BP-olievervuiling groter dan ramp met Exxon Valdez
Volgens de Britse oliemaatschappij BP is het olielek in de Golf van Mexico weliswaar onder controle, maar is het nog te vroeg om van een definitief succes te spreken.
Volgens de Britse oliemaatschappij BP is het olielek in de Golf van Mexico weliswaar onder controle, maar is het nog te vroeg om van een definitief succes te spreken. Intussen is gebleken dat de olievervuiling langs de kust groter is dan de bij ramp met de Exxon Valdez.
De operatie om het olielek in de Golf van Mexico met cement af te sluiten verloopt zoals gepland, maar duurt nog minstens 24 uur, en misschien zelfs langer. Dat heeft een verantwoordelijke van het Britse olieconcern BP gezegd tijdens een persconferentie in Robert (Louisiana).
BP startte woensdag met de operatie “top kill”, een nieuwe poging om de vervuiling van de Golf van Mexico door het gezonken boorplatform te stoppen. De methode houdt in dat robots een mix van het mineraal bariet, polymeren en zeewater onder grote druk de pijpleiding inspuiten waarna met cement het gat blijvend moet worden gedicht. De operatie is de eerste succesvolle poging van BP om het olielek te bestrijden nadat eerdere acties niet veel uithaalden.
Exxon Valdez
Maar de olieramp heeft ondertussen verstrekkende gevolgen. Volgens wetenschappers is de vervuiling voor de kust van Louisiana groter dan bij de ramp met de tanker Exxon Valdez in Alaska in 1989. Dat was tot nu toe de grootste olieramp in de Amerikaanse geschiedenis. Toen stroomde er 42 miljoen liter olie in zee. Nu gaat het om maar liefst 148 miljoen liter olie.
Het lek ontstond op 22 april na een ontploffing op het boorplatform Deepwater Horizon in de Golf van Mexico. Ondertussen raakte bekend dat het ongeluk de Britse oliereus al ongeveer 930 miljoen dollar heeft gekost.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier