Yves Pepermans en Pieter Maeseele
Het klimaatdebat heeft minder wetenschap en meer ideologie nodig
Het klimaatdebat moet gaan over politieke keuzes. Door deze keuzes niet meer af te laten hangen van klimaatmodellen, doen we de klimaatwetenschap een dienst.
De week waarin het nieuwe rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) verscheen had een week moeten worden waarin de wetenschap ons nog maar eens met de neus op de feiten omtrent de catastrofale opwarming van de aarde drukte. Het is anders uitgedraaid. Niet alleen verschenen de voorbije dagen berichten over een nakend dalen van de olieprijs tot 20 %, allerlei kranten stelden dat de aarde al 12 jaar niet meer opwarmt en dat het allemaal wel meevalt met het klimaat. Kunnen we eindelijk opgelucht ademhalen? Of is het gewoon de ‘antiklimaatlobby’ die mist spuit en pikken ‘skeptici een eigen waarheid uit VN-klimaatrapport’?
It’s ideology, stupid! De reacties op het rapport van werkgroep 1 van het IPCC zeggen evenveel over de redactionele lijn van een krant als over de staat van het Noordpoolijs in de zomer van 2050. Uit Brits onderzoek blijkt immers dat ideologische voorkeuren over de rol van de overheid in de economie, de rol van technologie en de verhouding tot de natuur, een bepalende rol spelen in de beeldvorming van klimaatverandering. In het tijdschrift Nature verscheen een onderzoek waaruit blijkt dat bezorgdheid omtrent klimaatverandering niets te maken heeft met een gebrek aan wetenschappelijke kennis of rationaliteit, maar alles met de culturele en politieke normen en waarden van de groep waartoe mensen behoren. Doembeelden of initiatieven zoals de Climate Science Rapid Response die ‘foute’ informatie willen doorprikken, zullen daarom hun doel steeds voorbijschieten. Ook het vervangen van politici door gelote burgers, zoals David Van Reybrouck voorstelt in zijn boek ‘Tegen verkiezingen’ zal ons niet uit de patstelling halen en dat hoeft ook niet helemaal.
Klimaatverandering is onlosmakelijk verbonden met de organisatie van de samenleving. De verandering ervan is een politieke kwestie, waarbij heel wat tegengestelde belangen en ideologische voorkeuren spelen, die niet overwonnen kunnen worden door een rationeel gesprek. Of denkt u dat de banken door dit rapport zich plots zullen onthouden van investeringen in de bouw van nieuwe steenkoolcentrales?
Ideologie is dus nog steeds ‘alive and kicking‘, maar ze spreekt tegenwoordig de taal van de wetenschap die nodig is om klimaatverandering waarneembaar te maken. Zo is de klimaatcrisis ook een democratiecrisis waarbij het maatschappelijk debat over klimaatverandering ondergesneeuwd geraakt in oeverloze technische discussies over referentiejaren, procenten CO2 en centimeters zeespiegelstijging. Ondertussen bekritiseren zowel voor-als tegenstanders van het IPCC het politieke gebruik van de klimaatwetenschap. Alleen stellen de eersten de politieke inmenging verantwoordelijk voor de afzwakking van de voorspellingen en beweren de critici juist het omgekeerde.
Op die manier blijft het klimaatdebat voor de meeste mensen een ver-van-mijn bed show die minder passies losweekt dan de nieuwe iPhone. Mensen hebben immers nood aan positieve projecten en alternatieven waarmee ze zich kunnen identificeren en die betrekking hebben op hun dagelijkse bezorgdheden. Apocalyptische krantenkoppen en een louter wetenschappelijke beeldvorming dragen enkel bij tot het gevoel van machteloosheid dat velen nu al ervaren. We hebben dus niet zozeer meer wetenschappelijke zekerheid en consensus nodig, maar wel meer tegensprekelijk maatschappelijk debat.
Een maatschappelijke consensus rond klimaatverandering kan enkel blijven bestaan als ze vrijblijvend blijft. In Vlaanderen ontkent sinds ‘An Inconvenienth Truth‘ haast geen enkele politicus nog dat het klimaat opwarmt, maar tegelijk worden de politieke keuzes die dit met zich meebrengt grotendeels genegeerd. Denk maar aan de uitbreiding van onze ringwegen of het borg staan voor baggeraars die havens in de Noordelijke IJszee gaan bouwen. Het is over die politieke keuzes dat het klimaatdebat juist dient te gaan. Door deze keuzes niet meer af te laten hangen van klimaatmodellen, doen we de klimaatwetenschap juist een dienst. Het is net omdat het maatschappelijke debat rond het milieu is ingeruild voor technocratisch boekhoudersjargon, dat harde data en niet ons politiek-economisch model het onderwerp van discussie is geworden. En dat is nu net wat klimaatsceptici altijd hebben gewild.
In het klimaatdebat is er ook een belangrijke rol voor media weggelegd. Die moeten ons niet alleen confronteren met stijgende zeespiegels, maar ook de tegengestelde belangen en ideologische voorkeuren blootleggen die aan de grondslag van het klimaatdebat liggen. Enkel zo wordt een breed democratisch debat mogelijk. De consensus die we dan nodig hebben is dat we op een gegeven moment enkel, zoals men dat in het Engels weer zo raak zegt, agree to disagree…
Yves Pepermans en Pieter Maeseele verrichten aan het departement Communicatiewetenschappen van de Universiteit Antwerpen onderzoek naar de rol van media in het klimaatdebat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier