Vrije Tribune
‘Waarom de universiteit geen “safe space” mag zijn’
‘Ook al is het probleem van de safe spaces aan Amerikaanse universiteiten ernstiger dan bij ons, we moeten ons zeker niet op de borst kloppen. Ook hier zijn er signalen dat het behoorlijk fout gaat’, schrijft een groep academici die zich verenigden in Hypatia. De leden zijn ‘bezorgd over de bedreiging van de academische vrijheid en de vrijheid van meningsuiting door het woke-activisme en de cancelcultuur’.
Het brandt aan de Hamline University in Minnesota. Daar werd docente kunstgeschiedenis dr. Erika López Prater ontslagen omdat ze tijdens de les afbeeldingen van de profeet Mohammed had laten zien. Aram Wedatalla van de Muslim Student Association was aanwezig in de les en diende een klacht in bij het universiteitsbestuur. Veel moslims vandaag beschouwen het afbeelden van de profeet immers als heiligschennis. Nochtans was dat niet altijd het geval. López wou dan ook aantonen dat moslimkunst niet monolithisch is. Een sterke tegenreactie bleef echter niet uit. Docenten en studenten moslimstudies, kunstgeschiedenis en aanverwante vakgebieden startten een petitie ter ondersteuning van dr. López Prater. Op dit moment heeft de petitie al ruim 18 000 handtekeningen. Ondertussen spande López Prater ook een rechtszaak aan tegen de universiteit om haar ontslag en de beschuldigingen tegen haar aan te vechten.
Het voorval aan de Hamline University illustreert waar sinds kort zowat alle universiteiten naar streven: een ‘safe space’ zijn. De term ‘safe space’ circuleert al enkele decennia. Volgens de Amerikaanse activiste Moira Kenney vindt hij zijn oorsprong in de homo- en lesbiennebars van de jaren zestig (Mapping Gay L.A.: The Intersection of Place and Politics (2001)). De bars waren veilige plaatsen, ‘safe spaces’ dus, waar homo’s en lesbiennes elkaar ongedwongen konden ontmoeten. Nu ja, relatief veilige plaatsen. De politie kon er op elk moment binnenvallen, want in de meeste staten bestonden er immers nog ‘antisodomiewetten’.
Dat ook universiteiten nu safe spaces willen zijn, stuit op heel wat kritiek, zowel in binnen- als in buitenland. Tegenstanders beweren immers dat het een manier is om afwijkende meningen te weren en de diversiteit aan ideeën tegen te gaan. Voorstanders zijn het daar niet mee eens. ‘Safe space betekent (…) niet niet geconfronteerd willen worden met dingen die je niet bevallen. Het betekent: de collegezaal als een ruimte waarin iedereen durft te zeggen wat hij of zij denkt omdat hij of zij zich er veilig voelt’, schreef de Nederlandse hoogleraar Cultuur en Inclusiviteit Liedeke Plate (Radboud Universiteit Nijmegen) in 2019 in Vox. Klinkt mooi. Alleen … dat is niet wat de universiteiten in de praktijk onder safe space verstaan.
Het belangrijkste boek dat over dat thema werd geschreven, is misschien wel dat van de Amerikaanse journalist Greg Lukianoff, en de sociaal-psycholoog Jonathan Haidt, The Coddling of the American Mind: How Good Intentions and Bad Ideas Are Setting Up a Generation for Failure (2018). Op de campussen gaat het tegenwoordig behoorlijk fout: studenten en professoren lopen op eieren en durven niet meer vrijuit te spreken, en wie een ‘onwenselijke’ mening heeft, wordt het zwijgen opgelegd, aldus de auteurs. Dát is de universiteit als safe space. Men probeert er immers tot in het absurde te vermijden dat iemand gekwetst zou kunnen worden door een woord of beeld.
Ook al is het probleem van de safe spaces aan Amerikaanse universiteiten ernstiger dan bij ons, we moeten ons zeker niet op de borst kloppen. Ook hier zijn er signalen dat het behoorlijk fout gaat.
Zo werden eind juni 2022 aan de Universiteit Antwerpen twee personeelsleden geschorst, nadat ze zich in een per ongeluk opgenomen en illegaal verspreid gesprek kritisch hadden uitgelaten over taal- en andere problemen bij bepaalde bevolkingsgroepen. Het ging om een gesprek zoals er in elke docentenkamer tientallen per dag gevoerd worden. Toch werden de personeelsleden in de media overal afgeschilderd als racisten en ook van hun rector kregen ze de wind van voren. Enkele weken later organiseerde het Studentenpanel Diversiteit een ‘safespacebijeenkomst’ waar studenten die zich boos, gekwetst of ontgoocheld voelden door deze uitspraken op een ‘veilige’ manier over hun gevoelens konden praten.
Kort daarna liep het nogmaals fout aan dezelfde universiteit. In november 2022 werd een lezingen- en debatcyclus over transgenderisme gehouden, georganiseerd door de Vrijzinnige Dienst van de universiteit. Een aantal studenten en medewerkers tekende protest aan tegen het initiatief, wegens ‘transfoob’ en dus niet thuishorend aan de universiteit. Merkwaardig. Dat de reeks ‘transfoob’ zou zijn, is immers een ideologisch argument, geen academisch.
Academisch medewerker Maïté de Haan legde in het studentenblad Dwars uit waarom de lezingenreeks transfoob was. Ook in haar argumentatie kwamen geen wetenschappelijke argumenten voor, enkel ideologische. En dat is best verontrustend. Zo sprak ze over het ‘stigmatiserende taalgebruik’. ‘Trans personen’ moet nu met een spatie geschreven worden. ‘Transpersonen’ reduceert deze mensen immers tot hun trans-zijn, aldus de Haan. Een staaltje Orwelliaanse Newspeak alweer dat bovendien de gevaarlijke illusie wekt dat het zou helpen tegen discriminatie van transgenders. De Engelse humanist Thomas More schreef het al in zijn Utopia (1516): ‘The change of the word (…) does not alter the matter.’
Bovenstaande voorbeelden illustreren hoe de universiteiten de vrijheid van meningsuiting en de academische vrijheid met de voeten treden in hun krampachtige pogingen safe spaces te willen zijn. En daardoor verliezen ze ook hun kerntaak – waarheidsvinding – uit het oog. Zonder vrije meningsuiting en academische vrijheid is namelijk geen vrij onderzoek mogelijk en dus ook geen waarheidsvinding.
Bovendien zijn wat de universiteiten onder safe spaces verstaan niet alleen nefast op academisch, maar ook op psychologisch vlak, aldus Lukianoff en Haidt. Mensen kunnen immers best tegen een stootje. Het kan voorkomen dat iemand die aan een posttraumatische stressstoornis lijdt de neiging heeft om elk als kwetsend ervaren woord uit de weg te gaan. Maar dat is een deel van het probleem en zeker geen deel van de oplossing. Integendeel.
Gelukkig blijven de tegenreacties tegen de universiteiten als safe spaces niet uit. Wereldwijd werden er al organisaties opgericht ter bescherming van de academische vrijheid en de vrijheid van meningsuiting op de campus. Voorbeelden zijn de Heterodox Academy (HxA) (Verenigde Staten), het Netzwerk Wissenschaftsfreiheit e.V. (Duitsland), The Society for Academic Freedom and Scholarship (SAFS) (Canada), Liberté Académique (Frankrijk), De Spinozagroep (Nederland) en History Reclaimed (Verenigd Koninkrijk).
Recent is ook Vlaanderen gevolgd. Daar hebben enkele bezorgde academici van verschillende universiteiten de vereniging Hypatia opgericht.
Want laten we duidelijk zijn: de voor iedereen nefaste safe spaces waar vrij onderzoek en debat geen plaats meer hebben en academische criteria door ideologische criteria vervangen worden, die willen we niet.
Dr. Astrid Elbers (Universiteit Antwerpen)
Em. prof. dr. Boudewijn Bouckaert (Universiteit Gent)
Em. prof. dr. Paul Cliteur (Universiteit Leiden)
Prof. dr. Matthias Storme (Katholieke Universiteit Leuven en Universiteit Antwerpen)
Prof. dr. Dimitri Aerden (Vrije Universiteit Brussel)
Em. prof. dr. Mark Elchardus (Vrije Universiteit Brussel)
Prof. dr. Marc Cools (Universiteit Gent)
De auteurs zijn kernleden van Hypatia, ‘een onafhankelijke groep academici die bezorgd is over de bedreiging van de academische vrijheid en de vrijheid van meningsuiting door het woke-activisme en de cancelcultuur’.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier