Oefening baart geen kunst: Topsporters en muzikale genieën hebben aangeboren talent
Oefening baart niet altijd kunst, blijkt uit een wetenschappelijke studie. Herhaaldelijk trainen telt slechts voor 12 procent mee in de verklaring waarom sommige mensen beter zijn in een bepaalde vaardigheid dan anderen.
Verschillende psychologische boeken verkondigden de laatste jaren de simpele boodschap. Wilt u een vaardigheid perfect onder de knie krijgen, dan bestaat er slechts één remedie: oefenen, klinkt het. Onder de ‘10.000 uur-regel’, wordt dit gezegde verspreid. Het zou namelijk zolang duren om een expert te worden in een bepaald domein.
‘Worden topsporters en muzikanten met een talent geboren of zijn hun uitmuntende resultaten, het gevolg van jarenlange intensieve oefening?’ Om een antwoord te vinden op deze vraag bestudeerden Brooke Macnamara en haar collega’s van de Princeton University 88 studies waarin mensen nieuwe vaardigheden aanleerden. De resultaten waren verrassend: Oefening telde slechts voor 12 procent mee in de verklaring waarom sommige mensen beter in iets zijn dan anderen.
Dat cijfer steeg tot 26 procent in games en bijna 21 procent voor het bespelen van een muziekinstrument, maar voor sport was dat amper 18 procent en voor schoolwerk (4 procent) nog minder. Deze resultaten tonen aan dat ‘oefening baart kunst’, niet altijd opgaat. Uit de studie blijkt dat sommige mensen onnoemelijk veel trainden, maar ze uiteindelijk toch niet uitblonken in hun vak.
“Er bestaat geen twijfel over dat oefenen belangrijk is”, zegt Macnamara. “Alleen is training minder belangrijk dan altijd beweerd werd.”
Volgens de wetenschappers zijn andere factoren zoals: hoe vroeg je start met de uitoefening, intelligentie en persoonlijkheid erg belangrijk voor het al dan niet slagen. Ook bepaalde cognitieve vaardigheden, zoals het geheugen, kunnen een belangrijke invloed uitoefenen op de prestaties.
Bron: Spring.uk
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier