Urbain Vandormael
Skoda: Simply clever
Terwijl de autoverkoop in Europa blijft achteruitgaan, slagen enkele merken erin om vooruit te gaan. Zo stijgt de verkoop van Skoda maand na maand, en dat sinds jaren. Van een low budgetmerk heeft de Tsjechische autoconstructeur zich ontwikkeld tot een volumemerk. Met de steun van Volkswagen.
Oorlog en vrede hebben een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van Skoda. Die gaat terug tot eind van de negentiende eeuw. In Mlada Boleslav – gelegen in het toenmalige Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk – stampten boekhandelaar Vaclav Laurin en fietsenmaker Vaclav Klement een motorfietsenfabriek uit de grond die het ondernemend duo zoveel geld én zelfvertrouwen opleverde dat het zich vanaf 1905 ook ging toeleggen op de bouw van auto’s. Laurin & Klement groeide uit tot een van de belangrijkste Europese autoproducenten en exporteerde tot ver buiten Europa. L&K was ook erg succesvol in de autosport. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd overgeschakeld op de productie van oorlogstuig, op bevel van de Duitsers.
Door de fusie veranderde de merknaam L&K in Skoda
Het Verdrag van Versailles splitste in 1919 het Habsburgse keizerrijk op in een groot aantal zelfstandige staten waaronder Tsjechoslowakije. L&K raapte de draad opnieuw op en fusioneerde in 1925 met Skoda, een belangrijke producent van treinen en trams. Door de fusie veranderde de merknaam L&K in Skoda, en werd het gamma uitgebreid met enkele luxemodellen zoals de Skoda 860 en Superb – uitgerust met zes- en achtcilindermotoren. Skoda was ook opnieuw succesvol in de internationale rally’s, in 1936 won de Skoda Popular de Rally van Monte Carlo.
In 1939 was het opnieuw raak. De nazitroepen bezetten Tsjechoslowakije en verplichtten het bedrijf oorlogsmaterieel te produceren. In 1945 viel de grotendeels intact gebleven Skoda-fabriek in handen van het Rode Leger en kon de productie van personenwagens snel worden heropgestart, terwijl de rest van Europese autonijverheid in puin lag. Skoda profiteerde van die opportuniteit en maakte naam met zijn betrouwbare en betaalbare auto’s, met een onafhankelijke wielophanging wat vrij revolutionair was voor wagens in deze prijsklasse en de Skoda 1100-reeks een behoorlijk rijcomfort bezorgde.
Skoda wordt een staatsbedrijf
In 1949 wordt Skoda genationaliseerd en ondergebracht in de Motokov-groep, de grootste industriële groep van de communistische staat. Na de dood van Stalin in 1953 krijgt Skoda de opdracht een ‘auto voor de arbeider’ te ontwikkelen, geïnspireerd op de Renault Dauphine. Door de motor achterin te plaatsen, kon men kosten besparen. Het nieuwe model liet langer op zich wachten dan verwacht, pas in 1964 rolde de Skoda 1000 MB in Mlada Boleslav van de band. Technisch vertoonde hij veel gelijkenis met de Simca 1000 en de Renault R10 en hij vormde ook een sierlijke verschijning. In vergelijking met zijn Franse concurrenten was hij zeer robuust én betrouwbaar – gemeten naar de normen van die tijd. De vierdeurs 1000 MB kreeg een paar jaar later gezelschap van een tweedeurs MBX en stationwagen, die echter nooit in productie is gegaan. Het model paste niet in de ‘plan’ economie van de partij. De nationalisatie van Skoda was ongeveer het slechtste wat het automerk was overkomen. Er was geen interesse én geld meer voor nieuwe ontwikkelingen, men produceerde in eerste instantie voor de Comecon-landen waardoor Skoda zijn technologische voorsprong zag verloren gaan. Af en toe won Skoda nog weleens een rally, maar het vet was van de soep. In 1969 brandde de fabriek bovendien volledig af.
Verdwijnen van het Ijzeren Gordijn opende nieuwe perspectieven
In 1976 tekende de Italiaanse designer Bertone een compleet nieuwe auto voorzien van de modernste veiligheidsvoorzieningen, maar nog steeds met de motor achterin. Omdat Skoda voor buitenlandse deviezen moest zorgen, werd de prijs kunstmatig laag gehouden. Maar dat kon niet beletten dat de vraag bleef dalen, in 1989 liep de 2 miljoenste Skoda met motor achterin van de band, het was tevens de laatste in een lange rij. Dankzij de steun van de staat kon Skoda blijven bestaan, daar waar andere merken – denk aan Abarth, Borgward, Glas, Hanomag, Hillman, Innocentie, Iso, Panhard, Puch, Simca, Sunbeam of Wolseley – van de markt waren verdwenen.
Met de verdwijnen van het IJzeren Gordijn in 1989 ging letterlijk een nieuwe wereld open voor Skoda, dat werd geprivatiseerd en in 1991 werd ingelijfd door Volkswagen. Dat zorgde voor een nieuwe dynamiek én nieuwe modellen, met VW-technologie onder de motorkap en carrosserie. De Felicia opende de rij. In 1996 kreeg de Belg Dirk van Baeckel opdracht om een nieuwe Octavia en Fabia te ontwerpen op basis van VW-platformen. En dat zal de wereld geweten hebben. Skoda was meteen zijn oubollig en ‘goedkoop’ imago kwijt, de betrouwbaarheid was terug en de consument reageerde enthousiast. In vijftien jaar tijd verdubbelde de verkoop van zo’n 350.000 tot 700.000 per jaar. Wat maakt dat Skoda één van de snelst groeiende automerken in Europa is – dankzij de steun van Volkswagen én een uitgekiend modellengamma. Want naast de Fabia en Octavia is er nog de Supberb op basis van de VW-Passat én de vrijetijdsmodellen Yeti en Roomster. Skoda is ondertussen de grootste werkgever in Tsjechië en zowel de Fabia als de Octavia en Superb behoren tot de beste auto’s op de markt. Dat bewijzen de vergelijkende tests in de gespecialiseerde pers. Alle Skoda-modellen beschikken over de modernste VW-technologie, zijn beduidend ruimer dan vergelijkbare VW-modellen en zijn altijd minstens 10 procent goedkoper. Dat de Octavia meer punten krijgt dan de Golf en dat de Superb de Mercedes E-klasse naar de tweede plaats verwijst, heeft te maken met het (grote) prijsverschil dat niet wordt gecompenseerd door een even grote technologische voorsprong.
Erg geliefd als bedrijfswagen
In tijden van crisis telt elke euro en dus zijn ook de leasemaatschappijen aan het rekenen gegaan. Vincent Struye (Skoda-woordvoerder): “Ons marktaandeel in de fleet is spectaculair gestegen door het overweldigend succes van de Octavia Combi en Superb Combi. De uitleg hiervoor is eenvoudig: Skoda biedt veel waar voor zijn geld, onze middenklassemodellen kunnen bovendien worden uitgerust met alle mogelijke extra’s én met vierwielaandrijving. Zetelverwarming, open dak en parkeersysteem behoren tot de meest verkochte toebehoren. Skoda is niet langer een budgetmerk maar geniet internationaal hoog aanzien door zijn uitstekende kwaliteit/prijsverhouding.” Skoda heeft ondertussen ook voet aan de grond in China. Waarnemers gaan ervan uit dat Skoda binnen afzienbare tijd de kaap van de 1,5 miljoen wagens per jaar zal overschrijden en dat het niet langer in de schaduw moet staan van Audi binnen het VW-concern. Want ondertussen beschikt Skoda ook over een eigentijds design en gaat er ook meer aandacht naar de aankleding van het interieur. Er is de Rapid het aanbod komen versterken. Kortom, er is nu geen reden meer om geen Skoda te kopen. Niet toevallig een van de oudste automerken ter wereld.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier