Rik Van Looy in 7 opvallende cijfers: hoe hij op één vlak beter deed dan Eddy Merckx

Rik Van Looy won in 1962, in de regenboogtrui, de Ronde van Vlaanderen na een korte solo. © BELGAIMAGE
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Rik Van Looy, die woensdag op 90-jarige leeftijd overleed, was een van de grootste kampioenen uit de Belgische en internationale wielergeschiedenis. Zijn roemrijke carrière hebben we samengevat in zeven opmerkelijke cijfers.

474: totaal aantal zeges

Het aantal overwinningen dat Rik Van Looy behaald heeft op de weg: 107 bij de jeugd en 367 bij de profs, alle wedstrijden inbegrepen. Zonder zeges in kermiskoersen (78) en criteriums (114) kom je uit op 175 stuks, als eliterenner.

Die cijfers zijn het resultaat van maandenlang monnikenwerk van Jan De Smet en Patrick Feyaerts, hoofdredacteur en auteur van het wielertijdschrift WAAIERS. ‘Niemand zal echter ooit honderd procent juist alle overwinningen kunnen oplijsten, omdat de archieven uit die tijd niet compleet zijn. Zelfs in de lijst met overwinningen die Van Looys vrouw Nini voor het Boek Heerser en Verdeler uit 1966 heeft opgesteld, hebben we een fout gevonden. De kans is ook reëel dat een overwinning van Van Looy in het buitenland zo is vergeten’, zegt Feyaerts.

‘Het totale aantal zeges is ook afhankelijk van de criteria waarmee je rekening houdt. Tel je bijvoorbeeld allerhande nevenproeven in criteriums of omniums mee of niet? We kunnen wel zeggen dat het aantal zeges van Van Looy zich situeert tussen 466, waarvan 359 bij de profrenners, en 521, waarvan 409 bij de profs.’

8: een unieke klassieke reeks

De Keizer van Herentals won als eerste renner ooit de vijf klassieke monumenten: Milaan-Sanremo (eenmaal), Ronde van Vlaanderen (tweemaal), Parijs-Roubaix (driemaal), Luik-Bastenaken-Luik (eenmaal) en de Ronde van Lombardije (eenmaal). Alleen Eddy Merckx en Roger De Vlaeminck zouden hem dat nadoen.

Met die nuance dat er in die decennia nog geen sprake was van ‘monumenten’. Wel, tot minstens eind de jaren zestig, van de acht grote klassiekers. Daarbij hoorden ook de Waalse Pijl, Parijs-Brussel en Parijs-Tours. Van Looy zette die koersen ook elk minstens één keer op zijn erelijst. Merckx en De Vlaeminck, die beiden nooit Parijs-Tours wonnen, bleven steken op zeven.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

‘Van Looy wilde absoluut die reeks van acht vervolledigen en slaagde daar ook in toen hij in 1968 als 34-jarige de Waalse Pijl won’, zegt Patrick Feyaerts. ‘Leuke anekdote: De Vlaeminck, in die jaren een fan van Rik Van Looy, heeft naar eigen zeggen in Parijs-Tours altijd tegen Merckx gereden, omdat hij niet wilde dat die Van Looys reeks van acht zou evenaren. En om de rivaliteit nog wat extra te schetsen: Van Looy zei vaak dat Merckx alleen wereldkampioen is geworden toen hij niet deelnam (in 1967), of al met pensioen was (in 1971 en 1974). Merckx zou dan wel kunnen repliceren dat Van Looy nooit een van de acht klassiekers gewonnen heeft met hem aan de start – al is de overlappende periode wel klein. Nadat Merckx in 1966 prof was geworden, heeft Van Looy in 1967 nog Parijs-Tours gewonnen, maar toen reed Merckx met Patrick Sercu de Zesdaagse van Berlijn. En in de Waalse Pijl van 1968 was Merckx ziek.’

9: de loyauteit van de Rode Garde

Enkele getrouwen van Rik van Looy bleven jarenlang zijn ploegmaat, als lid van de zogenaamde Rode Garde van het team Faema. Willy Schroeders reed in totaal ruim negen seizoenen aan de zijde van Van Looy. Edgard Sorgeloos was bijna acht seizoenen ploeggenoot van de Keizer, Willy Derboven zeven en een half seizoen, en Joseph Schils en Henri De Wolf zes seizoenen.

‘Van Looy was als leider bijzonder dankbaar, als je tenminste loyaal bleef’, zegt Patrick Feyaerts. ‘Toen Schroeders in 1966 moest stoppen, als gevolg van een aanslepende zitvlakblessure, heeft hij hem een seizoen lang uit eigen zak een salaris betaald. Met Sorgeloos krijg hij dan weer ruzie omdat die wegging bij zijn ploeg. Dat kon Van Looy niet plaatsen. Pas later zijn ze weer vrienden geworden.’

