Malala Yousafzai heeft haar achttiende verjaardag in Libanon gevierd met de opening van een school voor Syrische vluchtelingen. Ze riep de wereldleiders op om te investeren in ‘boeken, niet in kogels’.
De Pakistaanse Malala Yousafzai, die in 2012 door de taliban werd neergeschoten omdat ze opkwam voor vrouwenrechten in het onderwijs, zet haar campagne voort: in 2014 leverde dat haar de Nobelprijs voor de Vrede op, nu viert ze haar achttiende verjaardag door Syrische vluchtelingen te helpen.
‘Vluchtelingen te lang genegeerd’
Dat deed ze in Libanon door er een meisjesschool te openen. ‘Ik was vastberaden om in Libanon te zijn, omdat ik geloof dat de stemmen van de Syrische vluchtelingen gehoord moeten worden en ze al veel te lang genegeerd werden’, vertelde Malala aan persagentschap Reuters.
Het Malala Fund dat lokale schoolprojecten ondersteunt, betaalde voor de school in de Bekavallei bij de grens met Syrië. Er is volgens NBC News plaats voor 200 meisjes tussen veertien en achttien jaar oud.
‘Eerste dag als volwassene voor de kinderen’
In Libanon leven echter ongeveer 500.000 Syrische kinderen op schoolleeftijd waarvan slechts een vijfde werkelijk schoolloopt. Het land gaf al aan niet langer te kunnen omgaan met de enorme instroom van vluchtelingen. In Libanon, dat amper 4 miljoen inwoners telt, is één op de vier vluchteling. Naar schatting ving het land 1,2 miljoen van de 4 miljoen mensen op die de oorlog in Syrië ontvluchtten.
‘Vandaag, op mijn eerste dag als volwassene en in naam van ’s werelds kinderen, vraag ik de wereldleiders te investeren in boeken in plaats van in kogels’, stelde Malala in haar speech. (WB)
