TOURRIT 14: Pau – Pla d’Adet

Raymond ­Poulidor en ­Eddy Merckx in de Tour van 1974. © AFP via Getty Images

De veertiende rit in de Tour de France vindt plaats op zaterdag 13 juli 2024 en is 151,9 km lang.

Na een korte passage in de Alpen en een tussenstop in het Centraal-Massief duiken de renners de Pyreneeën in. Het startschot in Pau klinkt, zoals ook bij de vorige départs, aan het Stade Philippe Tissié en het pleintje met Le Tour des Géants. Daar staat voor elke Toureditie een digitale totempaal, voorzien van de naam en foto van de eindwinnaar en een QR-code. Bezoekers kunnen zo in de historie van La Grande Boucle duiken.

Na de start krijgen de renners eerst een zestigtal licht oplopende kilometers voorgeschoteld. Het kan dus weer lang duren eer een vroege vlucht, met klimmers geholpen door hardrijders, tot stand komt. Een klimmetje om op te warmen krijgen ze echter niet, want ze moeten meteen de Col du Tourmalet op. Bovendien via de westelijke en dus zwaarste zijde, vanuit Luz-Saint-Sauveur: 19 kilometer aan 7,4 procent. De col kreeg begin mei nog hoog bezoek: de Franse president Emmanuel Macron, die in zijn jeugd vaak naar de Tourmalet en het nabijgelegen Bagnères-de-Bigorre ging om zijn grootmoeder te bezoeken, nam zijn Chinese collega Xi Jinping er mee naartoe – of ze gefietst hebben, is staatsgeheim.

Pla d’Adet is de eerste aankomst bergop in deze Tour.

Eindelijk een nieuw record?

Na de afdaling naar Sainte-Marie-de-Campan volgt vrijwel meteen de 1564 meter hoge Hourquette d’Ancizan. Die col debuteerde in de Tour van 2011 en staat al voor de zesde keer op het menu. Zijn naam dankt de klim aan het Baskische hourquéta, wat ‘kleine col’ betekent. Erg lang is die ook niet: 8,2 kilometer, inclusief een korte afdaling en een vlak stuk. Het gemiddelde stijgingspercentage van de hellende stroken bedraagt zo’n 7 procent. Niet super zwaar, maar voldoende om de benen te vermoeien richting Pla d’Adet, de eerste aankomst bergop in deze Tour. Die is een stuk lastiger: gedurende 10,6 kilometer knikt de weg gemiddeld 8 procent omhoog, mede door drie steile openingskilometers aan 10,4 procent.

Wie van de klassementsrenners nog genoeg buskruit in de benen heeft, kan het daar al laten ontploffen, want richting de top vlakt de weg wat af, gemiddeld 5 procent. Als er vroeg genoeg versneld wordt, kan de recordtijd op Pla d’Adet (28 minuten en 50 seconden, neergezet door Zenon Jaskula en Tony Rominger in de Tour van 1993) eindelijk sneuvelen. Zelfs Lance Armstrong was in 2001 een halve minuut trager. U kunt wel raden waarom sindsdien niemand beter heeft gedaan.

Opvallend: de aankomst ligt in het skistation van Saint-Lary-Soulan, op 1669 meter hoogte. In tegenstelling tot in 2018 en 2021 toen de renners nog hoger klommen, tot een hoogte van 2215 meter, op de nieuw geasfalteerde Col de Portet. Nairo Quintana en Tadej Pogacar wonnen toen de ritten. Bij de volgende Touraankomst zal de finishlijn mogelijk op 2320 meter hoogte liggen, in La Tourette. De weg daarnaartoe is nu bezaaid met steentjes, maar de burgemeester van Saint-Lary-Soulan, André Mir, wil die ‘optimaliseren’.

Beeldhouwwerk van Poupou in Saint-Lary-Soulan.

Standbeeld voor Poulidor

Dat de eindstreep nu in Saint-Lary-Soulan ligt, heeft veel te maken met de vijftigste verjaardag van de ritzege die Raymond Poulidor er in de Tour van 1974 behaalde. De dan al 38-jarige Fransman reed Eddy Merckx, die door een geknelde zenuw een mindere dag had en zelfs een nieuwe fiets nam, op bijna twee minuten. Het was Poulidors laatste grote overwinning van zijn illustere carrière, liefst zeven jaar nadat hij zijn voorlaatste etappezege in de Ronde van Frankrijk had veroverd. Gezien zijn immense populariteit een gedenkwaardig moment in de Franse wielergeschiedenis. Dat moet dus gevierd worden, vond Tourbaas Christian Prudhomme. Hij is altijd een grote fan geweest van Poulidor – er hangt zelfs een portret van hem boven zijn bureau.

Om de herinnering aan Poupou levendig te houden werd afgelopen april in Saint-Lary-Soulan een levensgroot beeldhouwwerk van de renner opgericht. Met de steun van de vereniging Les amis de Raymond Poulidor, die een donatiefonds had opgericht. En van de hand van de Bretoense kunstenaar Bernard Potel, die in het verleden al bustes had gemaakt van andere Franse iconen als Charles de Gaulle en Jean-Paul Belmondo.

Partner Content