Terugkeer in de maatschappij van gedetineerden is ‘zwakke plek in het Belgische gevangeniswezen’
In een nieuw rapport van het Egmont Instituut waarschuwen Thomas Renard en Rik Coolsaet dat de aandacht voor teruggekeerde Syriëstrijders niet mag verslappen. Het is niet omdat het dreigingsniveau onlangs verlaagd werd, dat we op onze lauweren kunnen rusten, klinkt het.
België heeft het hoogste aantal ‘foreign terrorist fighters‘ (FTF) per hoofd van de bevolking in Europa: 498. Van hen bereikten er 413 effectief Syrië en Irak, de anderen werden tijdens hun tocht opgepakt in België of Turkije, of zijn nooit vertrokken.
In november vorig jaar waren al 125 strijders teruggekeerd. Naar schatting 146 mensen zijn nog actief in Syrië en Irak. Het officiële cijfer ligt bijna eens zo hoog (288), maar zeker de helft zou omgekomen zijn. Van de teruggekeerde strijders zijn er negen gestorven bij de aanslagen in Parijs en Brussel, één iemand kwam om bij een auto-ongeval. Er zijn dus 115 teruggekeerde strijders in ons land, van wie er 44 in de gevangenis zitten – in voorlopige hechtenis of omdat ze veroordeeld zijn.
Rik Coolsaet en Thomas Renard waarschuwen dat in 2020 de meeste opgesloten teruggekeerde Syriëstrijders weer op vrije voeten zullen zijn. Ze spreken van een soort vierde terugkeergolf. De terugkeer in de maatschappij van gedetineerden is ‘een zwakke plek in het Belgische gevangeniswezen’, met een relatief hoge graad van recidivisme. Ook bij teruggekeerde Syriëstrijders moet de voorbereiding op een terugkeer naar de maatschappij al in de cel beginnen.
De auteurs waarschuwen om de waardevolle investeringen die de afgelopen jaren gebeurd zijn, niet overboord te gooien. ‘Als de inspanningen abrupt stopgezet worden, zullen we bij een volgende jihadistische mobilisatie helemaal opnieuw moeten beginnen.’