Islamitische strijders zouden steeds meer aan het front in het oosten van Oekraïne opduiken. ‘We strijden graag tegen de Russen’, klinkt het en de Oekraïners zijn tevreden met de extra steun tegen de separatistische rebellen. Maar niet iedereen is overtuigd van de vrijwillige bataljons.
De Amerikaanse krant The New York Times ging ter plaatse aan het front in het Oekraïense Mariupol waar de gevechten steeds heviger worden. De strategische havenstad en industriële baken telde voor de oorlog zo’n half miljoen inwoners en is felbegeerd door de pro-Russische separatistische rebellen.
Monitoren van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) signaleerden geregelde nachtelijke transporten van Russisch militair materiaal via een spoorweg ten noorden van de stad. Ook de Oekraïense autoriteiten publiceerden luchtfoto’s waarop een ophoping van zware wapens – inclusief tanks en houwitsers – te zien was aan de kant van de rebellen.
Volgens de krant verwacht Oekraïne dus binnen de komende maanden nog een offensief van de rebellen. Commandanten vermoeden dat separatistische bewegingen de toegangswegen naar Mariupol willen innemen om vervolgens de stad te bezetten.
‘Aangename verrassing’
Maar de Oekraïners menen dat het in hun nadeel speelt dat de westerse overheden weigeren militaire steun te bieden aan de regeringstroepen, iets waar de separatisten bij Rusland volgens hen wel op kunnen rekenen. Bovendien is de werking van het corrupte en onvoldoende gefinancierde leger niet efficiënt. De komst van de buitenlandse, islamitische strijders aan het front is dus een aangename verrassing.
The New York Times sprak met een anonieme Tsjetsjeen in de havenstad. Hij leidt één van drie bataljons – de groep Sjeik Mansur – van islamitische strijders op een totaal van zo’n 30 vrijwillige troepen. De militanten zijn voornamelijk Tsjetsjeens, maar er zijn ook Balkaren, Krim-Tataren en Oezbeken onder hen. Strijders komen uit Europa en Azië: zo woonde de Tsjetsjeen zelf in Frankrijk voordat hij samen met Isa Musayev – een Tsjetsjeense migrant uit Denemarken – de bataljons oprichtte.
‘De oorlog hield nooit op voor ons’
‘We strijden graag tegen de Russen, dat hebben we altijd gedaan’, vertelt de anonieme Tsjetsjeen. ‘Ik bewandel dit pad al 24 jaar’, vervolgt hij verwijzend naar het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. ‘De oorlog hield nooit op voor ons. We zijn nooit weggelopen van onze oorlog met Rusland en zullen dat nooit doen.’
Hoewel de Tsjetsjeen beweert dat Musayev – die afgelopen februari sneuvelde – de goedkeuring genoot van vooraanstaande leden van de Oekraïense overheid (maar ‘er waren geen documenten, niets stond op papier’), weigeren de Oekraïense autoriteiten te zeggen hoeveel Tsjetsjenen in het oosten van Oekraïne strijden. Bovendien zijn de militanten niet opgenomen bij de politie of in het leger en worden ze niet betaald.
Gemeenschappelijke vijand
Dat geldt trouwens ook voor een andere militie die aan de zijde van Sjeik Mansur strijdt. Het extreemrechtse Rechtse Sector, een Oekraïense militie ontstaan uit verschillende nationalistische bewegingen tijdens het straatprotest in Kiev, is openlijk neonazistisch en gebruikt bijvoorbeeld het wolfsangelsymbool dat geassocieerd wordt met de SS.
Zonder dat symbool aan te halen, beweert de Tsjetsjeen tegenover de Amerikaanse krant echter goed met de nationalisten overweg te kunnen, omdat ze – net als hem – van hun thuisland houden en de Russen haten.
Dat is dan ook zowat het enige wat de islamitische milities met Oekraïne en de westerse bondgenoten gemeen hebben: de vijand.
”Allahu akbar’ boezemt Russen angst in’
De krant bericht hoe de milities langs het front rijden in burgerwagens met AK-47’s piepend door het raampje. Het gewone leger zit in een defensieve positie in loopgraven in een tweede linie. In Oekraïne zou ondertussen geloofd worden dat de uitroep van de islamitische militanten – ‘Allahu akbar’, ‘Allah is groot’ – de Russen angst inboezemt. ‘We geloven in God, dus we hebben geen kogelvrije vesten nodig’, aldus de anonieme commandant.
Niet iedereen is echter overtuigd van de positieve kracht van de bataljons. Frankrijk is op zijn hoede voor islamitisch extremisme en hield twee leden van Sjeik Mansur aan omdat vermoed werd dat ze tot Islamitische Staat (IS) behoorden. De Tsjetsjeen ontkent de beschuldigingen tegenover The New York Times: het tweetal had niets met de terreurbeweging te maken.
‘Heel Europa is bang van de Russen’, besluit hij. ‘Het is goed voor Europa dat wij hier vrijwillig strijden. Maar niemand lijkt dat te begrijpen.’ (WB)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier