Dirk Holemans

‘Wie van ons wordt er na de Grieken overboord gegooid?’

Dirk Holemans Coördinator Oikos, co-voorzitter Green European Foundation en co-auteur ‘Omgroei’ (EPO)

‘Het westers kapitalisme heeft de laatste jaren een nieuwe vorm aangenomen’, schrijft Dirk Holemans. ‘De nieuwe logica is er een van uitstoting en verdrijving.’

‘Dit artikel maakt deel uit van onze reeks ‘De Doordenkers van Knack.be’.

Het zijn leerrijke tijden voor wie het debat over de Griekse crisis volgt. Tal van boeiende analyses, waaronder die van topdenkers als Joseph Stiglitz en Paul De Grauwe, verbreden ons gezichtsveld. Is het bijvoorbeeld niet beschamend voor een continent dat zichzelf ziet als de bakermat van de democratie, om te erkennen dat we bestuurd worden door het niet verkozen hoofd van de Europese Centrale Bank. En is het toeval dat deze Mario Draghi nog in dienst was bij Goldman Sachs, als vicepresident voor de afdeling Europa? Ondertussen erkennen de meeste Europeanen, behalve onze regeringsleiders, dat een blind besparingsbeleid nationale economieën doet krimpen en inwoners bloeden. Ook nog leerrijk – of is het vooral ontluisterend?- is hoe sommige politici zich vooral persoonlijk willen profileren op de diepmenselijke crisis. Of wat vond u van de vertoning van Guy Verhofstadt, die als fractieleider in het Europees Parlement met schuim op de lippen een regeringsleider stond te kleineren. Tof democratisch schouwspel.

‘Wie van ons wordt er na de Grieken overboord gegooid?’

Wat opvalt is veel van de analyses zich beperken tot Europa, haar verdeeldheid, haar gebrek aan toekomstvisie, haar geschiedenis. En soms krijgen we ook een vleugje geopolitiek, met de opmerking dat we Griekenland niet in de handen van Rusland mogen drijven.

Maar wat als de kern van de zaak in feite niets met Europa te maken heeft? En we dus de ernst van de zaak nog niet hebben blootgelegd? Dat het helemaal niet gaat om Griekenland in de eurozone te houden? Maar wel om de structurele aanpassing van een Westerse nationale economie aan de eisen van het mondiaal financieel-economisch systeem? Net zoals instellingen zoals het IMF de voorbije decennia dergelijke structurele aanpassingsprogramma’s met succes doorvoerden in tal van ontwikkelingslanden. En dat de privatisering van de Griekse havens samenhang vertoont met hoe grote concerns boeren in Afrika van hun land verdrijven, in Zuid-Afrika het leefgebied van inheemse volkeren-inclusief de biodiversiteit- reduceren tot plantages, en in de Verenigde Staten en Rusland plekken na open mijnbouw achterlaten als onbewoonbaar gebied.

Brutaliteit en complexiteit

Dat is de confronterende analyse die de Amerikaanse sociologe Saskia Sassen maakt in Expulsions. Brutality and Complexity in the Global Economy. Een boek dat ze schreef in 2014 en dit najaar verschijnt in het Nederlands. En ze presenteert haar inzicht met de nodige wetenschappelijke ernst: het is een hypothese die we moeten testen op haar betrouwbaarheid.

Sassen laat zien hoe het kapitalisme, door een aantal ontwikkelingen ingezet in de jaren 1980 en volledig tot wasdom gekomen in het vorig decennium, in een nieuwe fase is zit. Een fase van brutale accumulatie van rijkdom, die echter schuilgaat achter een mistgordijn van complexe financiële constructies, opgetrokken door een netwerk van bankiers, consultants en advocatenkantoren. De essentie is dat dit kapitalisme volgens een andere logica werkt dan het kapitalisme dat we kennen, en waarvan we nog steeds denken in te leven. Dit naoorlogse kapitalisme werkte volgens de principes van uitbreiding en insluiting. Het Westerse kapitalisme zou zich uitbreiden over heel de wereld, in elk land zou zich een middenklasse ontwikkelen waardoor iedereen zicht krijgt op een beter leven. Uiteraard levert geen enkele vorm van kapitalisme een volledig gelijke samenleving op. Maar als consumptie een drijvende kracht vormt om economieën te laten floreren, zijn koopkrachtige burgers iets om te koesteren.

‘Het nieuwe kapitalisme heeft geen baat bij het insluitenv an de hele wereld, maar floreert door het maken van gaten in het net.’

Maar dat is dus verleden tijd. Het huidig kapitalisme kenmerkt zich volgens Sassen door ‘roofdier-formaties’: een mix van elites en systeemcapaciteiten (met de financiële wereld als sterkste hefboom) die op zoek gaan naar extreme en acute concentratie van rijkdom. En het heeft ook een nieuwe logica: dit netwerkkapitalisme heeft geen baat bij het insluiten van heel de wereld. Integendeel, het floreert bij het maken van gaten in het net. De nieuwe logica is die van verbanning, uitstoting, verdrijving. Het nieuwe kapitalisme verdient geld op de rug van krimpende nationale economieën, de versnelde vernietiging van de biosfeer over heel de wereld, en het gaat samen met vormen van extreme verarming waarvan we dachten dat die nooit meer zouden optreden.

Let wel: het gaat hier niet om een simplistisch complotdenken. Wel om wat de observatie van feitelijke ontwikkelingen aan patronen oplevert. En dan zie je de ontwikkeling van nieuwe systemen, waarbij rijke individuen en multinationals een extreme vorm van rijkdom opstapelen door complexe technische, financiële en marktinnovaties, in samenhang met welwillende regeringsleiders.

Uitsluiting als nieuwe logica

Met termen als ongelijkheid of armoede laat dit systeem zich niet accuraat beschrijven: het gaat om uitstoting als nieuwe logica. Het gaat om de mondiale verdrijving van mensen uit de middenklasse, maar ook zelfverwijdering van superrijken uit maatschappelijke (en fiscale) vormen van solidariteit. De financieel-economische global players zijn niet langer geïnteresseerd in een mondiale economie die steeds meer mensen een plaats geeft. Integendeel, bevolkingsgroepen die niet bijdragen tot de winstproductie, landen die niet passen in het plaatje, natuur op de verkeerde plaats, stoot het nieuwe systeem gewoon uit.

Presentabel voor het IMF

Sassen toont hoe dit brutale kapitalisme gepaard gaat met een extreme krimp van de economie, niet alleen in arme, maar ook in rijke landen. Deze situatie kan je niet meer beschrijven in termen van lage groei in combinatie met hoge werkloosheid. Er is veel meer aan de hand. Het gaat om een herstructurering van de economie: werklozen die alles verliezen, hun job, huis en ziekteverzekering, worden niet meer bij het economisch systeem gerekend. Hetzelfde geldt voor kleine ondernemers die alles verliezen, of jonge hooggeschoolden die het land of zelfs Europa verlaten. De economie wordt afgeslankt zodat wat overblijft presentabel is in de ogen van het instituties als het IMF.

Voor Sassen kan je Griekenland, maar ook als je Spanje en Portugal erbij neemt, niet beschouwen als een bijzondere situatie, ver weg van ons bed. Het is het eerste voorbeeld van wat een specifiek economisch beleid -dat dominant is in Europa- veroorzaakt. Het gaat steeds over landen met hoge overheidsschulden en een werkloosheidsgraad die dikwijls blijft steken op een niveau hoger dan voor de crisis. En over het privatiseren en ontmantelen van nationale systemen van sociale zekerheid zoals pensioenstelsels.

Het is confronterend om te lezen hoe Sassen, een jaar voor het Griekse drama van 2015, schrijft dat het gaat om ’testing grounds’: om te zien of de brutale herstructurering met het oog op een kleinere economische ruimte dat voldoet aan de eisen van de mondiale financiële markten, kan lukken.

Aan ons om te oordelen of haar analyse hout snijdt. En zo ja ,of we over kunnen gaan tot de orde van de dag.

Partner Content