvoorbeeld het geval bij Panamese offshores opgericht in 2008 met namen als Aubert Inc, Yclat Euro Investment Inc, Glenview Euro Investment Inc en Dreamline Euro Investment Inc.

Wat blijkt nu? De drie Luxemburgse vennootschappen Lannage, Valon en Koffour houden kantoor op hetzelfde adres als Experta. ‘De drie bedrijven zijn eigendom van en worden operationeel geleid door Experta’, bevestigt ceo Jean-Marie Bettinger aan Knack. Op de vraag waarom Experta zijn eigen Luxemburgse bedrijven liet optreden in het bestuur van offshores, antwoordt Bettinger: ‘Het beheer van bepaalde soort bedrijven vereist specifieke bedrijfs-, belastings-, boekhoud- en managementvaardigheden. Sommige van onze klanten hebben ervoor gekozen om Experta, of een van zijn dochterbedrijven, aan te duiden om in dat soort administratieve diensten te voorzien.’

Koffour SA werd in 2002 opgericht door Banque Internationale à Luxembourg en Lirepa, een ander Luxemburgs bedrijf. Valon SA en Lannage SA echter werden in 1998 opgericht door… twee bedrijven op de Britse Maagdeneilanden. Die twee ­-Alazee Corp en Koffour SA (niet te verwarren met het gelijknamige Luxemburgse bedrijf)- hadden hetzelfde adres op de Maagdeneilanden. De oprichting van de twee offshores (die sinds mei 2004 inactief zijn) was gevraagd door Cregem International Bank, zo blijkt uit een interne fax van Mossack Fonseca verstuurd in 1997. Cregem International Bank was op haar beurt in 1990 in Luxemburg in het leven geroepen door het Gemeentekrediet.

Pittig detail: in het jaarrapport 2005 van de Dexia-groep stonden de drie Luxemburgse bedrijven en de twee offshores op de Britse Maagdeneilanden gewoon vermeld.

FORTIS

De zoekterm ‘Fortis’ levert 9108 hits op in onze Panama Papers-databank. Dochterbedrijven van de toenmalige Fortis-groep -zij het niet de Belgische bank Fortis- duiken dan ook op in het lek van 11,5 miljoen documenten van Mossack Fonseca. Wel bleken ze via Mossack Fonseca beduidend minder betrokken bij de offshore wereld dan met de Dexia-groep het geval was.

De Mossack Fonseca-klantenfiche van Fortis Bank Luxembourg vermeldt 14 ‘niet-actieve bedrijven’. In andere gelekte documenten staan de namen van de offshores in kwestie vermeld: Abson Holdings Inc (Panama), Ascott Financial Corporation (Britse Maagdeneilanden), Linus SA (Panama), enzovoort. Het gros van de offshores werd opgericht én stopgezet in de jaren negentig. In een verslagje dat Mossack Fonseca in 1995 opstelde na een ontmoeting met een medewerker van Fortis Bank Luxemburg staat trouwens dat de bank ‘niet veel offshore vennootschappen kan gebruiken omwille van restricties opgelegd door de fiscale overheden’. En in 2001 merkte Mossack Fonseca het Luxemburgse filiaal van Fortis als ‘inactief’ aan ‘aangezien het geen actieve bedrijven, trusts of stichtingen’ meer had bij Mossack Fonseca.

Toch duiken er in het documentenlek andere indicaties op van de relatie tussen de toenmalige Fortis-groep en de wereld van offshores. Zo was er de Intertrust Group, die in 2002 werd overgenomen door Fortis en tot 2008 deel uitmaakte van de bank- en verzekeringsgroep. Ten tijde van de overname was Intertrust, een organisatie gespecialiseerd trust- en bedrijfsmanagement met hoofdzetel op Curaçao, actief in twaalf landen. Het had onder meer filialen op Curaçao, de Britse Maagdeneilanden, in Luxemburg en Hongkong. De Mossack Fonseca-klantenfiche van het Hongkongse filiaal van Intertrust vermeldt 3 ‘actieve bedrijven’ en 238 ‘niet-actieve bedrijven’. Vast staat echter dat méér dan 3 offshores nog actief waren in de periode dat Intertrust Hong Kong Limited deel uitmaakte van de Fortis-groep. Dat blijkt uit een data-analyse van de gelekte documenten.

Opmerkelijk is ook dat onderdelen van de Fortis-groep niet enkel in contact stonden met Mossack Fonseca voor de oprichting van offshores. Uit verschillende gelekte documenten blijkt ook dat er contacten waren met Trident Trust, naar eigen zeggen de ‘leidende onafhankelijke aanbieder van bedrijfs-, trust- en fondsendiensten aan de financiële dienstensector wereldwijd’. Een voorbeeld van de contacten met Trident Trust dateert van 2006, toen Fortis Intertrust (Curacao) NV directeur werd van een offshore op de Britse Maagdeneilanden (JFC Group Holding), geregistreerd op het adres van Trident Trust Company.

Ten slotte zitten er in het datalek van Mossack Fonseca tal van volmachten uitgevaardigd door de raad van bestuur van offshores op Panama en de Britse Maagdeneilanden om bankrekeningen te openen bij filialen van Fortis in Nederland, Zwitserland, Luxemburg en Singapore. In 2006 bijvoorbeeld leverde het bestuur van Talmay Trading Inc (Britse Maagdeneilanden) een volmacht af om een bankrekening te openen bij Fortis Bank Nederland NV; in 2007 was er een volmacht van JMB Consulting SA (Panama) voor het openen van een bankrekening bij Fortis Banque Luxembourg SA; enzovoort. Dat offshores ook daadwerkelijk Fortis-bankrekeningen hadden, blijkt dan weer uit andere gelekte documenten. Een schrijven van Fortis Private Banking Singapore Ltd uit augustus 2007 maakt melding van een bankrekening op naam van Argos Holding Limited, een offshore opgericht op het kleine eiland Samoa (Polynesië) en geregistreerd op Niue (Polynesië). Ovlas Trading SA, een offshore op de Seychellen, had in januari 2008 dan weer een bankrekening bij Fortis Bank SA/NV in London.

We legden onze bevindingen voor aan de Intertrust Group. Directeur communicatie Anne Louise Metz stuurde de volgende reactie: ‘De scheiding tussen Intertrust en Fortis in 2009 betekende een transformatie in ons eigenaarschap en onze strategische focus. In die periode hebben we een aantal activiteiten stopgezet. Ook ons klantenportfolio hebben we toen drastisch aangepast, waarbij we de relatie met een aantal groepen klanten hebben stopgezet. Toen we onder het management van Fortis vielen, traden we op als “back office” voor een paar duizend offshorestructuren voor Fortis-klanten, voornamelijk beheerd vanuit Luxemburg.’

‘Hoewel Intertrust nooit een commerciële relatie met Mossack Fonseca heeft gehad, zijn we er ons van bewust dat sommige van deze Fortis-klanten inderdaad werkten met Mossack Fonseca of andere Panamese leveranciers van trust- en bedrijfsdiensten.

Zoals u zelf al aangaf in uw vragenlijst, is het perfect legaal om offshore structuren te hebben, hoewel deze klanten tot de groepen klanten behoren waarvan we bewust hebben besloten om de relatie ermee te beëindigen, voornamelijk aangezien ze in het algemeen niet aan de hoge normen voldeden die we onszelf hadden opgelegd. Tengevolge daarvan hebben we afstand genomen van 98% van deze klanten, en vandaag slechts een handvol van hen behouden -die allen aan onze normen voldoen. Dit is een illustratie van onze selectiviteit in het type business dat we aanvaarden. We kunnen geen commentaar geven op wie onze klanten zijn (en wie niet), en kunnen bijgevolg geen bijkomende commentaar geven op de specifieke bedrijven waarnaar u in uw vragenlijst verwijst.’

‘Intertrust heeft besloten om van hoge standaarden een competitief voordeel te maken toen we onafhankelijk werden, en sindsdien maakt dit deel uit van de kern van onze strategie. We hanteren een zeer strikt proces, en strikte procedures, bij het aanvaarden van klanten. We kennen alle uiteindelijk begunstigden van de entiteiten en structuren waar we diensten voor leveren, en die informatie is steeds ter beschikking van regelgevende overheden wanneer nodig. We scannen ook voortdurend ons klantenportfolio, om na te gaan of er ontwikkelingen zijn die ons ertoe aanzetten om de relatie met een klant te heronderzoeken of zelfs stop te zetten. Daarenboven voeren we regelmatig diepgaande beoordelingen uit van onze klanten.’

‘In de 13 landen waar we actief zijn, opereren we in een gereguleerde industrie. Zelfs in de niet-gereguleerde markten waar Intertrust kantoren heeft, houden we ons aan dezelfde interne processen en procedures om klanten te aanvaarden als in de gereguleerde jurisdicties. Intertrust heeft een goede relatie met al zijn regulators.

We hebben onze reputatie als high quality dienstenleverancier zorgvuldig opgebouwd, met strikte praktijken inzake risicobeheersing, en we hechten veel belang aan onze reputatie.’

BANK DEGROOF

Bank Degroof is de grootste onafhankelijke private en zakenbank van België. Ze heeft dochterondernemingen in Frankrijk, Luxemburg, Spanje, Zwitserland en Hongkong. Bank Degroof telt een duizendtal medewerkers, die onder meer advies geven rond vermogensbeheer, financiële markten en vastgoedactiviteiten.

Uit de gelekte documenten van Mossack Fonseca blijkt dat een aantal bankrekeningen bij Bank Degroof op naam stonden van offshore bedrijven. Zo was er Gretna Investors SA, opgericht in 2003 op de Britse Maagdeneilanden via een Luxemburgs financieel advieskantoor. Gretna Investors had tot april 2014 een bankrekening bij Banque Degroof, zo staat te lezen in de vereffeningsdocumenten van de offshore. Een ander voorbeeld is Quail Holdings Limited, in 1997 opgericht op de Seychellen. In een schrijven -met briefhoofd van Banque Degroof Luxembourg- gedateerd op 18 november 2014 en gericht aan Quail Holdings Limited verklaarde de bank: ‘Zoals u ons heeft opgedragen, hebben we de bankrekening gesloten’. Het kantoor Fidalux, dat de offshore had laten oprichten, stuurde de brief vervolgens door naar Mossack Fonseca op de Seychellen. De aandelen van de offshore -die in december 2014 werd opgedoekt- stonden overigens op naam van een Belgische handelaar.

Verder zitten in het documentenlek verschillende verslagen van de raad van bestuur van offshores in Panama (met namen als Matrix Finance LTD of Turner Shipping Inc), die de volmacht volmacht gaven aan individuen om bankrekeningen te openen bij Banque Degroof in Genève of Luxemburg.

Hielp Bank Degroof ook offshores oprichten? Fidalux, waar Bank Degroof tot 2004 een participatie in aanhield, liet in 2001 zestien offshores oprichten op de Seychellen. En toen Banque Degroof Luxembourg in 2005 alle aandelen van Banque Nagelmackers Luxembourg verwierf, erfde ze ook het beheer van een aantal offshores. Banque Nagelmackers had tussen 1996 en 2002 immers 72 offshores laten registreren op de Seychellen, de Bahama’s en de Britse Maagdeneilanden. Vijftien daarvan werden pas na de overname door Degroof uit de bedrijfsregisters van de belastingparadijzen geschrapt, zo blijkt uit de gelekte documenten.

We legden de bevindingen voor aan Bank Degroof Petercam (in 2015 zijn Bank Degroof en beursvennootschap Petercam gefuseerd), en ontvingen de volgende reactie: ‘De algemene politiek van Bank Degroof Petercam is steeds geweest om advies en diensten te verlenen conform de lokale, Europese en internationale wetgeving. Degroof Petercam heeft hierin scrupuleus de evolutie van de wetgeving gevolgd die de laatste jaren sterk geëvolueerd is (bv. common reporting standards). We adviseren en begeleiden onze cliënten om te voldoen aan de regelgeving.’

KBC

Ook de KBC-groep duikt op in Panama-papers, al gaat het ook ditmaal niet om het Belgische bankfiliaal. Filialen van Kredietbank in Luxemburg en Zwitserland en van KBL in Monaco lieten toe om bankrekeningen te openen op naam van offshores. Enkele voorbeelden. Op 20 juli 2010 mailde een Luxemburgs advocatenkantoor informatie door naar Mossack Fonseca over Chappell Holdings Inc, een oude Panamese offshore. ‘De enige activa van Chappell Holdings Inc zijn een bankrekening bij Kredietbank in Luxemburg’, klinkt het in het gelekte document. In mails uit 1996 staat dan weer dat ook The Salisbury Corporation, een andere Panamese offshore, een bankrekening had bij Kredietbank SA Luxembourgeoise.

Naast die oude gevallen zijn er in het datalek van Mossack Fonseca ook sporen van bankrekeningen op naam van offshores van meer recente datum. Zo duikt een mail op van 11 februari 2011 waarin sprake is van een bankrekening bij Kredietbank (Suisse) SA Genève, op naam van Balenbrook Investments Ltd, een offshore op de Britse Maagdeneilanden opgericht in 1999. En een verslag van de raad van bestuur van Fareham Corp gedateerd 27 oktober 2014 geeft de opdracht om ‘de bankrekening op naam van het bedrijf geopend bij KBL Monaco Private Bankers’ te sluiten. Kort daarna werd Fareham Corp, een offshore op de Seychellen opgericht in 2006, zelf ook inactief.

De persdienst van KBC stuurde een lange reactie door, die we op haar vraag integraal publiceren: ‘Als algemeen principe wenst KBC, vanuit haar discretieplicht als bankier, zich niet uit te spreken over individuele dossiers en à fortiori niet over klantendossiers die niet meer onder de controle van KBC vallen. KBC wenst wel volgende duiding mee te geven.

KBL European Private Bankers (‘KBL epb’) [daaronder vielen onder meer Kredietbank in Luxemburg en Zwitserland en KBL in Monaco, nvdr] was tot 31 juli 2012 een dochter van KBC Groep, actief in private banking activiteiten in verscheidene Europese landen. In het kader van zijn Europees herstelplan heeft KBC Groep in 2009 de beslissing genomen om alle internationale privatebankingactiviteiten buiten zijn kernmarkten af te stoten, gezien dergelijke activiteiten (zoals bijvoorbeeld ook de diamantfinancierings-activiteiten) duidelijk niet meer pasten in de toekomstvisie en vernieuwde strategie van KBC Groep.’

‘Op 10 oktober 2011 kondigde KBC Groep NV de verkoop aan van KBL epb aan Precision Capital S.A. Die verkoop werd op 31 juli 2012 afgerond. KBL epb was op dat moment een van de grootste Europese privatebankinggroepen met een netwerk van aangesloten lokale banken in negen Europese landen: België, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, Monaco, Nederland, Spanje, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk.’

‘Binnen de KBC Groep gold en geldt het principe dat iedere entiteit de eigen lokale wetgeving respecteert. KBL epb opereerde binnen de krijtlijnen van en met respect voor de lokale wettelijke en fiscale verplichtingen en onder toezicht van de lokale bankautoriteiten/toezichthouder in Luxemburg en de andere landen waarin het actief was.’

‘KBC Groep hanteert vandaag een heel duidelijk beleid en is niet betrokken bij het opzetten van schermvennootschappen. KBC vervult al zijn wettelijke en fiscale verplichtingen in alle landen waar het zijn activiteiten ontplooit en bericht daarover op transparante wijze in (o.a.) de sectie “beleidslijnen” op de bedrijfswebsite www.kbc.com, het Jaarverslag en het Verslag aan de Samenleving.’

‘In de begeleiding van vermogende klanten en bedrijven waakt KBC er over dat zijn adviezen fiscaal correct zijn en conform de waarden en beleidslijnen van de organisatie verlopen, dat er niet meegewerkt wordt aan het opzetten van fiscale constructies (conform de richtlijnen van de toezichthouder m.b.t. het opzetten van Bijzondere Mechanismen) en er een economisch draagvlak is voor de activiteiten waarvoor bancaire dienstverlening wordt gevraagd.’

‘Wanneer een offshore vennootschap een rekening zou openen bij KBC Bank (of een dochterbank) dan respecteert KBC de wettelijke regels inzake de identificatie van de achterliggende economische eigenaars (Beneficial Ownership Declaration). KBC heeft hierover duidelijke interne instructies uitgewerkt voor zijn medewerkers en ziet nauwgezet toe op de naleving ervan.’

‘Zoals door de antiwitwaswetgeving opgelegd, monitort KBC actief alle inkomende en uitgaande transacties met tax havens en andere risicolanden. Een transactie op zich kan een gegronde economische verklaring hebben. Niet iedere transactie met een tegenpartij uit die landen is per definitie verdacht. De beoordeling daarvan gebeurt op basis van een aantal parameters. Als die parameters aangeven dat een transactie verdacht is, meldt KBC die onmiddellijk aan de bevoegde overheidsinstantie.

KBC kan zich uiteraard niet uitspreken over de wijze waarop individuele klanten hun persoonlijke verplichtingen aan de fiscus nakomen.’

‘KBC onderschrijft de inspanningen van de Belgische overheid om fiscale fraude en financiële criminaliteit efficiënt te bestrijden en doet dat conform de geldende rapporteringsregels. KBC heeft in dat verband in de voorbije jaren heel wat inspanningen geleverd om de nieuwe en voortdurend wijzigende regelgeving (o.a. antiwitwasrichtlijnen, de Europese spaarrichtlijn, FATCA, common reporting standards, …) te implementeren.’

PanamaPapers is een samenwerking tussen Knack, ICIJ, Süddeutsche Zeitung, De Tijd, Le Soir en MO*.

Partner Content