Inge Neefs: ‘Samenwerken met Israël maakt ons medeplichtig aan de bezetting’
‘De oorzaak van de huidige escalatie tussen Israël en de Palestijnen in de Gazastrook is niet de moord op drie ontvoerde Israëlische tieners, maar de kolonisatiepolitiek van Israël.’ Inge Neefs was 25 toen ze voor het eerst naar de Palestijnse Gebieden en Israël trok. Later ging ze een jaar lang in de Gazastrook wonen en maakte ze met ‘Gaza op mijn hoofd’ haar debuut als schrijfster.
‘We kunnen niet spreken over een oorlog of een conflict als het niet over twee gelijkwaardige partijen gaat. Het gaat hier over een structurele en systematische onderdrukking die ingebed is in de militaire bezetting van een volk. De Palestijnen beschikken met hun verzetsstrijders ook niet over dezelfde militaire kracht als Israël: de Palestijnen hebben geen marine, geen landmacht, geen leger. Wat nu gaande is, is geen opflakkering, want het vuur werd nooit gedoofd’, aldus Inge Neefs, auteur van ‘Gaza op mijn hoofd’.
‘Zonder de tunnels naar Gaza is het volk verloren’
Wat nu in Gaza aan de gang is, is volgens Neefs een intensivering van wat er altijd gebeurt. ‘Als er weer een visser door de Israëlische marine wordt gedood, is dat echter geen wereldnieuws. Maar de boeren zijn er bang om hun land te bewerken, omdat het telkens weer vernietigd wordt en omdat ze beschoten worden. De economie is ingestort door het exportverbod van de blokkade. Meer dan de helft van de bevolking is werkloos en 80 procent is afhankelijk van humanitaire hulp.
‘Als antwoord op de nijpende tekorten die de Israëlische blokkade veroorzaakt, floreerde het netwerk van tunnels dat naar Egypte leidt. Langs deze weg worden ook wapens geïmporteerd, maar die tunnels moeten vooral een hele bevolking voeden. Het zijn de levensaders van de Gazastrook. Snijd die door en het volk is verloren, tenzij de blokkade en de bezetting ontmanteld worden.’
‘Gastvrije bevolking’
Het waren beelden op televisie van de operatie Gegoten Lood die Neefs deden besluiten voor de eerste keer naar de regio te trekken. De drie weken durende escalatie in de Gazastrook van 27 december 2008 tot 18 januari 2009 maakte veel slachtoffers: 1300 Palestijnen tegenover 14 Israëli.
‘Ik wilde zelf kunnen oordelen over de situatie, dus trok ik in 2009 voor de eerste keer naar de regio. Wat ik daar zag was een onderdrukte Palestijnse bevolking tegenover een vrije Israëlische bevolking. Die mensen die ik altijd in het nieuws had gezien als vage spelers op een toneel van destructie kregen nu plots een gezicht en een naam. Dat was beklijvend, want iedereen had een verhaal van onrecht te vertellen’, herinnert Neefs zich.
Toch ontdekte Neefs tijdens haar leven in de bezette gebieden van de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever een andere kant van het verhaal. ‘Als buitenstaander krijg je enkel de destructie te zien. Tijdens mijn verblijf ontdekte ik ook de schoonheid en de gastvrijheid.’
‘Ik werd warm onthaald. Het is opmerkelijk dat de Palestijnen bezoekers niet afschrijven op de medeplichtigheid van het Westen in de Israëlische bezetting. Maar achter die hartelijkheid schuilen littekens van verlies en leed. En die worden niet enkel bepaald door escalaties zoals nu, het is de dagelijkse realiteit van dood en gevangenschap, die een lange geschiedenis kent.’
‘Zo zijn we niet alleen als we sterven’
Neefs maakte veel vrienden in Gaza. Vrienden die ze ook nu elke dag probeert te bereiken. ‘Om ze een beetje moed in te spreken, te tonen dat ze niet alleen staan’, zegt de schrijfster. ‘Het is moeilijk, want hun verhalen zijn doorspekt met angst en lijden. Er is het verlies, de kwaadheid ook ja, maar vooral het niet weten wat er gaat gebeuren, maakt hen ontzettend bang.’
In Gaza is geen enkele plaats veilig voor de Palestijnen, meent Neefs. Waar Israël schuilkelders heeft, heeft men in Gaza enkel huizen om in te schuilen, maar die zijn eveneens het doelwit van Israëlische bombardementen.
‘Toen ik laatst contact had met een vriendin – wat niet altijd even eenvoudig is, omdat er regelmatig blackouts zijn – vertelde ze me dat ze samen met haar familie in huis op zoek was gegaan naar de plek die voor hen het veiligst aanvoelde. Daar zijn ze allemaal gaan samenzitten. ‘Zo zijn we toch niet alleen als we sterven’, zei ze.’
‘Niet langer welkom in Israël, geen toegang tot de Westelijke Jordaanoever’
Nadat ze enkele maanden in Bil’in, een dorpje op de Westelijke Jordaanoever doorbracht om geweldloze acties tegen de Israëlische bezetting te ondersteunen, was ze niet langer welkom in Israël.
‘Ze hebben mij toen urenlang ondervraagd. Niet omdat ik misschien toch een visum zou krijgen, maar om informatie los te krijgen over mijn connecties in de regio. Over de Palestijnen waarmee ik in contact stond en andere buitenlanders in de Westelijke Jordaanoever. Door buitenlanders te bannen en Palestijnen gevangen te nemen, probeert Israël een globale solidariteitsbeweging met de Palestijnen te fnuiken.’
‘Voor mij was die weigering frustrerend; het sneed me af van vrienden, van een project van solidariteit en protest waar ik in geloofde en waar ik aan wou blijven bijdragen, maar de miljoenen Palestijnen die in diaspora leven, werden ooit verjaagd van het land dat nu Israël heet, zowel het recht op compensatie als het recht op terugkeer wordt hen door Israël ontzegd. Dat is van een heel ander kaliber.’
Omdat ze door Israëls njet niet meer naar de Westelijke Jordaanoever kon, richtte ze haar pijlen op de Gazastrook. In 2010 trok ze met een vloot van vijf schepen vanuit Cyprus naar Gaza om de illegale Israëlische blokkade aan te kaarten. De vloot werd op internationale wateren aangevallen door de Israëlische marine. Op het Turkse schip de Mavi Marmara werden negen mensen vermoord. Dat sterkte Neefs’ overtuiging: ‘De verontwaardiging van de internationale wereld was groot, maar de Palestijnse bevolking wordt al decannialang onderworpen aan de militaire excessen van het Israëlisch leger, zowel in de Gazastrook als in de Westelijke Jordaanoever.’ Even later ging ze voor de laatste keer naar de Gazastrook via Egypte, maar ook die grensdoorgang wordt streng bewaakt en slechts selectief geopend door de Egyptenaren.
Angst voor solidariteit
‘Net voor de huidige escalatie uitbrak, hadden Hamas en Fatah toenadering gezocht. Beiden hadden stappen ondernomen in de richting van een eenheidsregering. Wat opvalt is, dat telkens wanneer Fatah en Hamas stappen richting een verzoening zetten, Israël militair optreedt. Dat was nu niet anders’, meent Neefs.
Hamas is een islamitische militantengroep die tegenwoordig macht vergaard heeft in Gaza. ‘Maar in welke mate kan je over macht spreken als je gebonden bent aan de knoet van de bezetting?’, vraagt de schrijfster zich af.
‘In Gaza worden 1,8 miljoen mensen vastgehouden in een openluchtgevangenis sinds Hamas aan de macht kwam in 2007. Dit is een collectieve bestraffing. Als bezettende macht komt Israël haar verplichtingen ten overstaan van de bevolking van Gaza niet na.’
Ook wijst de schrijfster erop dat Hamas steeds met de vinger wordt gewezen door Israël wanneer er raketten worden afgevuurd. ‘Dat terwijl er tientallen andere militante groeperingen actief zijn in de Gazastrook. De Israëlische premier Benjamin Netanyahu poogt Hamas te criminaliseren door de beweging pertinent van terrorisme te beschuldigen. Bewijs of niet. Nu ook werd na de moord op de drie Israëlische tieners meteen naar Hamas gewezen. Zij hebben nochtans de ontvoering noch de moord opgeëist, wat ze bij andere ontvoeringen wel deden. Mij lijkt het daarom waarschijnlijker dat dit het werk was van onafhankelijke individuen.’
‘Israël is strategisch interessant’
Waarom kunnen er sancties worden genomen tegen bijvoorbeeld Iran, maar niet tegen Israël? Zo vraagt de schrijfster zich af. ‘Ik vrees dat we het antwoord in de geschiedenis moeten zoeken. Het is deels te vinden in een Europees collectief schuldgevoel ten opzichte van joden over de lugubere vervolging in het verleden. Daarnaast is Israël strategisch interessant: het is een partner, die toegang tot en controle van het Midden-Oosten mogelijk maakt. Tot slot zijn er veel samenwerkingen met het land op vlak van technologie, iets waar Israël sterk in ontwikkeld is.’
Het zijn deze samenwerkingen die volgens Neefs ‘dramatisch’ zijn. ‘We pompen geld in onderzoek naar technologie die vervolgens door Israël voor militaire doeleinden wordt aangewend en getest wordt op Gaza en de Westelijke Jordaanoever. We werken samen met Israëlische bedrijven die betrokken zijn in de bezetting van Palestina. Dat maakt ons medeplichtig aan onderdrukking. Als de EU werkelijk om mensenrechten geeft, dan moeten samenwerkingen met Israël stopgezet worden.’
Blokkade aanpakken
Neefs meent dat de acties van Israël dringend moeten worden veroordeeld door de internationale gemeenschap. ‘Maar de woorden van onze politici zijn maar weinig daadkrachtig en de acties blijven uit.’
Daarom zijn er wereldwijd initiatieven die uitgaan van burgers. ‘Er komt meer actie, gestuwd door de verontwaardiging in de regeringen.’ Een van die initiatieven is de BDS (Boycott, Divestment and Sanctions), een burgerbeweging die door Palestijnen in het leven werd geroepen, die ijvert voor de boycot van Israël die druk wil uitoefenen op het land om de rechten van de Palestijnen te erkennen. Er zijn ook vormen van culturele boycot, waarbij sommige artiesten weigeren nog in Israël op te treden. Zelf ondernam Neefs actie door haar ervaringen in een boek neer te pennen en de bewoners van de Palestijnse Gebieden een gezicht te geven.
Het zijn allemaal evoluties van onderuit die, zo vindt Neefs, de juiste problemen aanpakken. ‘Zolang de bezetting blijft duren, de blokkade aanhoudt, de bevolking niet vrij kan bewegen – want dat is de dagelijkse realiteit voor de Palestijnen – is er geen rechtvaardigheid en zonder dat kan er geen vrede zijn. Daarom is een onconditionele wapenstilstand onvoldoende.’ (WB)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier