Wie de streken van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan wil begrijpen, moet kijken naar zijn grote idool: de islamofascistische dichter en ideoloog Necip Fazil Kisakürek. De droom van Kisakürek was een totalitair land waar de islam alles dicteert en waar enkel islamitische Turken een plaats hebben. Erdogan is goed op weg die droom waar te maken.
Op het scherm is een jongeman in een klaslokaal te zien. Hij draagt een keurig pak en oefent luidop een gedicht in: ‘Laat dit land, gekneed door de islam, niet achter zonder moslims, mijn god. Geef kracht. Laat deze plaats van jihad niet achter zonder strijders, mijn god.’ Aan de deur kijkt een wat oudere heer goedkeurend toe. ‘Deze jongen moet mij aankondigen op mijn congres’, zegt de man vervolgens tegen een medewerker. ‘Ik wil dat hij een van mijn gedichten voorleest.’
De scène waarin de nog jonge Erdogan zijn idool, de dichter Necip Fazil Kisakürek, ontmoet, kluisterde onlangs miljoenen Turken aan het scherm. De aflevering was de seizoensfinale van een tv-serie die enkele jongeren volgt tijdens de woelige jaren zeventig, toen linkse, rechtse en islamitische activisten hun strijd op straat uitvochten. De serie is deels fictief, maar er komen ook waargebeurde verhalen aan bod. Zo was Erdogan in die tijd lid van een islamitische studentenbeweging en ontmoette hij NFK, zoals Necip Fazil Kisakürek wordt genoemd, ook echt. Tijdens toespraken haalt de president graag de herinnering aan die dag op. ‘Die ontmoeting was maar een begin’, vertelde Erdogan tijdens een speech in 2014. ‘We hebben elkaar daarna vaak gezien en ik heb hem heel goed leren kennen.’
De laatste aflevering van de tv-serie was ook het hoogtepunt van de wekenlange viering van NFK in heel Turkije. Op 25 mei was hij 33 jaar dood, op 26 mei werd zijn 112e verjaardag gevierd. In verscheidene steden werden plechtigheden gehouden, regeringsgezinden bespraken zijn kostbare erfenis en studenten droegen zijn gedichten voor tijdens Necip Fazil-dagen. De kersverse premier Binali Yildirim stuurde een tweet waarin hij NFK de ‘sultan der dichters’ noemde en ‘een van de belangrijkste namen in de Turkse literatuur en denkwereld’.
Als kers op de taart kreeg NFK dit jaar ook een bushokje: op een halte in de gemeente Eyüp in Istanbul, waar hij ook begraven ligt, zijn voortaan de foto, het levensverhaal en een gedicht van NFK in het groot te bewonderen. Bekende Turkse persoonlijkheden die eerder al een bushokje kregen, zijn zanger Baris Manço en islamist Necmettin Erbakan. Het gebaar maakte meteen duidelijk welke plaats de AKP hem geeft. De regeringsgezinde krant Sabah, die een internetpagina aan de man wijdde, formuleerde het zo: ‘De invloed van Kisakürek bleef niet beperkt tot onze literatuur. Vandaag vinden we zijn sporen terug in ons politieke en ideologische klimaat.’
Dat is een understatement: in de afgelopen jaren hebben de Turkse president en leden van zijn AK-partij (AKP) meermaals naar hem verwezen als een groot ideoloog en uit zijn gedichten geciteerd. Eind vorige maand nog droeg Erdogan een gedicht van de man voor. Eind april haalde de president hem aan tijdens een toespraak aan studenten van de Imam Hatips, de religieuze middelbare scholen in Turkije: ‘Necip Fazil zei dat jullie niet alleen de hoop van dit volk zijn, maar van de hele oemma (de wereldwijde moslimgemeenschap, nvdr.).’ Eind vorig jaar zei Erdogan over NFK: ‘De Heer mag tevreden zijn over hem. Dat hij hem met zijn warmte en barmhartigheid omhult.’
‘Los ze op in zwavelzuur’
Aydin Tonga lacht grimmig. ‘De man met wie onze president dweept en die hij om de haverklap citeert, is geen onschuldige, diepgelovige dichter’, zegt hij. ‘Hij is niets minder dan een islamofascist, iemand die in zijn ideologische verhandelingen pleitte voor een totalitair regime.’
Tonga, econoom van opleiding en expert in de geschiedenis van de islam, schreef de afgelopen jaren verschillende boeken over de islam in Turkije. Bij zijn onderzoeken kwam hij ook Necip Fazil Kisakürek tegen. Hij daagt op onze ontmoeting in Istanbul op met een stapel tijdschriften onder de arm: het zijn exemplaren van Büyük Dogu (Groot Oosten), het tijdschrift van NFK dat tussen 1943 en 1978 werd uitgegeven. ‘Kisaküreks ideaal, dat eveneens Büyük Dogu heet, staat haarfijn beschreven in deze tijdschriften’, zegt Tonga. Het zijn geen originele exemplaren, maar kopieën die het dagblad Star in 2012 als gratis katern uitdeelde. ‘Dat een regeringsgezind dagblad deze tijdschriften verdeelde, is op zich al heel kwalijk. Dat dat gebeurde zonder de minste duiding, is nog erger.’
Aydin Tonga bladert door een aantal exemplaren. ‘Wie dit leest, merkt al snel wie de grootste vijanden van Kisakürek waren: Joden, vrijmetselaars, communisten, socialisten, atheïsten. Hij schrijft ook letterlijk wat er met die vijanden moest gebeuren: zij moesten met “hun verrotte voorvaders en hun ongeboren kleinkinderen in zwavelzuur opgelost worden” of “samen met hun eeuwenlange verraad opgehangen worden, zo Allah het wil”.’
Waar Kisakürek voor pleitte – en hieruit blijkt zijn fascistische gedachtegoed – was een totalitaire staat. Tonga: ‘In die staat komt alle macht toe aan één persoon: de Basyüce, de Verheven Leider. Je kunt gerust de parallel trekken met Il Duce of de Führer. De leider werd verkozen door een groepje voorname mannen – nooit vrouwen – en kon voor het leven aangesteld worden. NFK was tegen democratie en tegen “verdorven westerse waarden”. Hij schrijft dat hij een staat wil waar geen alcohol wordt gedronken en waar prostitutie verboden is. In zijn staat overheerst de islam en verloopt alle rechtspraak via de sharia. Straffen als steniging bij overspel en het afhakken van handen bij diefstal worden daarbij niet geschuwd.’
De ideaalstaat van Kisakürek was niet alleen islamitisch autoritair, maar ook extreem nationalistisch, overgoten met een dikke saus van antisemitisme. Joden, zo vond Kisakürek, waren het vuil der aarde. Hij publiceerde een Turkse vertaling van de Protocollen van de wijzen van Sion(een fictief verslag van een vergadering waarop een Joods complot wordt gesmeed, nvdr.) en sprak zijn waardering uit voor The International Jew, het antisemitische werk van autobouwer Henry Ford.
Turkije was volgens Kisakürek enkel voor de Turken, of beter: voor de Turkse soennitische moslims. Over de alevieten, een humanistische stroming binnen de sjiitische islam die in Turkije momenteel meer dan twintig miljoen aanhangers telt, zei NFK dat die tijdens het Ottomaanse regime ‘als brandnetels hadden moeten worden uitgerukt, met wortel en al’. Omdat dat niet gebeurde, moeten ze zich nu maar ‘bekeren tot de soennitische islam’.
‘Dit is dus de man die onze president aanprijst als een te volgen voorbeeld’, zegt Tonga. ‘Anno 2016 zit Turkije met een leider die een islamofascist bewondert.’
Vrouwen, drank en gokken
Necip Fazil Kisakürek was een ‘born-again moslim’, iemand die tot zijn dertigste niet bepaald gelovig was. In de jaren twintig, na de val van het Ottomaanse Rijk, was hij voorstander van het seculaire kemalisme van Atatürk. Met een overheidsbeurs trok hij naar Parijs, naar de Sorbonne, waar hij dweepte met de dichter Charles Baudelaire en zijn beursgeld opmaakte aan vrouwen, drank en gokken. Hij keerde met hangende pootjes terug, zonder diploma. Tonga: ‘Enkele jaren later leerde hij een soefisjeik van de Naksjibandi-orde kennen en onderging hij een vorm van spiritueel ontwaken.’
In het Turkije van de jaren dertig en veertig, toen de jonge republiek alles wat naar religie rook achter gesloten deuren verbande, werd Kisakürek vaandeldrager van de islamitische strijd. Zijn invloed zou in de volgende decennia enkel maar toenemen.
Kisakürek was een begenadigde dichter, zeggen zelfs zijn grootste critici. Dat hij ook als een belangrijke ideoloog wordt beschouwd, is een recente evolutie. In 2002, het jaar waarin de AKP aan de macht kwam, werd zijn naam nooit genoemd door Erdogan. Dat nieuwe staatsscholen en -ziekenhuizen tegenwoordig opvallend vaak de naam van de dichter krijgen, is ook een recent fenomeen. Hoe belangrijk NFK is geworden voor de Turkse regering, bleek in 2014, toen de Erdogangezinde krant Star begon met de uitreiking van de jaarlijkse Necip Fazil-cultuurprijs. ‘Om zijn erfenis verder te doen leven’, heette het. Erdogan en zijn vrouw waren aanwezig op de twee afgelopen edities. De winnaars waren, onvermijdelijk, journalisten en aanhangers van Erdogan. Sibel Eraslan, columniste bij Star en laureaat in december 2015, noemde Erdogan tijdens haar toespraak ‘het beste oeuvre dat Necip Fazil Kisakürek heeft voortgebracht’.
De AKP heeft Kisakürek uit de kast gehaald om zich een sérieux aan te meten, zegt historica en journaliste Ayse Hür. ‘Door Kisakürek te gebruiken, wil Erdogan aantonen dat de geschiedenis van zijn islamistische partij niet begint in 2002, maar diepgeworteld is in het verleden van Turkije. Erdogan verbergt zijn bewondering voor het Ottomaanse Rijk niet en de afgelopen jaren hebben we in Turkije een heuse Ottomaanse revival gehad. De AKP wil een lange, ononderbroken keten van islamitische waarden creëren in Turkije. Een beetje zoals ook de moslimbroeders, die kunnen ook terugkijken op een lange geschiedenis. Maar Erdogan stoot daar op een probleem: tussen het einde van het Ottomaanse Rijk, in 1923, en het huidige Turkije van de AKP heb je het Turkije dat Atatürk installeerde, een land dat volgens de grondwet nog steeds seculier is. Hoe maak je de sprong dan van de Ottomaanse religieuze samenleving naar het geïslamiseerde Turkije van de AKP, zonder te veel aan geschiedvervalsing te doen? Door te benadrukken dat religie ook in de afgelopen eeuw deel uitmaakte van Turkije, door een man als Kisakürek naar voren te schuiven als grote verdediger van islamitische waarden in een seculier tijdperk.’
Bemoeizucht
President Erdogan prijst de dichter niet alleen te pas en te onpas aan. Er zijn ook duidelijke gelijkenissen met de ideaalstaat van NFK in het beleid dat hij de afgelopen jaren heeft gevoerd. ‘Hoe verder de AKP van het democratische pad afwijkt en hoe autoritairder de president wordt, hoe opvallender de gelijkenissen worden’, zegt Hür. ‘Een van de negen basisprincipes van Kisakürek, waaronder nationalisme en moralisme, is interventionisme. Hij is antiliberaal, hij vindt dat de staat het recht heeft zich overal mee te bemoeien. Op politiek vlak, maar ook in verband met dingen die tot de privésfeer behoren. Hij bemoeide zich met de radioprogramma’s waarnaar de Turken luisterden, maar ook met de abortus die meisjes ondergingen en het werk dat vrouwen buitenshuis deden. Die bemoeizucht zien we ook bij Erdogan: of het nu om abortus gaat, roken of drinken, hij heeft telkens een mening klaar.’
Er zijn duidelijke gelijkenissen tussen het beeld dat Kisakürek van vrouwen had en de uitspraken van de president in de afgelopen maanden, zegt Ayse Hür. ‘Kisakürek vond niet dat vrouwen in zijn islamitische totaalstaat thuis moesten worden opgesloten. Neen, ze hadden wél een rol in de maatschappij. Ze hoefden ook geen nikab te dragen, dat vond hij maar niets. Ze moesten zich met smaak kleden, maar volgens de islamitische normen. Dat zien we ook bij de echtgenote van Erdogan, en bij zijn dochters. Ze zijn actief in de maatschappij, ze reizen autonoom en ze kleden zich volgens een mode die in de afgelopen tien jaar grote opgang heeft gemaakt in Turkije.’
Maar NFK maakte ook duidelijk dat de plaats van de vrouw naast haar echtgenoot is, en niet onafhankelijk van haar man. Zij is verantwoordelijk voor zijn welzijn en zijn eer. En vooral: vrouwen moesten kinderen krijgen, liefst zo veel mogelijk. Dat heeft ook Erdogan al vaak benadrukt. Enkele weken geleden zei hij dat moslimgezinnen geen anticonceptiemiddelen mogen gebruiken. ‘Omdat ons nageslacht moet groeien.’
Net als Kisakürek heeft Erdogan herhaaldelijk gezegd dat vrouwen niet gelijk zijn aan mannen, maar gelijkwaardig. Nog maar tien dagen geleden zei Erdogan dat vrouwen die het moederschap weigeren en het huishouden verwaarlozen gemankeerde vrouwen zijn. Ook NFK vond dat vrouwen die gelijke rechten nastreefden hun vrouwelijkheid verloren.
Jodenhaat
Volgens auteur en islamexpert Aydin Tonga zijn er duidelijke gelijkenissen tussen de visie van NFK en het beleid van Erdogan, vooral als het gaat om minderheden in Turkije. De president is wel voorzichtiger, zegt hij. ‘Kisakürek was bijzonder grof als het ging over Joden. Dat Erdogan de Joden niet bepaald een warm hart toedraagt, is algemeen geweten. Maar hij pleit niet openlijk voor hun vernietiging.’
De president verwijst eerder indirect naar internationale samenzweringen, zoals tijdens de Geziprotesten in 2013. Toen zei hij dat de manifestaties werden georganiseerd door een ‘rentelobby’. Iedereen wist dat hij daarmee de Joden bedoelde. In maart vorig jaar zond de regeringsgezinde nieuwszender A Haber de documentaire Üst akil (Het meesterbrein) uit. De twee uur durende film is één lange tirade tegen een meesterbrein dat het bestaan van Turkije bedreigt. In de docu, die baadt in het antisemitisme en ingeleid wordt door Erdogan zelf, wordt gesproken over ‘de kinderen van Israël’ die de wereld domineren, en komen zogezegde experts aan bod die met een uitgestreken gezicht verklaren dat Darwin zijn evolutietheorie enkel maar ontwikkelde om aan te tonen dat niet-Joden dieren zijn. Darwin, zo wordt ook gesteld, was zelf een gevaarlijke Jood. Dat klopt trouwens niet.
Toch is Erdogan niet altijd even voorzichtig met zijn uitspraken over Joden. Tonga: ‘Toen de president na de mijnramp in Soma, in 2014, de plaats bezocht, kwam hij terecht in een protestactie tegen zijn beleid. Erdogan greep daar een jongen vast en begon klappen uit te delen. De jongen kon zich losmaken en liep weg. Daarop riep Erdogan hem achterna: “Niye kaçiyorsun Israil dölü” (Waarom loop je weg, jij nakomeling van Israël?). Dat werd achteraf ontkend, maar op de YouTubefilmpjes kun je het voorval wel nog zien.’
Ook de Armeniërs trokken grote ogen toen de president tijdens een tv-interview in 2014 zei wat hij van hen vond. Tonga: ‘De president sprak toen over de grote diversiteit in Turkije en verklaarde dat iedereen vrij zou moeten kunnen zeggen dat hij Turk is, of Koerd, of Turkmeen. Maar toen zei hij: “Ik ben van Rize, en geboren en getogen in Istanbul. Over mij hebben ze al gezegd dat ik Georgiër ben. Ze hebben zelfs veel lelijkere benamingen gebruikt. Vergeef me dat ik dit moet zeggen, maar ze hebben mij zelfs Armeniër genoemd”.’
De afgelopen maanden bereikte Erdogans autoritaire beleid een triest dieptepunt. De media die hem niet naar de mond praatten, werden gemuilkorfd. De krant Zaman, gelieerd aan Erdogans vroegere kompaan en huidige aartsvijand Fethullah Gülen, werd door de regering overgenomen. Vooraanstaande journalisten zoals Can Dündar, hoofdredacteur van de oppositiekrant Cumhuriyet, werden veroordeeld omdat ze hadden gemeld dat de regering wapens had geleverd aan de IS in Syrië.
Ayse Hür werkte als journaliste voor de links-liberale krant Radikal tot die enkele maanden geleden onder druk van de overheid de deuren moest sluiten. Zij schreef twee jaar geleden voor de krant ‘het andere portret van Necip Fazil’, waarin ze zijn ideologie uit de doeken deed. Sindsdien stromen de dreigmails toe. Dat ze beter zou oppassen, heet het. Dat ze als atheïste zal branden in de hel. ‘Omdat ik vrouw ben, zijn de dreigementen en beledigingen vaak seksueel getint. Dat ze mij zullen verkrachten. Dat ik een lelijke oude vrijster ben. Dat ik niet in staat ben om kinderen te krijgen.’ Hür haalt de schouders op, ook als we haar aanspreken over het onderzoek dat de Turkse overheid tegen haar is begonnen. Het is een van de honderden onderzoeken die momenteel lopen tegen journalisten. ‘Wat kan ik daartegen doen? Het maakt intussen deel uit van het nieuwe Turkije. We hebben ermee leren leven. Zelfcensuur is aan de orde van de dag.’
Panturkist en -islamist
Wie nog twijfelde aan het ondemocratische gehalte van Erdogans bestuur, werd vorige maand flink wakker geschud. De president zette premier Ahmet Davutoglu zomaar aan de kant wegens te kritisch voor het presidentiële systeem dat Erdogan nastreeft, en verving hem door de kneedbaardere Binali Yildirim, een man wiens grootste kwaliteit wordt omschreven als ’trouw aan Erdogan’.
Vorige week ondertekende Erdogan een wet die de immuniteit ontneemt aan 138 parlementsleden. Daarmee viseert hij vooral de Koerdische partij HDP, die hij beschuldigt van steun aan de terroristische organisatie PKK. Hür: ‘We hebben een president die erin geslaagd is het parlement volledig buitenspel te zetten en zich heeft omringd met jaknikkers. Het presidentiële systeem dat hij graag wil installeren, is er nog niet, maar in de praktijk doet hij wel alsof. Hij heeft de grootste media van het land in zijn zak.’
Erdogan glijdt langzaam maar zeker in de richting van de ideaalstaat die NFK in gedachten had, waarschuwt Ayse Hür. ‘Hij regeert nu al als de Basyüce, de Verheven Leider die Kisakürek in gedachten had. Aan wetten voelt hij zich niet gebonden, zelfs niet aan de grondwet. En hij is niet tegen te houden. Hij wint iedere verkiezing en opiniepeiling. Overtreedt hij de wet? Wel, de oppositie is uitgeschakeld en zijn aanhangers halen de schouders op.’
Volgens Hür is Erdogan wel meer megalomaan dan zijn leermeester. Hür: ‘Kisakürek streefde een totalitaire staat na binnen de grenzen van het Turkse rijk, een land bevolkt door islamitische Turken. Erdogan daarentegen is een panturkist, een panislamist. Hij knoopt betrekkingen aan met moslims van Centraal-Azië tot in Maleisië en Afrika. Hij zou graag het kalifaat van het Ottomaanse Rijk doen herleven.’
Intussen wordt in de VS en de Europese Unie bezorgd gereageerd op zijn fratsen en zijn schendingen van de persvrijheid en de mensenrechten. Maar daar trekt Erdogan zich niets van aan. Hij weet dat hij de touwtjes in handen heeft: Turkije is niet alleen een strategische partner van het Westen in de strijd tegen de IS, het land heeft sinds maart met het EU-vluchtelingenakkoord een machtig wapen in handen. Als het hem niet zint, gooit hij de poort weer open en veroorzaakt hij een nieuwe vluchtelingenstroom naar Europa. Daar dreigt hij dezer dagen ook expliciet mee als de EU weigert de voorwaarden voor het visumvrije reizen van Turken door Europa aan te passen. Een van die voorwaarden is het aanpassen van antiterreurmaatregelen, die Erdogan gebruikt om tegenstanders uit te schakelen.
Erdogan doet rustig voort met wat hij de voorbije jaren heeft gedaan: autoritair regeren, de pers monddood maken en eigen mannetjes op belangrijke posten zetten. Milli irade, de wil van het volk, zegt hij voortdurend. Ook Kisakürek goochelde met die uitdrukking. Erdogan bedoelt daar vooral de wil van zijn eigen kiezers mee. Hij heeft nog steeds de meerderheid van de bevolking mee. ‘Die wil ook geen verandering in de huidige status quo’, meent Ayse Hür. ‘De AKP heeft jarenlang haar eigen kiezers zodanig aan zich gebonden dat het verdwijnen van de partij uit de regering voor veel Turken ook zou betekenen dat ze hun werk zouden kwijtraken, of hun goedkope huurwoning. Voor arme mensen die voordien in krotten leefden, werden enorme woontorens opgetrokken. Die werden gebouwd door bouwbedrijven waar de Erdogans aandelen in hebben. Plots had iemand die vroeger zelfs geen toilet in zijn door schimmel geteisterde huis had een woning met alle comfort. Eenmaal in de flat kwam iemand van de AKP aan de deur kloppen: of ze al lid waren van de partij en of de man des huizes al een job had? En als je dan die job had, kwam iemand langs om de kinderen in te schrijven in de Koranschool. Mevrouw kreeg meteen ook de raad om haar kleding aan te passen, meneer werd verzocht elke week op te dagen voor het vrijdaggebed. Op die manier werden de mensen aan de AKP gebonden, van klein tot groot, generatie op generatie. Dat veeg je niet zomaar in één klap weg.’
Columnist Murat Belge, voorzichtig: ‘De enige mogelijkheid tot geslaagd protest zou kunnen komen van het islamitische grootkapitaal in Turkije. De zakenwereld houdt niet van strubbelingen en prefereert rust. Door het gestook van Erdogan, nationaal en internationaal, is die rust ver zoek. Maar voorlopig wordt er gezwegen.’
Dit verhaal kwam tot stand dankzij de steun van het Fonds Pascal Decroos.
DOOR AYFER ERKUL IN TURKIJE
‘Door Kisakürek te gebruiken, wil Erdogan aantonen dat zijn islamistische partij diepgeworteld is in het verleden van Turkije.’
‘Kisakürek vond dat Joden het vuil der aarde zijn.’
‘Erdogan regeert nu al als de Basyüce, de Verheven Leider. Een soort Il Duce of Führer.’