In België leveren moeders het minste loon in

Vrouwen in België moeten het minste loon inleveren wanneer ze moeder worden. Hiermee is België één van de gunstigste landen in Europa om moeder te zijn. Na Britse en Griekse vrouwen, maken Belgische vrouwen wel het minst kans op een ministerpost.

Uit nieuw Europees onderzoek van Glassdoor blijkt dat vrouwen in België het minste loon hoeven in te leveren wanneer zij moeder worden. Van alle 18 onderzochte landen in Europa is er na Italië en Spanje in België het minste verschil tussen salaris van vrouwen zonder kinderen met vrouwen met minimaal één kind. In Ierland, Duitsland en Noorwegen moeten vrouwen het meest inleveren als zij besluiten kinderen te krijgen.

Er is niet alleen goed nieuws voor vrouwen in België. Hoewel vrouwen veel kans maken op een positie in het parlement, maken zij in België na Griekenland en het VK de minste kans op een ministeriële positie. De topfuncties worden dus nog altijd vervuld door mannen.

In welk land is gelijkheid tussen mannen en vrouwen het hoogst?

Het rapport van Glassdoor Economic Research, dat in samenwerking met Llewellyn Consulting is opgesteld, heet ‘In welke landen van Europa is de gelijkheid tussen mannen en vrouwen het hoogst?’en analyseert of er verschillen zijn tussen mannen en vrouwen met betrekking tot de arbeidsmarkt. In welke soorten functies zijn vrouwen ondervertegenwoordigd en wat zijn de gevolgen van de loonverschillen tussen vrouwen en mannen wanneer men een gezin sticht?

Het onderzoek, met data vanuit 18 landen, geeft een analyse van 12 belangrijke indicatoren, waaronder: de verhouding tussen mannen en vrouwen in arbeidsparticipatie, het aandeel van vrouwen in managementposities, ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in arbeidsparticipatie afgezet tegen hun opleidingsniveau, en ongelijkheid tussen mannen en vrouwen afgezet tegen het hebben van kinderen.

Vrouwen die werken en kinderen hebben, zijn over het algemeen slechter af dan werkende vrouwen zonder kinderen. Het loonverschil (ten opzichte van mannen) tussen vrouwen met minimaal één kind en vrouwen zonder kinderen is veruit het hoogst in Ierland (31 pp). De prijs van het moederschap is verhoudingsgewijs ook hoog in Duitsland (23 pp), maar het laagst in Nederland, Italië, Spanje en België (3 pp of minder).

Zweden en Noorwegen als voorbeeldfunctie?

Ondanks vooruitgang die is geboekt doordat meer vrouwen tot de arbeidsmarkt zijn toegetreden, is er nog steeds sprake van ongelijkheid tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt in Europa. Uit een rangschikking van 18 landen op basis van gegevens van OECD en Eurostat, blijkt dat Zweden en Noorwegen de meest evenwichtige verdeling tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt hebben. Griekenland en Italië staan er wat dit betreft het slechtst voor.

Italië en Griekenland hebben de grootste verschillen in het aantal werkende mannen en vrouwen met respectievelijk 18 procentpunten (pp) en 17 procentpunten. Finland, Zweden en Noorwegen hebben veel meer evenwicht in de arbeidsmarkt met een verschil van slechts 2 tot 4 pp tussen werkende mannen en vrouwen.

“Zweden, Noorwegen en Finland tonen aan dat het mogelijk is om een vrijwel gelijk aantal mannen en vrouwen aan het arbeidsproces te laten deelnemen,” aldus Dr. Andrew Chamberlain, chief economist bij Glassdoor, Inc. “Dit evenwicht op de arbeidsmarkt kan als voorbeeld dienen voor andere landen. Maar zelfs in Noorwegen is de ‘prijs van het moederschap’ in de zin van lagere salarissen voor vrouwen met kinderen een van de hoogste in Europa, wat maar aangeeft dat geen enkel land in de wereld de perfecte oplossing heeft gevonden.”

Opvallend is dat België een stuk verder vooruit is dan Nederland, waar het aankomt op loon gelijkheid tussen mannen en vrouwen.

Het effect van hoger onderwijs

Als we naar het aantal werkzame personen in voltijdse posities kijken (en rekening houden met het aantal gewerkte uren), is de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen nog groter. In het algemeen zelfs twee tot drie keer hoger ten opzichte van de totale werkgelegenheid.

Dit geeft duidelijk het verschil aan in het aantal gewerkte uren tussen mannen en vrouwen; er zijn verhoudingsgewijs minder vrouwen met een volledige werkweek dan mannen. De ongelijkheid bij degenen die hoger onderwijs (universiteit) hebben genoten, is ongeveer de helft van wat het is bij degenen die minder dan hoger onderwijs hebben gevolgd. Vervolgonderwijs verhoogt de kans dus aanzienlijk dat vrouwen deelnemen aan het arbeidsproces.