4: monumenten winnen in de regenboogtrui

Van Looy is de enige renner die twee keer Parijs-Roubaix won in de regenboogtrui. Hij deed dat in 1961 en 1962. De laatste keer realiseerde hij zelfs als regerend wereldkampioen de ‘kasseidubbel’, met ook winst in de Ronde van Vlaanderen. Alleen Mathieu van der Poel deed hem dat, in 2024, na. Al won Van Looy toen ook nog Gent-Wevelgem, terwijl de Nederlander dit jaar er op de tweede plaats strandde.

Rik Van Looy wint Parijs-Roubaix van 1962, in de regenboogtrui. In de weken ervoor had hij al Gent-Wevelgem én de Ronde van Vlaanderen op zijn naam geschreven. © BELGA

Samen met Van der Poel (2023), Tadej Pogacar (2024), Tom Boonen (2005) en Eddy Merckx (1971) is Van Looy ook een van de slechts vijf renners die in één seizoen twee monumenten én het WK op de weg wonnen. Van Looy deed dat in 1961, met een zege in Parijs-Roubaix en Luik-Bastenaken-Luik (toen ook met de regenboogtrui om de schouders) en het wereldkampioenschap.

37: rittenkaper in grote rondes

Zoveel ritten won Rik Van Looy in de drie grote rondes: 12 in de Giro, 7 in de Tour en 18 in de Vuelta. Hij staat met dat aantal nog altijd negende in de ranglijst aller tijden. Als tweede Belg ook na Merckx, die met 64 etappeoverwinningen eerste staat.

Van Looy is wel de enige renner ooit die in de drie grote rondes een rit won in de drie respectieve hoofdsteden: Rome (1959), Parijs (1963) en Madrid (1958).

5: toptienplaatsen in grote rondes

Hoewel Rik Van Looy bestempeld wordt als een klassieke specialist, droeg hij in de drie grote rondes minstens één dag de leiderstrui en eindigde hij vijfmaal in de top tien van het eindklassement: derde in de Vuelta van 1959 en 1965, vierde en zevende in de Giro van 1959 en 1961, en tiende in de Tour van 1963, toen hij ook het puntenklassement won. Hij deed dat ook twee keer in de Vuelta, in 1959 en 1965, en was in de Giro van 1960 de beste in… het bergklassement.

‘Van Looy was zeker niet de beste klimmer’, zegt Feyaerts. ‘Hij verzamelde punten door in bergritten heel vroeg aan te vallen. In 1960 is hij zelfs in de laatste bergetappe op drie van de vier beklimmingen als eerste boven gekomen. Het was ook geen editie met veel zware cols. Opvallend ook: Van Looy had een jaar eerder dezelfde tactiek gehanteerd om nog een gooi te doen naar de eindzege. Zo heeft hij Jacques Anquetil die Giro doen verliezen. De Fransman koerste achter hem, omdat Van Looy een bedreiging werd in het eindklassement. De Luxemburgse klimmer Charly Gaul kon profiteren, en reed Anquetil uiteindelijk op bijna tien minuten.’

0: geen uitblinker in tijdritten

Rik Van Looy heeft in zijn hele carrière geen enkele tijdrit in een belangrijke rittenkoers of in een afzonderlijke chronorace gewonnen. ‘Hij had moeite om zichzelf pijn te doen als hij zijn tegenstanders geen pijn kon doen, zoals in een tijdrit’, zegt Patrick Feyaerts. ‘Het is ook de reden waarom hij, met name tegen Monsieur Chrono Jacques Anquetil, tekortschoot in grote rondes. Bergop was die de betere, in de klassiekere etappes kon Van Looy hem niet losrijden, en in de tijdritten moest hij veel minuten prijsgeven op de Fransman. Zoals in de Tour van 1962, voor hij moest opgeven na een aanrijding met een motor.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

‘In klassiekers kon Van Looy wel hard alleen fietsen. Daar redeneerde hij: als ik pijn heb, dan hebben de anderen nog meer pijn. Zo heeft hij ook drie klassiekers solo gewonnen: de Ronde van Vlaanderen in 1962, en vooral Parijs-Roubaix in 1962 en 1965. Alleen aankomen op de piste in Roubaix in de regenboogtrui, zoals in 1962: dat vond hij mooi. En na zijn sprintnederlaag in de editie van 1963, tegen Emile Daems, wilde hij in 1965 niet met de snellere Willy Vannisten naar de finish rijden.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content