Het protest in Standing Rock zet door: ‘Trump kan zijn gelijk halen bij de rechter, maar wij zullen niet verdwijnen’
Rechterlijke bevelen, politieoptredens of een strenge winter doen er niet toe. Niets lijkt de activisten van Standing Rock in de Amerikaanse staat North Dakota te kunnen tegenhouden in hun strijd tegen de Dakota Access Pipeline. Knack ging ter plaatse kijken.
De sfeer is gespannen in Standing Rock op de dag van de geplande ontruiming van Oceti Sakowin, het grootste van de verschillende kampen in het reservaat in de Amerikaanse staat North Dakota. In Sacred Stone, het eerste protestkamp dat in april 2016 werd opgericht door Ladonna Allard, verzamelt een groep veteranen zich. ‘We gaan richting Oceti om de grootmoeders te beschermen’, zegt Joe Plouff, een 67-jarige veteraan en voormalig parlementslid van de staat Wisconsin. ‘Als je niet bereid bent gearresteerd te worden, laat ik je zien waar je kunt toekijken hoe de situatie zich ontwikkelt. Wie met met ons meegaat het kamp in, loopt het risico gearresteerd te worden.’
Begin februari kwam het evacuatiebevel van de Army Corps of Engineers, onderdeel van het leger en eigenaar van het stuk land waar Oceti op stond, even later gevolgd door een evacuatiebevel van de gouverneur van de staat. Als reden werd gegeven dat het kamp, op de kruising van twee rivieren: de Missouri en de Cannon Ball, in een overstromingsgebied lag en risico liep omdat er deze winter een recordhoeveelheid sneeuw is gevallen. Maar bij die officiële reden moeten kanttekeningen geplaatst worden.
Als veteraan heb ik gezworen het Amerikaanse volk te dienen. Dat doen we met alle veteranen hier nog steeds.
Joe Plouff, veteraan en activist
De aanhoudende confrontaties tussen activisten en politie leidt tot argwaan tegenover iedere nieuwkomer, vooral media die afkomen op de ontruiming van Oceti. Weinig mensen van de harde kern en vrijwel geen enkele Sioux wil met naam en toenaam meewerken aan een interview. Te vaak hebben ze het gevoel afgeschilderd te worden als militante demonstranten en te weinig als een gemeenschap die op vredige en spirituele wijze hun levenswijze probeert te beschermen.
Want net dat is wat de activisten bindt en de beweging onderscheidt van andere politieke protesten als de Women’s March of Occupy. Spiritualiteit. De strijdkreet die je overal in de kampen tegenkomt en vaak hoort is ‘Mni Wiconi’. Het is Lakota (een van de dialecten van de Sioux) voor ‘Water is leven’.
En dat mag je heel letterlijk nemen. Maar liefst 27 verschillende stammen zijn afhankelijk van het water van de Missouri. Het heeft ook een spirituele betekenis, water is namelijk heilig voor indianen.
‘We hebben hier een gemeenschap gecreëerd van mensen die weg willen uit het systeem, dieItaliqueoff the grid/Italiquewillen leven.’
Lorelei Li
Het is bijzonder te zien hoe ook de mensen die niet tot de Sioux of andere indianenvolken behoren zich overgeven aan de spirituele aard van het protest. Het is wat Lorelei Li, een 33-jarige ober uit Missouri, deed besluiten zich in november in Sacred Stone te vestigen. ‘Ik had beelden gezien van hoe de politie een gebed verstoorde. Ik ben zelf beëdigd als predikant en kon niet verdragen hoe de vrijheid van religie hier geschonden werd, dus ik besloot m’n baan op te zeggen en naar hier te komen.’ Inmiddels zit hij er een paar maanden en is hij niet van plan ooit nog weg te gaan. ‘We hebben hier een gemeenschap gecreëerd van mensen die weg willen uit het systeem, die off the grid willen leven.’
Joe Plouff, de veteraan die een groep anderen richting Oceti leidde om de grootmoeders te beschermen, zit hier om vele redenen, maar roemt ook de spiritualiteit. ‘Ik ben een van de hoeders van het heilige vuur hier in Sacred Stone’, zegt hij trots.
Maar er zijn meer redenen waarom Plouff voor de derde keer naar Sacred Stone is gekomen, dit keer al een maand lang. ‘Het gaat om politiek, om het bestrijden van racisme en om het beschermen van ons milieu.” Plouff diende in de jaren zeventig in het leger en werkte daarna als parlementslid in de staat Wisconsin en in het onderwijs. ‘Ik heb mijn hele leven aan de publieke sector gewijd. Wat we hier doen, is ook een vorm daarvan.’
Of het niet raar is voor veteranen om orders van het leger te negeren, vraag ik hem. ‘Helemaal niet! Het is heel simpel. Als veteraan heb ik gezworen het Amerikaanse volk te dienen. Dat doen we met alle tientallen veteranen hier, nog steeds.’
In de kampen kun je in de verte de plek waar de pijpleiding wordt aangelegd zien. ’s Nachts hoor je de boor z’n werk doen. Volgens Energy Transfer Partners, het bedrijf dat de pijpleiding aanlegt, kan begin maart al olie door de leiding lopen. Dat is veel sneller dan verwacht.
Het schrikt de activisten niet af. Gerald, lid van de Sioux en afkomstig uit South Dakota, denkt dat het protest nog jaren zal duren. ‘Dit was pas het eerste, weliswaar veelbewogen, jaar, maar we zetten door. Ook al ligt die pijp er, er hoeft geen olie door.’
Of, zoals Travis Harding, lid van de Sioux, zegt: ‘Het gaat om onze toekomst. Die pijpleiding zal over een jaar niet lekken. Over vijf jaar ook niet. Maar ooit zal hij barsten. Moeder Aarde leeft en is constant in beweging. Dus we moeten ons water beschermen, want het water is leven voor onze kinderen.’
Bekijk hieronder waar de verschillende kampen exact liggen.
Kort nadat het kamp werd geëvacueerd haalden bulldozers de overgebleven bouwwerken neer, tot groot verdriet van de zogenaamde ‘Oceti-vluchtelingen’. Voor velen van hen was het kamp geen tijdelijk verblijf, maar een nieuwe thuis. Ze verhuisden vervolgens naar een van de andere kampen, waar ze daags voor de evacuatie de meeste eigendommen, zoals houtoventjes en slaapzakken, al naartoe hadden gebracht.
Oceti was het grootste kamp, maar er zijn er meer: Sacred Stone, Cheyenne River of Black Hoop. Die liggen allemaal onder de Cannon Ball, in land van de Sioux waar de staat North Dakota en het leger geen zeggenschap hebben. Alleen de stamraad heeft er jurisdictie.
Maar dat betekent nog niet dat die kampen zeker zijn van hun bestaan. ‘We zijn nu zelfs aan het bekvechten onder elkaar’, zegt Car, die in het miniscule dorpje Cannon Ball opgroeide. Een deel van de Sioux wil de pijpleiding stoppen via gerechtelijke weg, maar anderen – waaronder Car – blijven erbij dat vredevol actievoeren de enige weg is. ‘Trump kan zijn gelijk halen bij de rechter, maar wij zullen niet verdwijnen.’
Maar om opnieuw zoveel activisten veilig te laten kamperen, moet de landeigenaar expliciet toestemming geven opdat er van trespassing geen sprake kan zijn. En die expliciete toestemming is er in veel gevallen niet. Een complicerende factor daarbij is dat de grond over verschillende eigendomsdelen verdeeld is. Daardoor ontstaat onduidelijkheid en onenigheid over wie de rechtmatige eigenaar is en wie toestemming kan geven voor het oprichten van een kamp.
Zo zou Ladonna Allard, de allereerste ‘waterbeschermer’, slechts voor een klein deel eigenaar zijn van het land waar Sacred Stone op staat. Ook Black Hoop, gestart door Car, kan niet gegarandeerd blijven bestaan. Hij vreest dat het kamp binnen enkele dagen hetzelfde lot als Oceti zal moeten ondergaan. In dat geval zou niet de staatspolitie, maar zouden de agenten van de BIA (Bureau of Indian Affairs) het kamp binnenvallen – zij hebben namelijk jurisdictie in de reservaten. In sommige gevallen zijn BIA-agenten leden van dezelfde stam als de mensen die ze uitzetten. Het zijn soms mensen die samen zijn opgegroeid of familie van elkaar zijn.
Het enige kamp dat als echt veilig beschouwd wordt, is Cheyenne River. De oprichters daarvan hebben het land voor 1 dollar gehuurd van de onbetwiste landeigenaar. Niemand kan hen dus wat maken.
De spanning – blijven of vertrekken – zorgt in Black Hoop voor veel onrust. Er wordt weinig gebouwd, tipi’s blijven onopgezet en bouwwerken onbewoond. Ondertussen gaan ook talloze geruchten de ronde. ‘In het casino worden waterbeschermers opgepakt! Iedereen met modderige kleding loopt een risico!’
Met walkietalkies houden ze elkaar op de hoogte. Elke activist die tot de harde kern hoort – die er al langer dan een week of twee is – heeft er een. Met codenamen als River, Nine Tails, South Beach blijven ze anoniem, voor het geval de politie meeluistert.
De aanhoudende confrontaties tussen activisten en politie leidt tot argwaan tegenover iedere nieuwkomer, vooral media die afkomen op de ontruiming van Oceti. Weinig mensen van de harde kern en vrijwel geen enkele Sioux wil met naam en toenaam meewerken aan een interview. Te vaak hebben ze het gevoel afgeschilderd te worden als militante demonstranten en te weinig als een gemeenschap die op vredige en spirituele wijze hun levenswijze probeert te beschermen.
Want net dat is wat de activisten bindt en de beweging onderscheidt van andere politieke protesten als de Women’s March of Occupy. Spiritualiteit. De strijdkreet die je overal in de kampen tegenkomt en vaak hoort is ‘Mni Wiconi’. Het is Lakota (een van de dialecten van de Sioux) voor ‘Water is leven’.
En dat mag je heel letterlijk nemen. Maar liefst 27 verschillende stammen zijn afhankelijk van het water van de Missouri. Het heeft ook een spirituele betekenis, water is namelijk heilig voor indianen.
Het is bijzonder te zien hoe ook de mensen die niet tot de Sioux of andere indianenvolken behoren zich overgeven aan de spirituele aard van het protest. Het is wat Lorelei Li, een 33-jarige ober uit Missouri, deed besluiten zich in november in Sacred Stone te vestigen. ‘Ik had beelden gezien van hoe de politie een gebed verstoorde. Ik ben zelf beëdigd als predikant en kon niet verdragen hoe de vrijheid van religie hier geschonden werd, dus ik besloot m’n baan op te zeggen en naar hier te komen.’ Inmiddels zit hij er een paar maanden en is hij niet van plan ooit nog weg te gaan. ‘We hebben hier een gemeenschap gecreëerd van mensen die weg willen uit het systeem, die off the grid willen leven.’
Joe Plouff, de veteraan die een groep anderen richting Oceti leidde om de grootmoeders te beschermen, zit hier om vele redenen, maar roemt ook de spiritualiteit. ‘Ik ben een van de hoeders van het heilige vuur hier in Sacred Stone’, zegt hij trots.
Maar er zijn meer redenen waarom Plouff voor de derde keer naar Sacred Stone is gekomen, dit keer al een maand lang. ‘Het gaat om politiek, om het bestrijden van racisme en om het beschermen van ons milieu.” Plouff diende in de jaren zeventig in het leger en werkte daarna als parlementslid in de staat Wisconsin en in het onderwijs. ‘Ik heb mijn hele leven aan de publieke sector gewijd. Wat we hier doen, is ook een vorm daarvan.’
Of het niet raar is voor veteranen om orders van het leger te negeren, vraag ik hem. ‘Helemaal niet! Het is heel simpel. Als veteraan heb ik gezworen het Amerikaanse volk te dienen. Dat doen we met alle tientallen veteranen hier, nog steeds.’
In de kampen kun je in de verte de plek waar de pijpleiding wordt aangelegd zien. ’s Nachts hoor je de boor z’n werk doen. Volgens Energy Transfer Partners, het bedrijf dat de pijpleiding aanlegt, kan begin maart al olie door de leiding lopen. Dat is veel sneller dan verwacht.
Het schrikt de activisten niet af. Gerald, lid van de Sioux en afkomstig uit South Dakota, denkt dat het protest nog jaren zal duren. ‘Dit was pas het eerste, weliswaar veelbewogen, jaar, maar we zetten door. Ook al ligt die pijp er, er hoeft geen olie door.’
Of, zoals Travis Harding, lid van de Sioux, zegt: ‘Het gaat om onze toekomst. Die pijpleiding zal over een jaar niet lekken. Over vijf jaar ook niet. Maar ooit zal hij barsten. Moeder Aarde leeft en is constant in beweging. Dus we moeten ons water beschermen, want het water is leven voor onze kinderen.’
Bekijk hieronder waar de verschillende kampen exact liggen.
De Dakota Access Pipeline, een privaat project van het bedrijf Energy Transfer Partners, is een pijpleiding die olie van het westen van de staat North Dakota naar Illinois moet brengen. De pijpleiding is vandaag bijna af. Het laatste stuk loopt door de Missouri, slechts een paar kilometer ten noorden van het reservaat Standing Rock, bewoond door de inheemse Sioux. Dat reservaat spreidt zich uit over verschillende staten, maar tweederde van de Sioux woont in North Dakota, aan de rivier.
De Sioux zijn nooit geconsulteerd over de aanleg van de pijpleiding. Toen de bouw aan het laatste deel vorig jaar begon, zette een van hen, Ladonna Allard uit Fort Yates (dertig kilometer ten zuiden van de protesten), een protestkamp op bij het miniscule dorpje Cannon Ball. Daar bezit haar familie een stuk land. Met het kamp, een plek om te bidden tegen de ‘zwarte slang’ – zoals de pijpleiding gezien wordt – wilde ze de aanleg stoppen.
Al snel voegden vele stamgenoten en later leden van andere stammen zich bij haar. Het was de eerste keer in hondervijftig jaar dat de zeven stammen van de Sioux bij elkaar kwamen.
Het kamp bleef groeien en andere kampen werden opgericht. In september werd het kamp Oceti Sakowin (zeven stammen) opgericht. Dat trok duizenden zogenaamde ‘waterbeschermers’ of activisten aan vanuit het hele land. Begin december zat er al 12.000 man. Met donaties (geld, slaapzakken, eten, tenten, …) onderhielden de bezetters zich. Op 5 december 2016 gaf Obama het Army Corps of Engineers, eigenaars van het land waarop Oceti stond, opdracht de vergunning die nodig was voor het laatste stuk van de pijpleiding niet te geven. De overwinning leek nabij en veel mensen vertrokken terug naar huis.
Maar een van Trumps eerste daden als president was dat bevel in te trekken. Begin februari gaf het Army Corps of Engineers zo toch de licentie af en werd de aanleg van de pijpleiding hervat.
Op woensdag 22 februari klokslag twee uur moesten alle overgebleven ‘waterbeschermers’ het terrein verlaten. Wie na dat tijdstip bleef, zou gearresteerd worden vanwege trespassing, het ongeoorloofd betreden van privaat terrein.
Rond half een die middag verlieten de meesten van hen het kamp via de brug die door de politie geblokkeerd werd om anderen te verhinderen het kamp te betreden, geleid door leden van de inheemse Sioux in een ceremoniële prayer walk.
Enkelingen bleven achter in het kamp. Ofwel omdat ze niet geloofden dat er echt overstromingsgevaar was, ofwel omdat ze zich niet wilden neerleggen bij het feit dat het land van het leger was. Dat laatste was waarom de bejaarde Regina Brave – liefkozend Oma Regina genoemd – in Oceti bleef.
Oma Regina legt zich er niet bij neer dat het land eigendom zou zijn van het leger, omdat het voor de aanleg van een nabijgelegen dam van de Sioux was en zo buiten de jurisdictie van reguliere autoriteiten zou vallen.
Het was onder andere Oma Regina die de veteranen wilden beschermen toen ze uit Sacred Stone naar Oceti trokken. Omdat de brug werd geblokkeerd door de politie, liepen de veteranen gewoon over de bevroren rivier het kamp in.
Maar het mocht niet baten. Donderdagochtend, een dag na de evacuatiedeadline, werd Oma Regina gearresteerd – inmiddels is ze weer vrijgelaten. Op woensdag en donderdag werden er in totaal 47 mensen gearresteerd. Bij sommige arrestaties ging het er hard aan toe, een van de activisten brak zijn heup, maar maatregelen als traangas, rubberen kogels en waterkanonnen – bij temperaturen onder nul – waren in tegenstelling tot eind 2016 niet aan de orde. Wel betrad de militaire politie donderdag het kamp in militaire wagens, in uniform en bewapend met aanvalsgeweren.
Kort nadat het kamp werd geëvacueerd haalden bulldozers de overgebleven bouwwerken neer, tot groot verdriet van de zogenaamde ‘Oceti-vluchtelingen’. Voor velen van hen was het kamp geen tijdelijk verblijf, maar een nieuwe thuis. Ze verhuisden vervolgens naar een van de andere kampen, waar ze daags voor de evacuatie de meeste eigendommen, zoals houtoventjes en slaapzakken, al naartoe hadden gebracht.
Oceti was het grootste kamp, maar er zijn er meer: Sacred Stone, Cheyenne River of Black Hoop. Die liggen allemaal onder de Cannon Ball, in land van de Sioux waar de staat North Dakota en het leger geen zeggenschap hebben. Alleen de stamraad heeft er jurisdictie.
Maar dat betekent nog niet dat die kampen zeker zijn van hun bestaan. ‘We zijn nu zelfs aan het bekvechten onder elkaar’, zegt Car, die in het miniscule dorpje Cannon Ball opgroeide. Een deel van de Sioux wil de pijpleiding stoppen via gerechtelijke weg, maar anderen – waaronder Car – blijven erbij dat vredevol actievoeren de enige weg is. ‘Trump kan zijn gelijk halen bij de rechter, maar wij zullen niet verdwijnen.’
Maar om opnieuw zoveel activisten veilig te laten kamperen, moet de landeigenaar expliciet toestemming geven opdat er van trespassing geen sprake kan zijn. En die expliciete toestemming is er in veel gevallen niet. Een complicerende factor daarbij is dat de grond over verschillende eigendomsdelen verdeeld is. Daardoor ontstaat onduidelijkheid en onenigheid over wie de rechtmatige eigenaar is en wie toestemming kan geven voor het oprichten van een kamp.
Zo zou Ladonna Allard, de allereerste ‘waterbeschermer’, slechts voor een klein deel eigenaar zijn van het land waar Sacred Stone op staat. Ook Black Hoop, gestart door Car, kan niet gegarandeerd blijven bestaan. Hij vreest dat het kamp binnen enkele dagen hetzelfde lot als Oceti zal moeten ondergaan. In dat geval zou niet de staatspolitie, maar zouden de agenten van de BIA (Bureau of Indian Affairs) het kamp binnenvallen – zij hebben namelijk jurisdictie in de reservaten. In sommige gevallen zijn BIA-agenten leden van dezelfde stam als de mensen die ze uitzetten. Het zijn soms mensen die samen zijn opgegroeid of familie van elkaar zijn.
Het enige kamp dat als echt veilig beschouwd wordt, is Cheyenne River. De oprichters daarvan hebben het land voor 1 dollar gehuurd van de onbetwiste landeigenaar. Niemand kan hen dus wat maken.
De spanning – blijven of vertrekken – zorgt in Black Hoop voor veel onrust. Er wordt weinig gebouwd, tipi’s blijven onopgezet en bouwwerken onbewoond. Ondertussen gaan ook talloze geruchten de ronde. ‘In het casino worden waterbeschermers opgepakt! Iedereen met modderige kleding loopt een risico!’
Met walkietalkies houden ze elkaar op de hoogte. Elke activist die tot de harde kern hoort – die er al langer dan een week of twee is – heeft er een. Met codenamen als River, Nine Tails, South Beach blijven ze anoniem, voor het geval de politie meeluistert.
De aanhoudende confrontaties tussen activisten en politie leidt tot argwaan tegenover iedere nieuwkomer, vooral media die afkomen op de ontruiming van Oceti. Weinig mensen van de harde kern en vrijwel geen enkele Sioux wil met naam en toenaam meewerken aan een interview. Te vaak hebben ze het gevoel afgeschilderd te worden als militante demonstranten en te weinig als een gemeenschap die op vredige en spirituele wijze hun levenswijze probeert te beschermen.
Want net dat is wat de activisten bindt en de beweging onderscheidt van andere politieke protesten als de Women’s March of Occupy. Spiritualiteit. De strijdkreet die je overal in de kampen tegenkomt en vaak hoort is ‘Mni Wiconi’. Het is Lakota (een van de dialecten van de Sioux) voor ‘Water is leven’.
En dat mag je heel letterlijk nemen. Maar liefst 27 verschillende stammen zijn afhankelijk van het water van de Missouri. Het heeft ook een spirituele betekenis, water is namelijk heilig voor indianen.
Het is bijzonder te zien hoe ook de mensen die niet tot de Sioux of andere indianenvolken behoren zich overgeven aan de spirituele aard van het protest. Het is wat Lorelei Li, een 33-jarige ober uit Missouri, deed besluiten zich in november in Sacred Stone te vestigen. ‘Ik had beelden gezien van hoe de politie een gebed verstoorde. Ik ben zelf beëdigd als predikant en kon niet verdragen hoe de vrijheid van religie hier geschonden werd, dus ik besloot m’n baan op te zeggen en naar hier te komen.’ Inmiddels zit hij er een paar maanden en is hij niet van plan ooit nog weg te gaan. ‘We hebben hier een gemeenschap gecreëerd van mensen die weg willen uit het systeem, die off the grid willen leven.’
Joe Plouff, de veteraan die een groep anderen richting Oceti leidde om de grootmoeders te beschermen, zit hier om vele redenen, maar roemt ook de spiritualiteit. ‘Ik ben een van de hoeders van het heilige vuur hier in Sacred Stone’, zegt hij trots.
Maar er zijn meer redenen waarom Plouff voor de derde keer naar Sacred Stone is gekomen, dit keer al een maand lang. ‘Het gaat om politiek, om het bestrijden van racisme en om het beschermen van ons milieu.” Plouff diende in de jaren zeventig in het leger en werkte daarna als parlementslid in de staat Wisconsin en in het onderwijs. ‘Ik heb mijn hele leven aan de publieke sector gewijd. Wat we hier doen, is ook een vorm daarvan.’
Of het niet raar is voor veteranen om orders van het leger te negeren, vraag ik hem. ‘Helemaal niet! Het is heel simpel. Als veteraan heb ik gezworen het Amerikaanse volk te dienen. Dat doen we met alle tientallen veteranen hier, nog steeds.’
In de kampen kun je in de verte de plek waar de pijpleiding wordt aangelegd zien. ’s Nachts hoor je de boor z’n werk doen. Volgens Energy Transfer Partners, het bedrijf dat de pijpleiding aanlegt, kan begin maart al olie door de leiding lopen. Dat is veel sneller dan verwacht.
Het schrikt de activisten niet af. Gerald, lid van de Sioux en afkomstig uit South Dakota, denkt dat het protest nog jaren zal duren. ‘Dit was pas het eerste, weliswaar veelbewogen, jaar, maar we zetten door. Ook al ligt die pijp er, er hoeft geen olie door.’
Of, zoals Travis Harding, lid van de Sioux, zegt: ‘Het gaat om onze toekomst. Die pijpleiding zal over een jaar niet lekken. Over vijf jaar ook niet. Maar ooit zal hij barsten. Moeder Aarde leeft en is constant in beweging. Dus we moeten ons water beschermen, want het water is leven voor onze kinderen.’
Bekijk hieronder waar de verschillende kampen exact liggen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier