Paus Franciscus heeft tijdens zijn kerstmis voor meer soberheid gepleit. Hij herinnerde eraan dat Jezus in grote armoede ter wereld kwam en geboren werd in een stal. “Dit kind leert ons wat werkelijk belangrijk is in ons leven”. De Belgische aartsbisschop Jozef De Kesel riep om de “deuren en onze grenzen” niet te sluiten voor vluchtelingen.
De oproep to meer soberheid ging in de homilie van de paus gepaard met kritiek op de huidige consumptiemaatschappij. “In een samenleving die vaak dronken is van consumptie en plezier, van overvloed en luxe, van schijn en eigenliefde, roept Jezus ons op tot sober handelen. Dat wil zeggen: op een manier die eenvoudig, evenwichtig, consistent is en die ons in staat stelt te zien en te doen wat essentieel is”, aldus de paus.
In een “cultuur van onverschilligheid” moet de levensstijl van christenen dan ook vervuld zijn van inlevingsvermogen, medeleven en barmhartigheid, verklaarde de kerkvorst nog.
Tijdens de lange kerstviering zag de paus, die herstelt van een griep, er vermoeid en bij momenten bleek uit.
De veiligheidsmaatregelen aan het Vatikaan zijn dit jaar strenger omwille van terreurdreiging.
Urbi et Orbi
De paus zal vrijdag vanop het balkon van de Sint-Pietersbasiliek nog de traditionele zegen “Urbi et Orbi” (over de stad en over de wereld) uitspreken. De huidige kerstvieringen vinden plaats tijdens het “Buitengewoon Jaar van de Barmhartigheid”. Paus Franciscus had daar op 8 december de aanzet toe gegeven met de opening van de “Heilige Deur” in de Sint-Pietersbasiliek in Rome. Het Jubeljaar loopt nog tot 20 november 2016.
‘Onze deuren niet sluiten’
Jozef De Kesel, de nieuwe aartsbisschop van Mechelen-Brussel, hield zijn eerste kersthomilie sinds hij aan de leiding kwam van de Belgische kerk.
“God is naar ons toegekomen. Dat is de echte betekenis van Kerstmis”, zei hij in de Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal in Brussel. “Hij heeft zich niet laten kennen door blijk te geven van macht en rijkdom. Hij heeft dat gedaan onder de vorm van een kind voor wie er geen plaats is. Onder de vorm van een vreemdeling die niet ontvangen wordt.”
In een verwijzing naar de huidige vluchtelingencrisis waarmee Europa worstelt, vroeg De Kesel “niet alleen hen die ons genegen zijn” met liefde en eerbied te benaderen, “maar ook hen voor wie geen plaats is, die we als vreemdelingen benaderen, van elders komen, anders zijn, er niet bij horen. Op de vlucht voor een geweld dat geen naam heeft.” Het kind dat in Bethlehem geboren wordt, is “van een heel bepaalde soort”, aldus de aartsbisschop. Heel zijn leven zal hij een vreemdeling blijven. “Hij zal niet eindigen als overwinnaar, maar als een veroordeelde, gehangen aan de schandpaal (…) Niet om te heersen is hij gekomen, maar om te dienen. Niet om te tonen hoe ver hij boven ons verheven is, maar om bij ons te zijn, één van de onzen, mens als wij. Solidair met hen die niet meetellen.”
Op het einde van zijn homilie lanceerde De Kesel, die eerder dit jaar André-Jozef Léonard afloste als aartsbisschop, de oproep om “onze deuren niet te sluiten en onze grenzen niet te beschermen”. “Anders riskeert het echt koud te worden. Een harde wereld, ieder voor zichzelf, onverschillig voor hen die buiten zijn.”
(Belga/RR)
