De Spaanse premier Mariano Rajoy wil samenzitten met de voorzitster van de liberale partij Ciudadanos, de winnaar van de verkiezingen van donderdag in Catalonië. Dat zei hij vrijdag tijdens een persconferentie. Hij lijkt zo dus de uitnodiging van de Catalaanse ex-premier Carles Puigdemont af te slaan.
Puigdemont verklaarde vrijdag in Brussel dat hij bereid is om met Rajoy rond de tafel te gaan zitten, maar op die uitnodiging lijkt Rajoy in eerste instantie niet in te gaan. ‘Ik zou moeten gaan samenzitten met mevrouw (Ines) Arrimadas (de voorzitter van Ciudadanes), die de verkiezingen gewonnen heeft’, antwoordde Rajoy kort op de vraag of hij met Puigdemont zal spreken.
Rajoy riep ook nog op tot een open dialoog met Catalonië, binnen de grenzen van de wetgeving. ‘Ik hoop dat de nieuwe Catalaanse regering niet meer unilateraal werkt en zichzelf niet buiten de wetgeving plaatst’, zei hij. ‘Ik zal niet accepteren dat iemand de grondwet, de wet of het statuut van Catalonië naast zich neerlegt.’
‘De kloof binnen de Catalaanse samenleving is erg groot. Het zal tijd kosten om ze te herstellen, en dat moet de eerste verantwoordelijkheid zijn van alle politieke partijen. De noodzakelijke verzoening zal er komen als iedereen de wet respecteert, zowel binnen de minderheid als binnen de meerderheid’, zegt Rajoy nog. Hij zegt vastberaden te zijn om de ‘situatie te normaliseren’, maar daarvoor is ook ‘goede wil’ nodig.
Bij de verkiezingen van donderdag is Ciudadanos geëindigd als grootste partij met 37 zetels. Toch behalen de separatisten in het parlement nipt een absolute meerderheid, omdat de Catalaanse kieswet een wegingsysteem bevat dat rurale gebieden bevoordeelt, waar de separatisten sterk staan.
De Partido Popular van Rajoy is terrein verloren in Catalonië en behaalde volgens El País zelfs het slechtste resultaat uit haar geschiedenis. Hij verklaarde tijdens de persconferentie teleurgesteld te zijn over het resultaat, maar hij relativeerde ook het succes van de separatisten. ‘De separatisten hebben steun verloren. Minder dan we hadden verwacht, maar ze hebben wel aan steun ingeboet.’
