TOURRIT 5: Saint-Jean-de-Maurienne – Saint-Vulbas

De zakmessen van Opinel zijn wereld­vermaard. © AFP via Getty Images

De vijfde rit in de Tour de France vindt plaats op woensdag 3 juli 2024 en is 177,4 km lang.

Eén zware Alpenetappe in de openingsweek vond parcoursbouwer Thierry Gouvenou genoeg. Dus stippelde hij in deze vijfde rit een veel vlakkere route uit, van slechts 177 kilometer. De start ligt nochtans in het hart van het bergachtige departement Savoie: in Saint-Jean-de-Maurienne, een gemeente die bekend is om het Opinelzakmes en in de buurt ligt van bekende bergpassen als de Col de la Madeleine, de Col du Glandon en de Col de la Croix de Fer. De Franse wielerbond belegt er dan ook vaak een basiskamp voor stages met de nationale jeugdploegen.

De laatste keer dat de Tour Saint-Jean-de-Maurienne bezocht, in 2019, diende het ook als het begin van een zware Alpentocht, naar het skioord Tignes. Door een aardverschuiving in de afdaling werden de aankomsttijden toen boven op de Col de l’Iséran opgenomen.

Deze keer rijden de renners weg van de Alpen, naar het noordwesten. Eerst in licht dalende lijn naar de stad Chambéry, waarna het 13 kilometer geleidelijk aan (2 à 3 procent) weer omhoog gaat, over de Col de Couz. Na een passage door La Bridoire, vaak de aankomst van de Alpenklassieker bij de junioren, volgt de route de rivier de Rhône tot in Saint-Vulbas. Onderweg ligt alleen nog de Côte de l’Huis (ruim 4 kilometer aan 4 procent), maar dat zal de sprinters niet verontrusten.

De Tourorganisatie staat erop om ook kleinere gemeenten te blijven bezoeken.

Deal met departementen

De laatste 50 kilometer van de etappe worden afgewerkt in de Ain. Het is een van de 37 departementen, op een totaal van 95 op het Franse grondgebied, die de Tour dit jaar bezoekt. Een pak meer dan in 2023 (23), toen het parcours een kleinere oppervlakte van Frankrijk bestreek. Met Les Départements de France heeft ASO al sinds 2006 een technisch en bestuurlijk partnership afgesloten. Niet onbelangrijk, want 97 procent van de Tour wordt verreden over departementale wegen. Via de departementen worden ook 2500 agenten ingezet tijdens La Grande Boucle. Dat zal in deze rit nog eens extra benadrukt worden. Jean Deguerry, de president van de Ain, is immers ook woordvoerder van de Assemblée des Départements de France en de eerste contactpersoon met ASO.

In de Dauphiné van 2016 won Nacer Bouhanni de sprint in Saint-Vulbas. © Corbis via Getty Images

De aankomstlocatie van deze rit, Saint-Vulbas, is ook typisch voor het beleid van de Tourorganisatie. Dat staat erop om ook de kleinere Franse gemeenten te blijven bezoeken. Naast de Italiaanse steden zijn er zeven nieuwe Franse villes étapes in deze editie. Burgemeester Marcel Jacquin kon zijn geluk niet op toen hij vorig najaar hoorde dat zijn gemeente, na tien jaar kandideren, eindelijk uitgekozen werd.

De ruim 1200 Villibadois zullen voor de finish wel naar de Avenue des Bergeries in het Parc Industriel de la Plaine de l’Ain moeten trekken, even buiten het centrum. Dat ruim vijftig jaar oude industriepark is het grootste van de regio Auvergne-Rhône-Alpes. Het huisvest 180 bedrijven en 8200 werknemers, veelal afkomstig van de nabijgelegen grootstad Lyon. Bij dat park hoort ook de zuidelijker gelegen kerncentrale van Bugey, die in 1972 in gebruik werd genomen.

Zege voor Meersman

Hoewel Saint-Vulbas zijn debuut maakt in de Ronde van Frankrijk, is het toch vertrouwd met het organiseren van wielerwedstrijden. Met name van ritten in de Tour de l’Ain, de kleine rittenkoers die de laatste jaren telkens kort na de Tour de France plaatsvond. Zowat elk jaar organiseert de gemeente een départ of arrivée. Georg Zimmermann won er in 2021 en Gianni Meersman was in 2014 de snelste in een massasprint. Twee jaar later diende Saint-Vulbas ook voor het laatst als finishplaats in het Critérium du Dauphiné. Toen klopte Nacer Bouhanni een andere Belg, Jens Debusschere, in een groepsprint.

Partner Content