Was het wielervoorjaar te saai? Alleen Merckx was nog dominanter dan Pogacar en Van der Poel

Het podium van Luik-Bastenaken-Luik met Romain Bardet, Tadej Pogacar en Mathieu van der Poel. © Getty
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Nooit in de recente wielergeschiedenis werd het klassieke voorseizoen zo beheerst door twee renners, Tadej Pogacar en Mathieu van der Poel. Cijfers geven aan dat koersfans dat saai vonden. Dat stemt tot nadenken, en hervormen.

Dat hij zou aanvallen, dat wist iedereen. Meer dan waarschijnlijk ook op de Côte de la Redoute, ondanks de tegenwind in de finale. En toch kon niemand Tadej Pogacar in de finale van Luik-Bastenaken-Luik een strobreed in de weg leggen.

De enige verrassing was dat hij al aanviel op 900 meter voor de top van de Redoute. Nog vroeger dan Remco Evenepoel de voorbije twee jaar, of gelijk welke topfavoriet in het verleden. Alleen Richard Carapaz klampte nog 400 meter aan, tegen beter weten in.

In tegenstelling tot al zijn concurrenten, die op de pedalen stonden, bleef Pogacar vast in het zadel hallucinante wattages trappen. Boven op de top had hij al 18 seconden voorsprong en zette hij en passant een nieuwe KOM (snelste tijd ooit) neer. Met 4 minuten en 3 seconden was hij, zelfs met wind schuin op kop, maar liefst 10 seconden sneller dan Evenepoel in 2023.

Daarna reed de UAE-renner in een kleine zes kilometer een voorsprong van een minuut bijeen, waarna hij zijn tocht voorzette tot in Luik.

Totale duur: 47 minuten en 30 seconden over 34,80 kilometer.

Gemiddelde snelheid (nadat hij had uitgebold in de laatste honderden meters): 44 kilometer per uur (met de wind veelal op kop dus).

Voorsprong: 1 minuut en 39 seconden.

Het was de langste solo en de grootste voorsprong in L-B-L sinds Bernard Hinault in 1980 de sneeuweditie won na een aanval van 77 kilometer en de tegenstand op ruim negen minuten reed.

De uitleg van Pogacar, die – naar zijn normen – wel degelijk had ‘geleden’: ‘Ik doe het altijd op dezelfde manier. Je wilt alleen gaan. Je valt aan en je hoopt dat er geen tien in je wiel hangen. Zo zit wielrennen in elkaar.’

Zo simpel kan wielrennen inderdaad zijn. De Deen Mattias Skjelmose verwoordde het met een veelzeggende boutade: ‘Pogacar volgen kostte mij mijn hele wedstrijd. Als je te dichtbij de zon komt, verbrand je.’

138 kilometer solo

Alsof het zo moest zijn, eindigde die andere zonnekoning van het mannenwielrennen, Mathieu van der Poel, op een symbolische derde plaats. Symbolisch, omdat beiden het voorjaar, en bij uitbreiding de laatste tien monumenten, hebben beheerst zoals geen enkel duo dat in de recente wielergeschiedenis heeft gedaan (zie tweet en kaderstuk onderaan het artikel).

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Opvallend: in de naoorlogse geschiedenis zijn nu in negen verschillende jaren de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix én Luik-Bastenaken-Luik gewonnen na een solo. Maar nooit was de totale voorsprong (5 minuten en 41 seconden) en de totale afstand van de solo’s (138,8 kilometer) zo groot als in 2024. En dan hebben we nog niet de onweerstaanbare solo’s van Pogacar en Van der Poel aangehaald in de Strade Bianche en de E3 Harelbeke.

Alleen Eddy Merckx en Walter Godefroot deden in 1969 nog straffer, wat betreft de monumenten. Met die nuance dat de Kannibaal in Luik-Bastenaken-Luik zijn Faemaploegmaat Vic Van Schil 65 kilometer lang op sleeptouw nam, voor ze samen met ruim acht minuten voorsprong de aankomst bereikten. Eerder had Merckx in de Ronde van Vlaanderen de concurrentie verpletterd met een solo van 70 kilometer en een voorsprong van 5 minuten en 36 seconden.

In Parijs-Roubaix was Walter Godefroot hem wel te vlug af. De Oost-Vlaming fietste op 36 kilometer van de eindstreep alleen weg en telde een voorsprong van 2 minuten en 39 seconden op Merckx. In het begin van het voorjaar had die wel al zijn derde Milaan-Sanremo op zijn erelijst gezet, met een voorsprong van ‘slechts’ 12 seconden na een solo van zes kilometer.

(lees verder onder de tweet)

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Milaan-Sanremo winnen konden Pogacar en Van der Poel dit jaar niet. Vooral omdat de Nederlander alle aanvallen van de Sloveen counterde en zich opofferde voor zijn ploegmaat Jasper Philipsen. Zo kregen we nog een spannende finale. In een niet zo ver verleden was de Primavera nochtans een saaie koers, vaak eindigend op een groepssprint. Maar omdat de finale van La Classicissima niet lastig genoeg is, was het dit voorseizoen het enige monument dat tot het einde beklijvend was.

In de eendagswedstrijden waarin Van der Poel nog aan de start verscheen, gold dat in mindere mate alleen nog voor Gent-Wevelgem (waar Mads Pedersen in een sprint hem klopte) en de Amstel Gold Race (waar Tom Pidcock profiteerde van een te grote focus bij veel concurrenten op de Nederlander).

Mini-enquêtes

Hun uitzonderlijke dominantie hebben Pogacar en Van der Poel te danken aan hun fysieke kwaliteiten en trainingsarbeid – ook zij krijgen niets voor niets – maar dat heeft ook te maken met het uitvallen van hun grootste concurrenten door valpartijen. Van Wout van Aert in Dwars door Vlaanderen en van Remco Evenepoel in de Ronde van het Baskenland. Of zij Van der Poel of Pogacar echt hadden kunnen bedreigen, zullen we nooit weten, maar allicht waren de wedstrijden niet zo vroeg beslist.

Tadej Pogacar en Mathieu van der Poel beheersten het wielervoorjaar van 2024. © Getty

Het leverde een voorjaar op dat de wielerliefhebbers als saai ervaarden. De diehards kunnen de nummers van Pogacar en Van der Poel zeker smaken – wij hebben na de Strade Bianche een analyse geschreven over hoe fascinerend wij de solo van de Sloveen vonden – maar uit veel reacties blijkt hoe ook bij hen, en zeker bij de doorsneefan, de verveling toesloeg.

Eerder bleek al dat de kijkcijfers op Sporza van de voorbije voorjaarsklassiekers waren gedaald, met name die zonder Van Aert.

Ook opvallend, de resultaten van een mini-enquête op X (Twitter) die we zondagavond lanceerden. Uiteraard niet volledig representatief en niet volgens de regels van de kunst. Maar gezien het aantal mensen dat heeft gestemd (voorlopig 2900), van wie niet alleen Belgische wielerliefhebbers, wel enigszins richtinggevend. 57 procent van hen gaf het entertainmentgehalte van het voorbije voorjaar bij de mannen een 5 op 10 of minder. 25 procent duidde 6 op 10 aan, en slechts 18 procent meer dan 7 op 10.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Totaal tegenovergestelde resultaten bij de enquête over het entertainment bij de vrouwen: 83 procent van de 1484 stemmers gaf dat 7 of meer op 10. Dat de wedstrijden spannender waren, met vaak sprints voor de zege en veel verschillende winnaressen, is daar niet vreemd aan. Een ander beeld dan vorig jaar, toen SD Worx bijzonder dominant was.

Belangrijke nuance ook: veel van de stemmers zijn allicht wielerfans, niet de gelegenheidskijker die af en toe afstemt op een wielerklassieker. Mogelijk heeft die nog eerder afgehaakt en niet eens meer gekeken, zoals ook uit de lagere kijkcijfers blijkt.

Valpartijen vermijden

Als sport heb je een probleem als de uitkomst van een wedstrijd van een grote koers al op voorhand bijna vastligt. En wanneer dat ook in de koers zelf bevestigd wordt wanneer Pogacar en Van der Poel hun concurrenten al op tientallen kilometers van de finish adieu zeggen. Spanning: geen.

In een bijzonder concurrentieel sportlandschap en in een sociale mediawereld waarin de aandachtsspanne korter wordt, zul je de jongere generatie zo moeilijk van de schoonheid van het wielrennen kunnen overtuigen. Hoe indrukwekkend de solo’s van Pogacar en Van der Poel ook zijn.

Dat is ook het verschil met de tijd van Merckx, toen wielerwedstrijden nog niet zo uitgebreid en lang in beeld kwamen, laat staan via sociale media. Krantenjournalisten en radioverslaggevers konden de lyriek en heroïek nog wat extra opkrikken. Nu niet meer.

(lees verder onder de tweet)

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Net daarom is het cruciaal dat de wedstrijden waarin de hedendaagse toppers het tegen elkaar opnemen niet verbrod worden door valpartijen die een of meerdere van hen uitschakelt. Meer preventieve maatregelen tegen crashes zijn daarom prioritair: in de eerste plaats voor de gezondheid van de renners, maar dus ook voor de sportieve spanning.

Daarnaast is ook een vereenvoudiging van de wielerkalender noodzakelijk, zodat de topvedetten minder geneigd zijn om de topkoersen links te laten liggen.

(lees verder onder de tweet)

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Dat kan alleen met een duidelijker, afgelijnd format, inclusief een grotere financiële incentive voor de klassiekers. Zelfs dan zal Mathieu van der Poel moeite hebben om Tadej Pogacar te kloppen in Luik-Bastenaken-Luik, en zal ook Remco Evenepoel in Parijs-Roubaix Van der Poel of Van Aert niet uit het wiel rijden. Wielrennen blijft door de verschillende parcoursen zeer specifiek. Maar de beleidsvoerders moeten er wel voor zorgen dat potentiële duels er ook echt kunnen komen.

Meer dan ooit heeft het moderne wielrennen met Van der Poel, Pogacar, Evenepoel, Van Aert, Vingegaard en een rist aankomende jongeren goud in handen. Het is alleen nog kwestie om dat goud veel meer op te blinken.

De dominante solo’s van Pogacar en Van der Poel in 2024

Strade Bianche – winst Tadej Pogacar

Solo van 81,1 km, voorsprong van 2’44’’

Langste solo ooit (sinds 2007), grootste voorsprong ooit.

E3 Harelbeke – winst Mathieu van der Poel

Solo van 43,7 km, voorsprong van 1’37’’

Langste solo ooit, grootste voorsprong sinds Bert Oosterbosch in 1984 (2’04’’).

Ronde van Vlaanderen – winst Mathieu van der Poel

Solo van 44,8 km, voorsprong van 1’02’’

Langste solo sinds Philippe Gilbert in 2017 (56 km) of op een na langste solo sinds Eddy Merckx in 1969 (70 km) en grootste voorsprong sinds Fabian Cancellara in 2013 (1’27’’)

Parijs-Roubaix – winst Mathieu van der Poel

Solo van 59,6 km, voorsprong van 3’00’’

Langste solo sinds Andrei Tchmil in 1994 (62 km) en grootste voorsprong sinds Johan Museeuw in 2002 (3’04’’)

Luik-Bastenaken-Luik – winst Tadej Pogacar

Solo van 34,4 km, voorsprong van 1’39’’

Langste solo sinds Bernard Hinault in 1980 (77 km) en grootste voorsprong sinds Bernard Hinault in 1980 (9’24’’)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content