Rudi Rotthier vanuit de VS

Mag er nog gelachen worden? Politiek correct in de VS: de zachte manier om mensen monddood te maken

Bekende Amerikaanse komieken zoals Jerry Seinfeld of Chris Rock weigeren dezer dagen aan universiteiten op te treden. Minder bekende collega’s moeten tijdens een soort examen voor een studentencomité tonen dat ze voor niemand aanstootgevend zijn. De universiteiten publiceren lijsten met te vermijden termen (‘arm’, ‘rijk’, ‘oud’, ‘blind’ moeten in de prullenmand). Wat is er aan de hand in de VS?

Elke zaterdag brengt Rudi Rotthier, onze correspondent in Canada en de VS, u met een boeiend achtergrondverhaal een unieke inkijk in de stad of streek waar hij op dat moment resideert.

Tijdens het memorabele eerste presidentiële debat van vorige week donderdag oogstte één tussenkomst van Donald Trump bijzonder groot applaus. “Frankly”, zei hij, “ik heb geen tijd voor totale politieke correctheid”.

Hij deed de uitspraak in antwoord op een volledig terechte vraag die niets met politieke correctheid te maken had – er werd gevraagd naar zijn verhouding met vrouwen, die hij in het verleden onder meer publiek heeft uitgescholden voor “vet varken” en “wanstaltig”. “Eerlijk gezegd”, voegde hij toe, nog altijd onder applaus, “ik denk niet dat dit land tijd heeft voor politieke correctheid”.

Mag er nog gelachen worden? Politiek correct in de VS: de zachte manier om mensen monddood te maken
© /

Het is een van meerdere punten waar Trump een snaar betokkelt die breed resoneert, ook al slaat hij die snaar soms aan om een lastige vraag te pareren, eerder dan om echt politieke correctheid (pc) te bestrijden.

Trump is de vleesgeworden (vetgeworden, om in zijn terminologie te blijven) anti-pc. Hij speelt op de vrouw, hij scheldt, hij bezingt zijn eigen grootheid en zijn eigen rijkdom, zijn tomeloos succes. Mensen hebben de indruk dat die incorrecte taal en in eerste instantie onverwachte houding een verademing is in een klimaat van steeds meer gecoachte houten klazen, met steeds stijver dichtgeknepen billen.

De voorbije maanden zijn in de VS twee boeken verschenen over het “verstikkende” klimaat van politiek correctheid (End of Discussion, van Mary Katherine Ham en Guy Benson, en The Silencing, van Kirsten Powers, niet helemaal toevallig alledrie bij Fox News). De voorbije dagen zijn drie grote tijdschriftstukken verschenen over aspecten van politieke correctheid, twee bij The Atlantic en één bij The NewYorker. Geen van de boeken of artikels hebben Trump tot onderwerp.

Er is, betogen ze, een crisis van het vrije woord en de vrije discussie in de VS. Te beginnen aan de universiteiten.

Zeg niet zwarte jongen, kijk naar de schoenen

Tijdens een interview eind 2014 kaartte komiek Chris Rock het punt aan.

“Ik ben opgehouden met aan universiteiten op te treden, en de reden is dat ze (de studenten, red.) veel te conservatief zijn. Niet in hun politieke standpunten – het is niet dat ze op de Republikeinen stemmen – maar in hun sociale standpunten en hun wens om niemand te beledigen. Jongeren opgevoed in een cultuur van ‘we gaan de score niet bijhouden in dit spel want we willen niet dat iemand verliest’. Of die systematisch race ontkennen. Je kunt niet zeggen: ‘de zwarte jongen daar’. Neen, het moet zijn ‘de jongen met de rode schoenen’. Je kunt zelfs niet beledigen op weg naar een niet beledigend punt”. Het is de voorbije jaren erger geworden, betoogde Rock. Zeker voor een komiek die de grenzen aftast, wordt het leven er niet gemakkelijker op.

Jerry Seinfeld is niet zo’n komiek. Ja, in de naar hem genoemde tv-show ging het een hele aflevering over masturbatie, zonder dat het woord mocht vallen. Maar over het algemeen, en zeker in zijn stand-up routine, beperkt hij zich tot brave observaties, doorgaans heel veilig binnen de grenzen. In juni viel hij Rock bij. “Ik treed niet op aan universiteiten, maar vele mensen vertellen me: ‘Kom niet in de buurt, ze zijn zo pc’.”

Risicovrij glimlachen

Hoe pc ze wel zijn, blijkt uit het omslagverhaal van het septembernummer van The Atlantic.

Mag er nog gelachen worden? Politiek correct in de VS: de zachte manier om mensen monddood te maken
© /

In een reportage wordt beschreven hoe komieken in een bevroren Minnesota zichzelf en hun werk voorstellen aan de National Association for Campus Activities (NACA). NACA vertegenwoordigt 350 heel uiteenlopende universiteiten, en een auditie voor NACA kan voor een komiek het verschil maken tussen een jaar met een goed inkomen en de bedelstaf. Ze kan een carrière maken of breken. Studentenvertegenwoordigers beoordelen het aanbod, niet alleen qua komieken maar ook qua muziek. “De smaak van de studenten”, schrijft Atlantic-auteur Caitlin Flanagan, “was eenvormig. Ze wilden komedie die 100 procent risicovrij was, komedie die niet kon prikkelen of overstuur maken of milde verwarring brengen al was het maar voor één student. Ze wilden komedie die zo grondig schoongemaakt was van steken of agressie dat als de meest hypergevoelige weirdo per ongeluk de zaal zou inlopen hij alleen woorden zou horen die als zachte regen over hem heen zouden vallen, woorden die af en toe een milde glimlach opwekken en hem aanmoedigen om terug naar zijn slaapzaal te strompelen, zichzelf onder te stoppen en in een droomloze slaap te vervallen – niet om zijn moeder en vader te sms-en dat een monster hem met een grap overstuur gemaakt had”.

Flanagan beschrijft hoe het optreden van Kevin Yee enthousiasme en affectie opwekte. “We love you, Kevin!”. Yee trommelde studenten op om deel te nemen aan een “homo dance party” (hij is zelf homo) en vertelde over de relatie die kan ontstaan tussen een homofiele man en een “sassy” zwarte vriendin. “Sassy” is onvertaalbaar maar komt in de buurt van “pittig”, of “sexy”, “energiek”. Het publiek lag in een deuk, schrijft Flanagan, onder meer “sassy” zwarte vrouwen zelf, die de relatie hetero-homo zo voor zich zagen of al meegemaakt hadden.

Maar twee witte studenten schudden van neen. Yee “bestendigt stereotypen”, zei een van hen. “We zijn een progressief denkende school. Dat ding over de sassy zwarte vriendin, dat zou bij ons niet werken”.

Yee kwam weg met 18 boekingen. Niet slecht, volgens Flanagan, maar lang niet in verhouding met het enthousiasme in de zaal. En lang niet zo goed als meer zoutloze collega’s, om wie niemand echt lachte.

Micro-agressies

Flanagan was vorige vrijdag te gast in het HBO-programma Real Time with Bill Maher.

Hoe verklaar je dit? wilde Maher weten. Hij had zelf jaren zijn beleg verdiend met optredens aan universiteiten.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Ze vermeldde een aantal elementen. Vooral dit. Professoren hebben het idee laten varen dat studenten onwetend zijn als ze op school belanden, en dat ze wijzer kunnen worden via onderricht, en via robuuste, eventueel gestuurde discussie. De voorbije dertig jaar is identiteitsdenken aan Amerikaanse universiteiten dominant geworden, waarbij mensen één onderdeel vertegenwoordigen, ras, sekse, klasse, economisch belang en dat tegen alles en iedereen verdedigen, veiligstellen. Niet wat ons bindt, is belangrijk, niet de algemene principes, maar wat ons onderscheidt. De proffen willen niet langer “het juk van onwetendheid aan de studenten ontnemen”, zei ze, hen stimuleren om te onderzoeken en na te denken. De proffen capituleren en pamperen de studenten in hun eigen gelijk. Elk moet binnen de universiteit onaangevochten de eigen standpunten kunnen blijven handhaven. “Ze zijn extreem geprivilegieerd en lopen de hele tijd te klagen over micro-agressies en willen die waar mogelijk weren. Micro-agressie is: een opmerking waaruit vooroordeel of privilege blijkt, en die als kwetsend wordt ervaren. Een klassieker is de vraag: ‘Waar ben je geboren?’ die impliceert dat de ondervraagde als buitenlander wordt beschouwd.

Zoals in het geciteerde geval van de komiek wordt de micro-agressie nogal eens aangevoeld en aangeduid door mensen die er niet zelf het slachtoffer van zijn, in naam van de ten onrechte nog niet verontwaardigde slachtoffers.

Niemand beweert dat die micro-agressies niet bestaan, of niet leerrijk zijn, of geen voorwerp van dispuut of onderzoek mogen zijn, maar aan universiteiten, waar iedereen op de een of andere manier geprivilegieerd is (wat in kaart gebracht wordt met privilegemeters), werken ze verlammend, zei Flanagan bij Maher. Als je in de echte wereld, neem de Bronx, bij mensen die echte agressie ondergaan, die met gewapend geweld te maken krijgen, zou vragen naar wat ze denken over micro-agressies, “ze zouden niet weten of ze moeten lachen of wenen”.

Er zit ook een economisch aspect aan pc vast, volgens haar. Het is in de VS zo duur om hogere studies aan te vatten, de ouders betalen zich blauw, of de student steekt zich bodemloos in schulden, en de professoren en universiteiten durven het, al was het maar vanuit een zakelijk perspectief, niet aan iemand voor de borst te stuiten. Zo krijg je, tenzij in cijferdisciplines, in toenemende mate nietszeggend onderwijs, dat ook niet voorbereidt op het leven, een oefening in het ontzien van zere tenen en tegelijk een piramidespel voor goedbedoelende ouders met geld.

In een vorige generatie, aldus Flanagan, rebelleerde een student door zich af te zetten tegen de machtsorde, en die belandde buiten het systeem. Nu rebelleert men ter plekke, in een bubbel, onaangetast en onaangevochten, op kosten van de ouders, of ten koste van een schuld.

Zeg niet: rijk, dik

Vele universiteiten stellen een code op voor taalgebruik. Ze mogen die code niet strikt opleggen, omdat dat in strijd is met het eerste artikel van de grondwet (dat vrije meningsuiting garandeert). Zo’n code wordt dan geadviseerd taalgebruik, onder meer, misschien vooral, bedoeld om micro-agressie te voorkomen. In Real Time werd het recentste voorbeeld geciteerd. Eind juli legde de University of New Hampshire op zijn website een “vooroordeelvrije taalcode” voor. Volgens het magazine Forbes hanteert 55 procent van de Amerikaanse universiteiten intussen een dergelijke code.

Mag er nog gelachen worden? Politiek correct in de VS: de zachte manier om mensen monddood te maken
© /

“Rijk” moet volgens de University of New Hampshire worden vervangen door “persoon met materiële welvaart”, waardoor niet rijken ook rijk kunnen zijn, bijvoorbeeld in ervaring. Arm moet worden “persoon die de voordelen mist die anderen hebben”. Wie geen geld heeft uit keuze, kun je niet als arm beschouwen, leggen de bedenkers uit (en die kun je dan ook niet zomaar een persoon die de voordelen mist etc. noemen). “Dik” of “zwaarlijvig” wordt afgeraden ten voordele van “persoon van omvang”. De lijst, samengesteld door mensen verbonden aan de universiteit, werd later door de voorzitter van de universiteit afgewezen, en is intussen weer van de website verwijderd, blijkbaar vooral omdat ook het woord “Amerikaan” in de ban gedaan was (het moest vervangen worden door VS-burger, om niet-Amerikaanse Amerikanen, bijvoorbeeld afkomstig uit Zuid-Amerika, niet te discrimineren).

Vroeger werd nog gesproken over een cultuuroorlog, aldus Flanagan, maar, concludeerde ze bij Maher: “De strijd is al verloren. De andere zijde won, en het vrije woord is op dit ogenblik alleen nog een lastpost”.

Als reactie op de toenemende pc ziet ze in fraterniteiten, waarover ze eerder schreef, toenemende lompheid, toenemende rabiate uitingen van racisme, seksisme, en andere macro-agressies.

Maher, een uitgesproken criticus van georganiseerde religie en van islam, modereerde tot 2002 voor ABC een discussieprogramma onder de toepasselijke titel Politically Incorrect. In de week na 11 september 2001 liet hij zich kritisch uit over de omschrijving van de aanslag als “een laffe daad”. Er was integendeel moed vereist om in een vliegtuig je eigen dood tegemoet te gaan, vond hij. Laf was: drones het werk laten doen. Hij kreeg een golf van kritiek over zich heen, de adverteerders haakten af en enkele maanden later werd het programma afgevoerd.

‘Gedesinviteerd’

Eind vorig jaar had hij opnieuw een aanvaring met pc, dit keer pc op de campus. Hij zou over vrijheid van meningsuiting spreken bij de diploma-uitreiking in Berkeley. Maar studenten van change.org begonnen een petitieactie om hem op basis van zijn islamuitspraken “gedesinviteerd” te krijgen.

In die petitie werden een aantal van die uitspraken opgenomen.

Bijvoorbeeld:

“Religies worden onderhouden door mensen. Mensen die niet van bil kunnen gaan, want seks is het eerste aardse genot. En als je dat niet kunt hebben, is macht een goede tweede. En dat geeft religie aan mensen. Macht. Macht is seks voor mensen die geen seks kunnen of willen hebben, of die er niet goed in zijn”.

Nog: “Islam is de enige religie die handelt als de maffia – ze zal je fucking doden als iets verkeerds zegt”.

Mag er nog gelachen worden? Politiek correct in de VS: de zachte manier om mensen monddood te maken
© /

De petitie haalde duizenden handtekeningen. Maher kon toch spreken omdat de directie van Berkeley hem de hand boven het hoofd hield.

Velen zijn niet zo gelukkig. Volgens het boek The Silencing van Kirsten Powers zijn tussen 2009 en 2014 151 campagnes gestart tegen sprekers aan universiteiten, waardoor 62 toespraken zijn afgezegd. Ter vergelijking: in de 21 jaar tussen 1987 en 2008 werden in totaal evenveel toespraken afgezegd en waren er minder betwistingen dan in de vijf jaar tot 2014. Er zit groei in de verontwaardiging en krimp in de zin om andere meningen te aanhoren.

Ayaan Hirshi Ali is een favoriet doelwit van desinviteringscampagnes.

Niet alleen komieken en sprekers hebben het te verduren, ook professoren.

Vagina Monologues zonder vagina

In Harvard probeerden studenten rechten dit academiejaar het onderricht in verkrachtingswetgeving te verhinderen – dat zou te smartelijk zijn voor sommige studenten.

Aan Brandeis University voerde de Aziatisch-Amerikaanse studentenvereniging in april actie tegen micro-agressies. Ze installeerde op de trappen van het hoofdgebouw borden met voorbeelden van dergelijke agressie: “Word je niet geacht goed te zijn in wiskunde?” of “Ik ben kleurenblind! Ik zie geen ras”. Ze kregen kritiek uit eigen rangen en van medestudenten die de installatie zelf als een micro-agressie beschouwden. Waarna de voorzitter van Aziatisch-Amerikaanse vereniging zich per e-mail verontschuldigde bij iedereen die zich beledigd voelde door de inhoud van de micro-agressies.

In Mount Holyoke College werd in januari de jaarlijkse vertoning van het bekende stuk The Vagina Monologues na protest afgelast. In het verleden was het stuk al belaagd vanuit religieuze hoek en vanuit conservatieve hoek. Die aanvallen had het in Mount Holyoke overleefd. Nu werd succesvol actiegevoerd door studenten die argumenteerden dat het stuk geen rekening houdt met of plaats biedt aan bijvoorbeeld transgender vrouwen zonder vagina. Die vooringenomenheid werd als stigmatiserend ervaren.

Pc = depressie en angst

Deze voorbeelden staan in een tweede artikel in The Atlantic, geschreven door academici, Greg Lukianoff, een onderwijsspecialist, en Jonathan Haidt, een prof psychologie van New York University. Ook bij hen is de lijn: we zijn van een onderwijs dat in principe de bedoeling had om studenten tot op zekere hoogte door elkaar te schudden, aan te porren om hun eigen vooroordelen en de vooroordelen om hen heen kritisch te onderzoeken, belandt bij studenten die beschermd willen worden tegen woorden en ideeën die hen niet aanstaan. Zo ontstaat een cultuur die “toegespitst is op het toezicht houden op uitspraken en het bestraffen van sprekers” wat denkpatronen doet ontstaan die “verrassend gelijkaardig zijn met degene die door therapeuten als oorzaken gezien worden van depressie en angstaanvallen”.

Mag er nog gelachen worden? Politiek correct in de VS: de zachte manier om mensen monddood te maken
© /

De ommezwaai is volgens de auteurs verbonden met een aantal elementen. De opkomst van de sociale media die polariseren, in een maatschappij die onder meer politiek meer dan ooit gepolariseerd is. Ook vermelden ze het bloedbad in Columbine, in 1999, waar twee studenten die het slachtoffer waren geweest van pesterijen twaalf medestudenten doodden en talloze anderen verwondden. Universiteiten riepen naderhand een nultolerantie uit over pesterijen. Het toezicht werd drastisch verscherpt, in plaats van vrijheid werd de universiteit ineens beschouwd als een plaats van gevaar waartegen de studenten beschermd moesten worden. Het werd een plaats van verhoogd wantrouwen.

Maar “wat doen we met onze studenten als we ze aanmoedigen een extra-dunne huid te ontwikkelen net voor ze het cocon van ouderlijke bescherming verlaten om te gaan werken?” Niet veel goeds. “Zouden ze niet beter voorbereid zijn als we hen leren hun eigen emotionele reacties in vraag te stellen en mensen het voordeel van de twijfel te geven?”

Er zit nog een ander aspect aan de hyoergevoeligheid vast. In 2013 werd in een Ierse pub in Chapel Hill, North Carolina, (in Chapel Hill doodde eerder dit jaar een atheïstische man drie jonge moslims) de hit Blurred Lines van Robin Thicke gedraaid. Een vrouw vroeg de dj om de plaat af te zetten, omdat ze, een typische pc-term, “een veilige ruimte” wilde creëren. Blurred Lines heeft wel vaker bezwaar opgewekt omdat er seksuele dreiging in de tekst vervat zou zijn (‘I know you want it’). De dj weigerde het populairste nummer van dat moment te weren, de vrouw en medestanders hekelden de pub via sociale media en korte tijd later gaf de eigenaar aan dat de dj nooit meer zou terugkeren en dat de hit nooit meer gedraaid zou worden.

Mag er nog gelachen worden? Politiek correct in de VS: de zachte manier om mensen monddood te maken
© /

Voor de dj was het een vorm van broodroof, maar de klagende vrouw, beschrijft The New Yorker, kreeg ook op sociale media, waar de veilige ruimte duidelijk niet bestaat, een boel bagger over zich heen. Het proces van omgaan met micro-agressie leidt af en toe tot macro-agressie. Eerder dit jaar werd een student van Aziatische origine die in een column de draak had gestoken met pc in Ann Arbor met eieren bekogeld.

Je ne suis pas Charlie

De VS zijn zo al voorzichtiger met uitgesproken meningen. Het heeft gedeeltelijk te maken met een traditie van grote verscheidenheid aan mensen. Na de aanslag tegen Charlie Hebdo besloot het overgroot deel van de Amerikaanse media om geen cartoons met de profeet uit dat magazine te tonen, terwijl dat toch de aanleiding voor de aanslag was. Niet nodeloos kwetsen of aanstoot geven, was de redenering, en die was niet nieuw. Toen de PEN-award aan Charlie Hebdo werd toegekend, distantieerde een niet onaanzienlijk deel van de auteurs zich.

Er is zeker een traditie van voorzichtigheid, maar tegelijk hebben mensen de indruk dat de neiging om de eigen tong te spoelen alvorens afwijkende standpunten te vertolken toeneemt. Vandaar dat de opmerkingen van Trump zo aanslaan. Holebirechten, die verrassend snel opgang maakten, zijn nu ineens de norm. Mensen die er ooit tegen waren, en verdedigen wat tot een jaar geleden de federale wet was, namelijk dat een huwelijk alleen kan tussen vrouw en man, vinden dat ze afgeserveerd worden als halve idioten en/of racisten.

En ook buiten de universiteit vind je tekenen dat gevoeligheid voor micro-agressie en zeker identiteitsdenken toenemen.

Ten tijde van de rellen in Baltimore ging buitensporig veel aandacht naar de term thugs (schurken), die de president en autoriteiten in Baltimore hadden gebruikt om zwarte plunderaars aan te duiden. Het debat over de term (die in beginsel uit India afkomstig is, en door Obama ook werd gebruikt voor milities in Oekraïne, maar die volgens critici racistisch was) kreeg tijdens tv-debatten meer ruimte en aandacht dan vele andere overwegingen, veel meer ruimte dan een debat over de rol van gangs, en hoe die door kerkleiders werden omarmd, of over de teloorgang van het onderwijs, de rol van de vrij hoge subsidies die naar achterstandswijken van de stad gaan en die er blijkbaar geen leed lenigen. De critici wilden de jongeren die plunderden niet stigmatiseren.

Mag er nog gelachen worden? Politiek correct in de VS: de zachte manier om mensen monddood te maken
© /

Dezer dagen pakt #Black Lives Matter presidentskandidaat Bernie Sanders aan, zo pc als politici komen, een veteraan van de burgerrechtenbewegingen, die discriminatie grotendeels beschouwt als voor een sociaal-economische aangelegenheid. Men wil hem zover brengen, en hij is meteen gezwicht, dat hij zich specifiek en uitvoeriger dan voorheen zou uitspreken over het lot van zwarte medeburgers.

Hoe het in België evolueert, zullen anderen beter kunnen zeggen, maar de discussie rond onverdoofd slachten (ritueel slachten genoemd door de voorstanders), belooft niet veel goeds. Kromredeneringen ten voordele van een eigen gelijk (aan al degenen die voor onverdoofd slachten zijn – wat zou je bij je eigen terechtstelling verkiezen?), particulier belang ten voordele van een identiteit, zurigheid, en zere tenen. En verder de politici die vroeger hevige tegenstanders waren, maar die je nu niet meer hoort. Het zou Amerika kunnen zijn (met excuus aan de niet Amerikaanse Amerikanen).

Door Rudi Rotthier vanuit Des Moines, Iowa, VS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content