Meer Syrische vluchtelingen sinds Russische inmenging
In Syrië zijn sinds het begin van de maand minsten 120.000 mensen op de vlucht geslagen. ‘Deze nieuwe exodus legt nog meer druk op de nu al overvolle vluchtelingenkampen’, waarschuwt de VN.
Minstens 120.000 Syriërs zijn de laatste weken op de vlucht moeten slaan voor het aanhoudende geweld in hun thuisland, meldt het VN-bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Zaken. Het gaat vooral om burgers uit Aleppo, Hama en Idlib. De werkelijke cijfers blijken dus ruim het dubbele te zijn van een eerdere schatting, die berekende dat het ging om 50.000 ontheemden.
‘De meeste vluchtelingen zoeken hun toevlucht in andere Syrische regio’s, al trekt ook een groot deel naar de grens met Turkije’, zegt VN-woordvoerder Stephane Dujarric. Hij benadrukt dat deze ontheemden nood hebben aan voedsel en drinken, onderdak in de vorm van tenten en sanitaire voorzieningen.
Dat veel vluchtelingen net uit de regio rond Aleppo komen, is niet toevallig. Daar startte het Syrische leger namelijk een groot offensief tegen rebellen. De militairen worden daarbij bijgestaan door Russische luchtaanvallen. Sinds begin oktober bombardeert Moskou tegenstanders van de Syrische president Bashar al-Assad waaronder de terreurgroep Islamitische Staat (IS).
‘Deze nieuwe exodus legt nog meer druk op de nu al overvolle vluchtelingenkampen’, waarschuwt de VN. Het conflict in Syrië is intussen al aan zijn vijfde jaar bezig. Een periode waarin meer dan 250.000 mensen werden gedood en waarin de helft van de vooroorlogse bevolking (23 miljoen) zich genoodzaakt zag te vluchten.
Diplomatieke verschuiving?
Het toenemende geweld (en de betrokkenheid van meerdere actoren) in Syrië heeft het tempo van de diplomatieke onderhandelingen verhoogd, schrijft Al Jazeera. De Russische minister voor Buitenlandse Zaken Sergey Lavrov ontmoette afgelopen week zijn Amerikaanse, Turkse en Saoedische collega’s in Wenen. En ook deze week zijn er nog ontmoetingen gepland.
Erg uitzonderlijk was ook het bezoek van de Syrische president Bashar al-Assad aan de Russische president Vladimir Poetin. Assad bedankte zijn collega voor de Russische hulp. Het was het eerste officiële bezoek in het buitenland van Assad sinds het begin van de burgeroorlog in Syrië in 2011.
‘Wij begrijpen er niets van’
Afgelopen weekend maakte Rusland bekend dat zijn luchtmacht klaarstaat om luchtsteun te bieden aan het Vrij Syrische Leger, het Syrische oppositieleger dat gesteund wordt door het Westen, in de strijd tegen IS. De verklaring volgde op een akkoord tussen Rusland en Jordanië, dat deel uitmaakt van de anti-IS-coalitie onder leiding van VS.
Maar de door het westen gesteunde oppositie in Syrië wil niet weten van Russische steun in de strijd tegen IS. ‘Rusland bombardeert het Vrije Syrische Leger en nu wil het plots samenwerken met ons, maar tegelijkertijd steun geven aan (president Bashar) al-Assad? Wij begrijpen er niets van’, zo verklaarde luitenant-kolonel Ahmad Saoud van het Vrije Syrische Leger. (AVE)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier