Zijn dierentuinen nog wel van deze tijd?
Dierenrechtenorganisatie GAIA wil dat Vlaams minister van Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA) na de sluiting van de Olmense Zoo alle kleinere Vlaamse dierentuinen grondig doorlicht. De kritiek op dierentuinen laait geregeld op, ook binnen de sector zelf. ‘Dierentuinen zijn postzegelverzamelingen, je hebt er niets aan.’
Herinnert u zich nog de hype die de komst van de twee panda’s Hao Hao en Xing Hui naar Pairi Daiza met zich meebracht in 2014? Los van het communautaire pandarelletje dat de reuzenpanda’s toen veroorzaakten, lag de blijde intrede ook vanwege andere redenen onder vuur. De huur van de panda’s kost honderdduizenden euro’s, de verhuis 2 tot 3 miljoen, het pandaverblijf zo’n 8 miljoen (de steentjes en rotsen in de Chinese tuin werden speciaal vanuit China overgevlogen) en aan de bamboe die de panda’s gedurende hun 15-jarig verblijf te eten krijgen, hangt een prijskaartje van tienduizenden euro’s per jaar.
Hao Hao en Xing Hui moeten als tegenprestatie geld in het laatje van het Waalse dierenpark brengen. Want zulke schattige dieren betekenen de Heilige Graal voor een zoo. Het mooiste voorbeeld van zo’n meesterlijke commercialisering van een dierentuinbewoner was de geboorte van olifant Kai Mook in 2009 in de Zoo van Antwerpen.
Mistroostige ijsbeer
Kai Mook vertoeft tegenwoordig gezond en naar verluidt zwanger in dierenpark Planckendael. Een minder fraai lot was echter weggelegd voor die andere goudmijn uit de recente dierentuingeschiedenis: ijsbeer Knut, die in 2011 op 4-jarige leeftijd overleed in de zoo van Berlijn.
Aangezien ijsberen een levensverwachting van dertig jaar hebben, was de dood van Knut omstreden. Werd zijn vroegtijdige dood misschien veroorzaakt door zijn onconventionele levenswandel? Van bij zijn geboorte werd het dier verstoten door zijn moeder en met de papfles grootgebracht door een verzorger. Meteen na zijn geboorte zeiden dierenbeschermingsorganisaties al dat de dierentuin het ijsbeertje had moeten laten inslapen, want het is niet natuurlijk dat een wild dier wordt opgevoed door mensen. Dat zou zich zeker wreken in het latere leven van de ijsbeer.
En zo geschiedde. Knuts verzorger overleed toen het ijsbeertje amper twee jaar oud was en het dier ontwikkelde neurosen. De mistroostige Knut overleed uiteindelijk aan de gevolgen van een hersenontsteking.
Meer recente tragische gebeurtenissen in de Europese dierentuinen zijn de dood van de Deense giraf Marius, die door het succes van de Europese kweekprogramma’s overtollig was geworden en aan de leeuwen werd gevoederd, en de tragische dood van de 25-jarige ijsbeer Anton in de zoo van Stuttgart die stierf na het eten van een door een bezoeker achtergelaten jas, rugzak en een speelgoedpopje.
Mensen die moord en brand schreeuwden over de dood van een giraf in de zoo van Kopenhagen, staan nu gewoon aan te schuiven om de panda’s te zien.
Ann De Greef – GAIA
Niettemin trekken elk jaar honderdduizenden mensen met de kinderen naar de dierentuin. ‘Mensen die toen moord en brand schreeuwden over de dood van een giraf in de zoo van Kopenhagen, staan nu gewoon aan te schuiven om de panda’s te zien’, aldus GAIA-directeur Ann De Greef.
Toch vindt de dierenrechtenorganisatie de transparantie die de Deense zoo hanteerde over de dood van giraf Marius geen slechte zaak. ‘Er lopen heel wat dingen mis in dierentuinen, maar die houden de lippen over dergelijke praktijken doorgaans stevig op elkaar. Het geval Marius is inherent aan het gevangen houden van dieren op een commerciële manier. Wat dierentuinen vooral interesseert is inkomsten genereren door de verkoop van tickets en dat doe je het best door nieuwe dieren te laten geboren worden. Die kweekpogramma’s zorgen echter voor de introductie van nieuwe mannetjes in bestaande groepen waardoor je problemen krijgt en dieren moeten worden gedood. Dierentuinen spreken dan wel verbloemend over “euthanasie”, maar voor ons is het gewoon een verspilling van levens’, aldus de Greef.
Ilse Segers, woordvoerster van de Zoo van Antwerpen verdedigt de kweekprogramma’s: ‘Zonder zouden er al heel wat diersoorten definitief van de aardbol verdwenen zijn. Tijdens de wereldwijde amfibieëncrisis in 2006 werd meteen aan de werelddierentuingemeenschap gevraagd om voor zoveel mogelijk soorten een reservepopulatie “in vitro” op te bouwen, iets waar ook wij in Antwerpen nog steeds een behoorlijke en helaas nog steeds dringend noodzakelijke bijdrage aan leveren.’
Maar dergelijke kweekdieren kunnen nooit meer terug in de natuur worden geïntroduceerd omdat hun biotoop niet voldoende beschermd wordt, zegt GAIA. ‘Dierentuinen zijn niet meer dan postzegelverzamelingen geworden. Ze dienen tot niets’, klinkt het.
In Europa vliegen wilde monniksgieren en ooievaars rond die het levenslicht zagen in de Zoo en Planckendael
Ilse Segers – Zoo van Antwerpen
‘Klopt niet’, zegt Segers. ‘Het is niet gemakkelijk, maar het kan als het goed wordt voorbereid. Er zijn tientallen voorbeelden van diersoorten die vandaag terug overleven in hun vroegere leefgebied, nadat ze succesvol gekweekt zijn in dierentuinen: zo vliegen er in Europa wilde monniksgieren en ooievaars rond die het levenslicht zagen in de Zoo en Planckendael. In Nederland wordt het landschap terug vormgegeven door bevers, die die stiel eigenlijk geleerd hebben in Planckendael, waar ze ooit geboren werden. Maar ook de bizon, zwartvoetbunzing, kikkers, de vicuña, diverse antilopensoorten, schildpadden, apenarenden, buideldassen en allerlei vogels zijn voorbeelden van succesvolle wederinvoeringsprojecten waarbij dierentuinen een grote rol gespeeld hebben.’
‘Kunstjesorka’
Tragedies als Marius blijven helaas niet beperkt tot dierentuinen, ook de grote Amerikaanse aquaria haalden de voorbije jaren heel regelmatige het nieuws met dramatische ‘ongevallen’ met bijvoorbeeld orka’s. Het bekendste voorbeeld is Tilikum die in 1983 op 2-jarige leeftijd nabij IJsland gevangen werd genomen om als ‘kunstjesorka’ te fungeren in verschillende parken. Tilikum, die begin die jaar overleed, was met zijn bijna zeven meter de grootste orka in gevangenschap en dus niet geschikt om opgesloten te zitten in een kleine tank. De orka heeft drie doden op zijn geweten: twee trainers en een bezoeker. Het laatste incident deed zich voor in SeaWorld in Orlando in 2010. Uit de documentaire ‘Blackfish’ blijkt duidelijk dat de incidenten gerelateerd zijn aan de gevangenschap van het ernstig getraumatiseerde roofdier, ook al haalde het SeaWorldimperium alles uit de kast om zijn kindvriendelijke imago te redden door de schuld van de ongevallen in de schoenen van de trainers te schuiven.
Ongevallen met dieren in dierentuinen zijn in Europa eerder zeldzaam. Het geval met Bokito is het meest besproken. De zilverruggorilla brak in 2007 uit zijn kooi in Diergaande Blijdorp, de dierentuin van Rotterdam, en viel een vrouw aan die hem vier dagen per week aanstaarde. Dat was waarschijnlijk de reden van de aanval. Sindsdien worden bezoekers gewaarschuwd om de apen niet direct aan te kijken. Ook in de Zoo van Antwerpen hangen dergelijke waarschuwingsborden.
Bovenstaande incidenten zijn koren op de molen van dierenrechtenactivisten die menen dat de rechten van de dieren geschonden worden. Dierentuinen zelf verdedigen zich dan weer met het argument dat ze ‘ambassades voor de wilde natuur’ zijn.
‘De bedreigde diersoorten die je bij ons ziet, spelen steeds vaker de rol van “vlaggenschipsoorten” voor hun wilde soortgenoten en voor de natuurgebieden waarin die nog overleven’, zegt Segers. ‘We verzamelen fondsen en financieren projecten voor het behoud in de wilde natuur, want voorkomen is inderdaad beter dan genezen. Sommige natuurgebieden danken hun voortbestaan mede aan acties die door dierentuinen en hun bezoekers genomen werden. Tot slot geven we ook aan wat je zélf kan doen, als bezoeker, als consument of als burger. Je kan onze projecten steunen in de herkomstlanden van de dieren, en vaak kan je zelf als consument ook in je dagelijks gedrag andere keuzes maken, waar de bedreigde dierenwereld haar voordeel bij doet.’
GAIA stelt zich echter vragen bij die zogenaamde ‘educatieve functie’ van dierentuinen: ‘Zet enkele enquêteurs aan de uitgang van een dierentuin en je zult merken dat bezoekers maar bitter weinig hebben geleerd van hun bezoek. Een uitstap naar de zoo is voor veel mensen niet meer dan een gezellig en ontspannen dagje uit met het gezin. Of je daar nu gedomesticeerde dieren of wilde dieren in een kooi plaatst, maakt dan uiteindelijk maar weinig uit. Als je echt iets te weten wil komen over dieren, kan je beter naar een natuurdocumentaire kijken’, meent De Greef.
‘Fout’, beweert Segers, ‘Uit een onderzoek uit 2012 blijkt dat maar liefst 80 procent van de Belgen een bezoek aan de Zoo van Antwerpen leerrijk vindt. Van de leerkrachten zegt 88 procent dat men met de klas de zoo bezoekt omdat ze een educatieve meerwaarde biedt.’
Je houdt geen olifant naast het Centraal Station in een wereldstad als Antwerpen.
Ann De Greef – GAIA
Leerrijk. Dat misschien wel. Maar wat je volgens GAIA in een dierentuin leert, is abnormaal gedrag bij dieren. ‘IJsberen die in een te kleine ruimte voortdurend dezelfde rondjes draaien. Dat is gedrag dat in de natuur zelden voorkomt. Voor ons is het duidelijk: je houdt geen olifant naast het Centraal Station in een wereldstad als Antwerpen.’
Ilse Segers vindt een dierentuin midden in de stad dan weer juist heel erg relevant: ‘Mensen en in het bijzonder stadsmensen raken steeds verder vervreemd van de natuur. In een goeie dierentuin zie je de dieren op ware grootte, hoor je ze, ruik je ze ook vaak en krijg je een beeld van de omgeving en de context waarin ze leven. Je beleeft er de dieren op een manier die nergens geëvenaard wordt. De Zoo van Antwerpen is bovendien veel meer dan een dierentuin. Het is de groene long van de stad en sociale ontmoetingsplek. De nabijheid van het Centraal Station maakt de zoo juist heel bereikbaar voor de zowat 150.000 schoolkinderen die ons van over het hele land bezoeken. Niet iedereen heeft de luxe om naar Afrika te reizen en bovendien is de beleving van dieren live toch nog iets heel anders dan op National Geographic. ‘
De spanning tussen het entertainende en het wetenschappelijke aspect van een dierentuin is van alle tijden
Kaat Wils, professor Cultuurgeschiedenis KU Leuven
Het gekibbel tussen dierenrechtenactivisten enerzijds en dierentuinen anderzijds, die allebei beweren dat ze de dieren beschermen, gaat al terug tot 1752 toen de eerste moderne dierentuin – Tiergarten Schönbrunn in Wenen – zijn deuren opende. ‘De spanning tussen het entertainende en het wetenschappelijke aspect van een dierentuin is van alle tijden’, zegt Kaat Wils, professor Cultuurgeschiedenis aan de Katholieke Universiteit van Leuven. ‘Dierentuinen zijn een typisch stedelijk fenomeen dat in de 19e eeuw vooral gericht was op vermaak. Opvoeding speelde toen ook al wel een rol, maar het dier moest zijn plaats kennen. De mens was de heerser over de natuur en het dier zat achter tralies om de mens te beschermen. Wanneer in de 20e eeuw de wetenschappelijke interesse in de dieren toeneemt, komt ook de manier waarop het dier wordt tentoongesteld meer en meer onder vuur. Men wil de grens tussen mens en dier onzichtbaar maken en we zien minder tralies. Tegenwoordig is het omgekeerd en moeten we de dieren beschermen tegen de mens.’
Wat de panda’s betreft ziet professor Wils zelfs gelijkenissen met het ancien régime: ‘Voor de Franse Revolutie dienden de dieren in de toenmalige koninklijke menagerieën als pronkstukken van de adel. De dieren, die vaak giften waren, toonden de goede contacten met andere koningen. Ook de panda’s in Pairi Daiza staan symbool voor de goede internationale contacten met China en dragen bij aan de prestige van ons land, al dan niet dankzij de Elio Di Rupo.’
‘Schaf dierentuinen af’
Maar hoe zit het nu met de toekomst? GAIA pleit niet voor een sluiting van de dierentuinen, maar wel voor een heroriëntatie ervan. ‘Wij zien enkel een toekomst voor dierentuinen als ze zouden worden omgebouwd tot opvangcentra voor verwaarloosde dieren’, legt Ann De Greef uit. Volgens haar zijn er nogal wat particulieren die wilde dieren illegaal als huisdier houden, maar staat de overheid weigerachtig tegen inbeslagnames omdat er geen plaats is om ze op te vangen. Daarenboven is sinds kort ook het houden van wilde dieren in circussen verboden. ‘Daar zou de Zoo van Antwerpen bijvoorbeeld wel een educatief programma rond kunnen opbouwen dat veel relevanter zou kunnen zijn’, besluit Ann De Greef.
Als je echt in de natuur gelooft, is het ultieme doel de afschaffing van alle dierentuinen
Damian Aspinall – dierentuineigenaar
Een van de bekendste eigenaars van een dierenpark in Groot-Brittannië, Damian Aspinall, deed eerder al een gelijkaardige oproep aan de Britse overheid. Aspinall zegt nu dat het verkeerd was om levende wezens te behandelen als levenslange gevangenen en onze kinderen op te voeden met het idee dat mensen boven dieren staan.
‘We hebben ons als God gedragen toen we de dieren uit de bossen namen, we kunnen ons nu ook als God gedragen om te proberen om sommige van deze dieren terug naar huis te brengen’, aldus Aspinall in de Daily Express. ‘Als je een echte natuurliefhebber bent en je echt in de natuur gelooft, is het ultieme doel de afschaffing van alle dierentuinen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier