Het Wereldvoedselprogramma (WFP) van de Verenigde Naties moet de voedselhulp aan Syrische vluchtelingen gedwongen stopzetten. ‘Er is geen geld meer voor december. Net als de situatie door de winter verslechtert.’
Door een gebrek aan fondsen heeft het Wereldvoedselprogramma (WFP) van de Verenigde Naties de voedselbonnen voor 1,7 miljoen Syrische vluchtelingen in Jordanië, Libanon, Turkije, Irak en Egypte gedwongen moeten schrappen.
‘Zonder voedselbonnen van het WFP zullen heel wat families honger lijden. Voor vluchtelingen die al vechten om de harde winter te overleven, zullen de gevolgen van het stopzetten van de hulp verwoestend zijn’, schreef de organisatie in een persbericht.
Geen voeding, kledij, sanitair
In september waarschuwde de VN-organisatie al dat de voedselhulp voor meer dan zes miljoen Syriërs beperkt zou worden als er niet snel meer geld binnenkwam. ‘In oktober zou 60 procent van de normale hulp geleverd kunnen worden, in november zou dat nog slechts 40 procent zijn’, zei directeur van het VN-bureau voor coördinatie van humanitaire zaken John Ging destijds tegen Reuters. Elke vluchteling kon tijdens die maanden nog slechts rekenen op 825 calorieën aan voedselhulp. Dat ligt ver onder de helft van de dagelijkse nodige hoeveelheid. Voor de maand december waren toen al geen fondsen meer beschikbaar.
En het extra geld bleef uit. Het WFP zegt nog minstens 51 miljoen euro nodig te hebben om steun te kunnen verlenen aan de Syrische vluchtelingen gedurende de maand december.
‘Humanitaire organisaties moeten schrappen in hulp, net als die hulp meer dan ooit nodig is’, zei Ging nog. ‘Het gaat niet enkel om voeding, maar over vitaal beschuttingsmateriaal, kledij, water en sanitaire voorzieningen.’
De voedselprogramma’s voor zo’n 12.000 kinderen in Iraakse scholen werden eerder al stopgezet.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier