Ra Mason
‘Noord-Korea weet heel goed dat het geen oorlog kan betalen’
De escalatie rond de Noord-Koreaanse rakettesten en de oorlogszuchtige reactie van de Amerikaanse president Donald Trump jagen velen schrik aan. Maar iedereen die vreest dat Pyongyang ten oorlog wil trekken, heeft het gelukkig fout, schrijft Ra Mason, docent Internationale Betrekkingen aan de Universiteit van East Anglia.
Ondanks de gespierde taal, de rakettesten en de dreiging met een aanval op het Amerikaanse eiland Guam blijft Noord-Korea een blaffende hond die niet meteen zal bijten. Weinig westerse landen beseffen dat Noord-Korea helemaal niet in staat is een oorlog uit te vechten met een van zijn rivalen, als het dat zou willen.
Noord-Korea weet heel goed dat het geen oorlog kan betalen.
Foute analyse
Het land wordt vaak misbegrepen als een onvoorspelbare schurkenstaat die geleid wordt door een dynastie van gekke dictators. Dat is een verkeerde analyse, en het is onverantwoord om die in stand te houden. Zoals al vaak gedocumenteerd is door experten als hoogleraar Narushige Michishita zijn de heersers in Pyongyang juist erg consistent en strategisch in hun omgang met de rest van de wereld.
Om het gedrag van het regime te begrijpen, is het cruciaal om het onderscheid te maken tussen strategie en tactiek. Het klopt dat het land frequent de verrassing gebruikt als tactiek, en het heeft veel ervaring met het opstoken van angst in de harten van de westerse bevolking. Maar dat is geen teken van dementie of uitzinnigheid: het vormt een onderdeel van een erg consistente nationale strategie om het regime in stand te houden.
De Noord-Koreaanse aanpak heeft drie doelstellingen: de aandacht van de wereld vasthouden in de hoop een dag een vredesverdrag te tekenen met de Verenigde Staten en hun bondgenoten; de geloofwaardigheid van zijn militaire afschrikking aantonen; en de aandacht afleiden van de binnenlandse problemen om zo sociale onrust of een revolutie te vermijden.
Zoals kenner Hazel Smith heeft aangetoond, bestaat de regering in Pyongyang niet uit één persoon of zelfs niet uit één familie. Sinds het ontstaan in 1948 al zijn er verschillende leidende spelers die beurtelings wedijveren en samenwerken om de bestaande machtsstructuren te bewaren.
Hoewel er dus weinig ‘checks and balances’ zijn om misbruik van de macht te vermijden, blijven de prioriteiten van het leiderschap dezelfde: het land relatief stabiel houden, politieke risico’s vermijden en dus ook een financieel rampzalig militair conflict vermijden.
Duur conflict
Noord-Korea is er zich goed van bewust dat het, hoewel het over een van de grootste legers ter wereld beschikt, de fondsen mist om een langdurige militaire campagne vol te houden. Het land zou in theorie steun kunnen krijgen van China of Rusland, maar die landen delen niet langer de ideologische belangen, zoals dat wel het geval was ten tijde van de Koreaanse oorlog.
Vooral China lijkt vooral aan te sturen op een verzachting van de spanningen, eerder dan op een escalatie van het conflict. China heeft eigen commerciële belangen in het land en aast onder meer op de havens in het noordoosten van het land.
Pyongyang’s confronterende stijl heeft ook deels economische motieven. Wapengekletter op korte termijn kan op langere termijn economische toegevingen afdwingen van de rest van de wereld. Zelfs de laatste sancties kunnen snel weer afgeblazen worden, de dialoog kan weer opgestart worden en directe investeringen worden snel weer mogelijk als er zicht is op een duurzame de-escalatie en toegenomen handel.
Weinig animo
Het is dan ook logisch aan te nemen dat Noord-Korea in het belang van de eigen veiligheid het conflict niet verder zal laten escaleren dan een sporadische rakettest of kernproef. De raketten die zogenaamd klaargemaakt worden voor een aanval op Guam zijn weinig meer dan een manier om de strategische capaciteit aan de wereld te tonen – in dit geval de capaciteit om een accurate aanval te lanceren op een strategisch belangrijk Amerikaans doelwit.
Een fixatie op de massavernietigingswapens van Kim helpt niemand, en al zeker niet de gewone Noord-Koreanen.
Tegelijk – ervan uitgaande dat Donald Trump even berekend handelt – kan Noord-Korea ervan uitgaan dat de VS geen militaire actie riskeert op het Koreaanse schiereiland zolang er geen Amerikaanse burgers gedood worden. Er is simpelweg te weinig animo in de VS voor een militair conflict dat zo snel op een dure en gevaarlijke oorlog kan uitdraaien.
De buitenwereld kan beter diplomatieke en economische druk uitoefenen met het oog op hervormingen in het land die door het regime geleid worden, op commerciële investeringen en op minder militaire uitgaven. De focus van de discussie moet liggen op politieke vrijheden, economische hervormingen en welvaart. Een fixatie op de massavernietigingswapens van Kim helpt niemand, en al zeker niet de gewone Noord-Koreanen.
Ra Mason doceert Internationale Betrekkingen en Japans Buitenlands Beleid aan de University of East Anglia. Hij werkte onder meer aan de Universiteit van Tohoku in Japan en schreef zijn doctoraatsthesis over het conflict met Noord-Korea.
Dit opiniestuk verscheen oorspronkelijk bij The Conversation.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier